Regelmatig publiceert NEN artikelen met uitleg over toepassing van de normen met handige informatie, ontwikkelingen en praktische toelichtingen. Deze artikelen zijn hier ook (gratis) in te zien.
Dit voorjaar heb ik een artikel geschreven over maximale uitschakeltijden t.b.v. bescherming tegen elektrische schok (foutbescherming volgens 411.3.2). Tabel 41.1 vermeldt de maximale uitschakeltijden in het kader van: ‘Automatische uitschakeling van de voeding bij het optreden van een aardfout’.
Daarbij heb ik NEN 1010:2015 met NEN 1010:2020 vergeleken.
NEN 1010:2015 | NEN 1010:2020 | |
---|---|---|
Bepaling | ||
411.3.2.2 | De maximale uitschakeltijden volgens tabel 41.1 gelden voor eindgroepen die contactdozen voeden en eindgroepen van ten hoogste 32 A. | De maximale uitschakeltijden volgens tabel 41.1 gelden voor eindgroepen met een toegekende stroom van ten hoogste:
|
Nieuw in NEN 1010:2020 is dat in 411.3.2.5 naar bijlage 41.D wordt verwezen als het niet mogelijk is de voeding te onderbreken in overeenstemming met 411.3.2 of een toestel voor aardlekbeveiliging voor dit doel niet geschikt is.
In bijlage 41.1 wordt in 41.D.1 gesproken over de situatie dat automatische uitschakeling van de voeding niet mogelijk is door een te lage aardfoutstroom.
Dit kan het geval zijn bij toepassing van een frequentieregelaar. Als aan de motorzijde van de frequentieregelaar een aardfout plaatsvindt (bijv. in de elektromotor zelf), dan zal er geen foutstroomcircuit zijn met lage impedantie. In onderstaande afbeelding is te zien dat de schakeling tussen de 3-phase powerinput en output (motoruitgang) oorzaak is van de hoge impedantie van het foutstroomcircuit. Deze hoge impedantie maakt dat het overstroombeveiligingstoestel (motorbeveiligingsschakelaar of smeltpatronen) waarmee de frequentieregelaar is beveiligd niet zal aanspreken volgens 411.3.2.
Dat betekent dat de persoon die contact maakt met de motor niet goed beschermd is tegen elektrische schok.
Om die reden geeft 41.D.2 aan dat bij een fout tussen een actieve leiding en beschermingsleiding de uitgangsspanning moet worden teruggebracht tot 50 V AC of 120 V DC (veilige spanning).
Dat is precies wat bovenstaande frequentieregelaar doet. Een aardfout veroorzaakt een trip (uitschakeling) met blokkering en er verschijnt een alarmmelding. Deze trip vindt ruim binnen de maximale uitschakeltijden volgens tabel 41.1 plaats. Na het oplossen van de fout en het resetten van de frequentieregelaar kan weer worden gestart.
De tweede alinea van 41.D.2 geeft aan dat de fabrikant adequate methoden geeft voor inspectie bij eerste oplevering en periodieke inspecties van de installatie. In een handleiding die ik erop na heb geslagen, wordt het uitvoeren van een isolatieweerstandsmeting vermeld door de klemmen U, V, W (uitgang) en L1, L2, L3 (input) kort te sluiten en te meten tussen dit kortgesloten circuit en het chassis. Verder ben ik op het vlak van methoden voor inspectie niets tegengekomen. Ook niet na mondeling informeren bij de fabrikant.
41.D.3 noemt dat als 41.D.2 niet van toepassing is en uitschakeling van de voeding niet mogelijk is, zoals vereist in 411.3.2.2 (tabel 41.1), 411.3.2.3 (5 s, TN-stelsels) of 411.3.2.4 (1 s, TT-stelsels), in aanvullende beschermende potentiaalvereffening moet worden voorzien in overeenstemming met 415.2. De spanning tussen gelijktijdig aanraakbare metalen gestellen en vreemde geleidende delen mag niet groter zijn dan 50 V AC of 120 V DC.
Bron afbeelding: Pauw Jongbloed
Auteur: Rob Kaspers