Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
46.A.1 Algemeen
Deze concepten zijn hier opgenomen om de lezer een idee te geven van de reikwijdte van deze
termen, ook al wordt er in dit document slechts een ervan (noodstop) gebruikt.
51.B.4
Het kiezen van elektrisch materieel op basis van de uitwendige invloeden is niet alleen van
belang voor de juiste werking van dit elektrisch materieel, maar is ook van belang om de
betrouwbaarheid te waarborgen van de beschermingsmaatregelen volgens deze norm.
Beveiligingsmaatregelen die door constructie van het materieel zijn bewerkstelligd, zijn
uitsluitend geldend voor de gegeven uitwendige
51.C
Bijlage 51.C(normatief)Aanduiding van geleidersTabel 51.C.1
—
Kabels met een groen-gele aderAantal adersKleur van de aders bBeschermingActief
a In afwijking op de standaardkleurencombinatie is voor bepaalde toepassingen deze tweede
kleurencombinatie toegelaten.
b In deze tabel wordt een ongeïsoleerde concentrische geleider, zoals een metalen mantel,
armering of draden van een afscherming,
52.B.1 Inleiding
De aanbevelingen van deze bijlage zijn bedoeld om een voldoende levensduur te waarborgen van
de geleider en de isolatie die door langdurige stroombelasting bij normaal gebruik thermisch
worden belast. Andere aspecten beïnvloeden de keuze van de kerndoorsnede van geleiders, zoals
bepalingen voor bescherming tegen elektrische schok (zie hoofdstuk 41), bescherming tegen thermische invloeden (zie hoofdstuk
52.B.2.3
De correctiefactoren in de tabellen 52.B.14 en 52.B.15 houden geen rekening met een eventuele stijging van de temperatuur door
zonne- of andere infraroodstraling. Wanneer geïsoleerde leidingen hieraan worden
blootgesteld, mag de hoogste toelaatbare stroom worden vastgesteld volgens de
NEN-IEC 60287-reeks.
52.B.3 Warmteweerstand van de grond
Bij de in de tabel genoemde toelaatbare stromen voor in de grond gelegde kabels is rekening
gehouden met een warmteweerstandscoëfficiënt van de grond van 2,5 K·m/W. Deze coëfficiënt
wordt geacht geschikt te zijn voor wereldwijd gebruik wanneer de grondsoort en de geografische
plaats niet nader zijn gespecificeerd (zie bijlage A van
NEN 10287-3-1:1996).Op plaatsen waar de werkelijke waarde van de
52.F
Bijlage 52.F(informatief)Keuze van buissystemenInformatie over de keuze van buissystemen wordt gegeven in tabel 52.F.1.Tabel 52.F.1
—
Voorgestelde eigenschappen van buizen (classificatie volgens
NEN-EN-IEC 61386)SituatieWeerstand tegen
samendrukkenWeerstand tegen
stotenMinimale
bedrijfstemperatuurMaximale
bedrijfstemperatuurBuiteninstallatieToegankelijke
installatie3321Gebruik binnenToegankelijke
52.J
nlbBijlage 52.Jnlb(normatief)Keuze van leidingenTabel 52.J.1
—
Soorten leidingenSoort
leidingKenmerken/mechanische belastingLeidingtypenVoorbeelden van
geschikte kabeltypen1234567
a Overeenkomstig NEN-EN 50565-2.
OPMERKINGIn de Nederlandse regelgeving (Bouwbesluit, Bbl) worden eisen aan het gedrag bij brand
van leidingen gesteld.
aOngeïsoleerde geleidersa1 N.v.t.bInstallatiedraadb1Voor
lichtgebruik
53.B.3 TN-S-stelsel ‒ driefasevoeding met nul
Figuur 53.B.9
—
Voorbeeld van installatie van een SPD-samenstel in een TN-S-stelselLegenda1Laagspanningsschakel- en verdeelinrichting2HV/LV-transformator3Materieel/installatie4Hoofdaardrail (HAR)5Subaardrail (SAR)6SPD-samenstelOCPD1Toestel(len) voor overstroombeveiliging op het voedingspunt
van de installatieSPDToestel voor overspanningsbeveiligingOCPD2Toestel(len) voor overstroombeveiliging indien
54.C.3.3
De leidingen van de in beton aangebrachte fundatieaardelektrode behoren ten minste één
aansluitpunt te hebben voor de verbinding met de elektrische installatie van het gebouw.
Daarbij behoren de verbindingen van de fundatieaardelektrode met dit aansluitpunt binnen het
gebouw uit het beton te komen en te lopen naar een geschikt aansluitpunt (bijvoorbeeld de
hoofdaardrail of - klem) of behoren ze
Zoeken in de website
135 resultaten
DC en Betonrot
Als we niet opletten, wordt DC-lekstroom een groot probleem. DC-lekstroom veroorzaakt corrosie (roest) en kan in gebouwen de bewapening en bij PV-velden dichtbij liggende ondergrondse infrastructuur aantasten; een potentiële tijdbom.
Wat is het probleem?
Doordat we steeds meer ‘all-electric’ gaan en er een verschuiving plaatsvindt van wisselspanning (AC) naar gelijkspanning (DC), neemt het risico
Leidingontwerp voor een omvormer van 55 kW
Tekst: Rob KaspersDatum: Februari 2021
In dit artikel maak ik een leidingontwerp van een omvormer (SE55K) met een maximaal AC vermogen van 55 kW. Deze omvormer wordt aangesloten op een TN-stelsel.
Figuur 1. SE55K Bron: Handleiding solar edge
Ik maak gebruik van een YMvK-as (koperen geleiders). Deze kabel wordt in de grond gelegd tegen de 6 andere kabels in een bundel. De temperatuur
Als automatische uitschakeling van de voeding niet mogelijk is bij omvormers met vermogenselektronica
Dit voorjaar heb ik een artikel geschreven over maximale uitschakeltijden t.b.v. bescherming tegen elektrische schok (foutbescherming volgens 411.3.2). Tabel 41.1 vermeldt de maximale uitschakeltijden in het kader van: ‘Automatische uitschakeling van de voeding bij het optreden van een aardfout’.
Daarbij heb ik NEN 1010:2015 met NEN 1010:2020 vergeleken.
NEN 1010:2015
Optellen van belastingstromen en invoedende stromen in de PV-installatie
Dit artikel gaat over een installatieschema waarbij een inspecteur commentaar heeft gegeven. Dit schema is al eerder op LinkedIn gedeeld en vanuit de markt is er volop gereageerd. Ook door experts met een heldere uitleg. Die inzichten wil ik graag in dit artikel bundelen, met dank aan de mensen die gereageerd hebben.
Auteur: Rob Kaspers
Figuur 1: in de correctie worden belastingstromen en
Leidingberekening met NEN 4010 deel 3
Dit artikel is de laatste van een driedelige serie over het berekenen van een leiding met behulp van NEN 4010:2020+C1:2022. Alleen de stappen 5 en 6 van het stappenplan uit figuur 1 moeten nog worden uitgevoerd.
Auteur: Rob Kaspers
Figuur 1: Stappenplan uit 5.2.2 van NEN 4010:2020+C1:2022.
In deel 2 waren we geëindigd met de conclusie dat we, zowel bij toepassing van de installatieautomaat
Hoe dik moet die aarde zijn?
“Is die aardedraad nou een aardleiding, beschermingsleiding, beschermende vereffeningsleiding of beschermende vereffeningsleiding voor aanvullende potentiaalvereffening en welke doorsnede moet die hebben?” Rob Kaspers legt dit in dit artikel uit.
Tijdens een cursus NEN 1010 is dit een regelmatig terugkerende vraag en dan vaak met de aanvullende vraag: waar staat dat en hoe kun je de correcte doorsnede
Wat zijn de belangrijkste eisen uit NEN 1010?
NEN 1010 geeft eisen voor het ontwerp en de aanleg van elektrische laagspanningsinstallaties zodanig dat:
een bedrijfszekere installatie wordt verkregen,
zonder gevaar voor elektrische schok (elektrocutie) en
zonder het risico dat brand wordt veroorzaakt.
Wat is het verschil tussen NEN 1010 en NPR 5310?
NEN 1010 geeft de eisen waaraan elektrische laagspanningsinstallaties in Nederland moeten voldoen.
NPR 5310 is de Nederlandse praktijkrichtlijn die uitleg geeft over en interpretatievoorbeelden bevat van een aantal eisen uit NEN 1010.
Wanneer is er voor een stroomketen aanvullende bescherming door een 30mA-aardlekschakelaar nodig?
Dit staat in bepaling 411.3.3 van NEN 1010:
bij gebruik van contactdozen met een toegekende stroom van ten hoogste 20 A voor algemeen gebruik door leken;
bij verplaatsbaar elektrisch materieel voor gebruik buiten met een toegekende stroom van maximaal 32 A;
bij aansluitpunten voor verlichting in ruimten met een woonfunctie, een celfunctie, een logiesfunctie of op woonschepen. Dit geldt niet
Mag ik de norm uitprinten?
Dat mag, alleen is dit wel voor eigen gebruik.