Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
717.313.101
Een of meer van de volgende methoden moeten voor de voeding van een eenheid worden
gebruikt:a) aansluiting op een laagspanningsgenerator volgens rubriek 551 (zie figuren 717.1 en 717.2);b) aansluiting op een vaste elektrische installatie waarin de beschermingsmaatregelen
effectief zijn (zie figuur 717.3);c) aansluiting op een vaste elektrische installatie via een toestel dat een enkelvoudige
717.411.6 IT-stelsels
717.411.6.2
Voeg toe:
Wanneer een IT-stelsel is toegepast in een eenheid met een geleidend omhulsel moeten de
metalen gestellen van het materieel zijn verbonden met het geleidende omhulsel.Bij een eenheid zonder geleidend omhulsel moeten de metalen gestellen binnen de eenheid
onderling en met een beschermingsleiding zijn verbonden.Een IT-stelsel moet tot stand worden gebracht door een beschermingstransformator
717.413 Beschermingsmaatregel: elektrische scheiding
Vervang de bestaande tekst door:
Bescherming wordt verkregen door een transformator die een elektrische scheiding tot stand
brengt, bijvoorbeeld volgens 413.1.3 of 41.C.3, maar uitsluitend in de hierna gegeven
gevallen:— er is een toestel voor isolatiebewaking geïnstalleerd, dat zorgt voor automatische
uitschakeling van de voeding bij een eerste fout tussen actieve delen en het raamwerk van
717.415.1 Aanvullende bescherming door toestellen voor aardlekbeveiliging (RCD’s)
Voeg toe:
Voor alle contactdozen die zijn bedoeld voor de voeding van elektrische toestellen buiten
de eenheid, is aanvullende bescherming door RCD’s met een toegekende aanspreekstroom van ten
hoogste 30 mA noodzakelijk. Dit geldt niet voor contactdozen die worden gevoed vanuit
stroomketens met bescherming door:— SELV,— PELV of— elektrische scheiding.
717.514 Aanduiding
717.514.1 Algemeen
Voeg toe:
Op een in het oog springende plaats, bij voorkeur nabij de ingangsconnector voor de
voeding, moet een vaste aanduiding van duurzaam materiaal zijn aangebracht. Op deze
aanduiding behoort in duidelijke en ondubbelzinnige bewoordingen het volgende te zijn
aangegeven:— het type voeding dat op de eenheid mag zijn aangesloten;— de toegekende spanning van de eenheid
717.52 Keuze en installatie van leidingsystemen
717.521 Soorten leidingsystemen
Voeg toe:
717.521.101 Voor het aansluiten van de eenheid aan de voeding moeten kabels van het type H07RN-F
volgens NEN-EN 50525-2-21 of leidingen van gelijkwaardig
ontwerp met een doorsnede van ten minste 2,5 mm2 koper worden gebruikt. De
buigzame leiding moet door een isolerende doorvoer zo de eenheid worden binnengeleid, dat de
kans zo veel mogelijk wordt
717.550.4
Contactstoppen en contactdozen moeten voldoen aan
NEN-EN-IEC 60309-1,
NEN-EN-IEC 60309-2 of
NEN-IEC 60884-1. Dit geldt niet bij toepassing van speciaal
materieel, zoals uitzendmaterieel waar gecombineerde connectoren worden gebruikt voor
informatiesignalen en voeding.Indien uitwisselbaarheid is vereist moeten voorzieningen die worden gebruikt om de eenheid
op de voeding aan te sluiten voldoen
718.422.3.7.101
Motoren die niet voortdurend onder toezicht staan, moeten zijn beveiligd door een
thermisch beveiligingstoestel, of het moeten door impedantie beveiligde motoren zijn.Deze eis is niet van toepassing op:— motoren in bedrijfsruimten met een nominaal vermogen kleiner dan 500 W;— motoren die niet oververhit raken in geval van vastlopen.
718.5 Keuze en installatie van elektrisch materieel
718.51 Algemene eisen718.512 Bedrijfsomstandigheden en uitwendige invloeden
Voeg toe:
718.512.3 Vast aangesloten opgehangen materieel met een gewicht van meer dan 5 kg moet zijn
bevestigd met een aanvullend onafhankelijk ophangsysteem.Elk onafhankelijk ophangsysteem moet op veilige wijze vijfmaal het gewicht van het
materieel kunnen dragen.Deze eisen zijn niet van toepassing op verlichtingsarmaturen
718.46.101
De afstand tussen de voorziening om de elektrische installatie af te schakelen en de plaats
waar de bijbehorende voedingskabels het gebouw binnenkomen, moet zo kort zijn als praktisch
haalbaar is.
Zoeken in de website
135 resultaten
DC en Betonrot
Als we niet opletten, wordt DC-lekstroom een groot probleem. DC-lekstroom veroorzaakt corrosie (roest) en kan in gebouwen de bewapening en bij PV-velden dichtbij liggende ondergrondse infrastructuur aantasten; een potentiële tijdbom.
Wat is het probleem?
Doordat we steeds meer ‘all-electric’ gaan en er een verschuiving plaatsvindt van wisselspanning (AC) naar gelijkspanning (DC), neemt het risico
Leidingontwerp voor een omvormer van 55 kW
Tekst: Rob KaspersDatum: Februari 2021
In dit artikel maak ik een leidingontwerp van een omvormer (SE55K) met een maximaal AC vermogen van 55 kW. Deze omvormer wordt aangesloten op een TN-stelsel.
Figuur 1. SE55K Bron: Handleiding solar edge
Ik maak gebruik van een YMvK-as (koperen geleiders). Deze kabel wordt in de grond gelegd tegen de 6 andere kabels in een bundel. De temperatuur
Als automatische uitschakeling van de voeding niet mogelijk is bij omvormers met vermogenselektronica
Dit voorjaar heb ik een artikel geschreven over maximale uitschakeltijden t.b.v. bescherming tegen elektrische schok (foutbescherming volgens 411.3.2). Tabel 41.1 vermeldt de maximale uitschakeltijden in het kader van: ‘Automatische uitschakeling van de voeding bij het optreden van een aardfout’.
Daarbij heb ik NEN 1010:2015 met NEN 1010:2020 vergeleken.
NEN 1010:2015
Optellen van belastingstromen en invoedende stromen in de PV-installatie
Dit artikel gaat over een installatieschema waarbij een inspecteur commentaar heeft gegeven. Dit schema is al eerder op LinkedIn gedeeld en vanuit de markt is er volop gereageerd. Ook door experts met een heldere uitleg. Die inzichten wil ik graag in dit artikel bundelen, met dank aan de mensen die gereageerd hebben.
Auteur: Rob Kaspers
Figuur 1: in de correctie worden belastingstromen en
Leidingberekening met NEN 4010 deel 3
Dit artikel is de laatste van een driedelige serie over het berekenen van een leiding met behulp van NEN 4010:2020+C1:2022. Alleen de stappen 5 en 6 van het stappenplan uit figuur 1 moeten nog worden uitgevoerd.
Auteur: Rob Kaspers
Figuur 1: Stappenplan uit 5.2.2 van NEN 4010:2020+C1:2022.
In deel 2 waren we geëindigd met de conclusie dat we, zowel bij toepassing van de installatieautomaat
Hoe dik moet die aarde zijn?
“Is die aardedraad nou een aardleiding, beschermingsleiding, beschermende vereffeningsleiding of beschermende vereffeningsleiding voor aanvullende potentiaalvereffening en welke doorsnede moet die hebben?” Rob Kaspers legt dit in dit artikel uit.
Tijdens een cursus NEN 1010 is dit een regelmatig terugkerende vraag en dan vaak met de aanvullende vraag: waar staat dat en hoe kun je de correcte doorsnede
Wat zijn de belangrijkste eisen uit NEN 1010?
NEN 1010 geeft eisen voor het ontwerp en de aanleg van elektrische laagspanningsinstallaties zodanig dat:
een bedrijfszekere installatie wordt verkregen,
zonder gevaar voor elektrische schok (elektrocutie) en
zonder het risico dat brand wordt veroorzaakt.
Wat is het verschil tussen NEN 1010 en NPR 5310?
NEN 1010 geeft de eisen waaraan elektrische laagspanningsinstallaties in Nederland moeten voldoen.
NPR 5310 is de Nederlandse praktijkrichtlijn die uitleg geeft over en interpretatievoorbeelden bevat van een aantal eisen uit NEN 1010.
Wanneer is er voor een stroomketen aanvullende bescherming door een 30mA-aardlekschakelaar nodig?
Dit staat in bepaling 411.3.3 van NEN 1010:
bij gebruik van contactdozen met een toegekende stroom van ten hoogste 20 A voor algemeen gebruik door leken;
bij verplaatsbaar elektrisch materieel voor gebruik buiten met een toegekende stroom van maximaal 32 A;
bij aansluitpunten voor verlichting in ruimten met een woonfunctie, een celfunctie, een logiesfunctie of op woonschepen. Dit geldt niet
Mag ik de norm uitprinten?
Dat mag, alleen is dit wel voor eigen gebruik.