Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
522.11 Zonnestraling (AN) en ultraviolette straling
Wanneer de omstandigheden zo zijn dat matige zonnestraling (AN2) of ultraviolette straling
voorkomt of kan voorkomen, moet een leidingsysteem zijn gekozen en geïnstalleerd dat geschikt
is voor die omstandigheden of moet een deugdelijke afscherming zijn aangebracht. Bijzondere
maatregelen kunnen nodig zijn voor materieel dat wordt blootgesteld aan ioniserende
straling.OPMERKINGVoor temperatuurverhoging
522.12.1
Het leidingsysteem moet zo zijn gekozen en geïnstalleerd dat voldoende rekening wordt
gehouden met seismische risico's ter plaatse van de installatie.
522.12.2
Wanneer gevaar kan ontstaan door seismische invloeden volgens code AP2 of hoger, moet
bijzondere aandacht worden besteed aan:— de bevestiging van leidingsystemen aan het gebouw en— de mate van flexibiliteit van verbindingen tussen de vaste bedrading en alle belangrijke
toestellen (bijvoorbeeld toestellen voor veiligheidsdoeleinden).
522.15.2
Voor beweeglijke constructies of constructies die bedoeld zijn om te bewegen (CB4), moeten
buigzame leidingsystemen worden toegepast.
523.6.2
Wanneer de nulleiding in een meeraderige kabel een stroom voert die het gevolg is van
asymmetrische fasestromen, wordt de temperatuurverhoging die wordt veroorzaakt door de
nulstroom geneutraliseerd door de verlaging van de warmte die wordt opgewekt in een of meer
van de faseleidingen. In dit geval moet de kerndoorsnede van de nulleiding worden gekozen op
basis van de grootste fasestroom.In alle
523.6.4
Met geleiders die uitsluitend zijn bedoeld als beschermingsleiding (PE-leidingen) hoeft
geen rekening te worden gehouden. PEN-leidingen moeten op dezelfde wijze worden behandeld
als de nulleiding.
523.9 Eenaderige kabels met een metalen omhulling
De metalen afschermingen en/of niet-magnetische armering van eenaderige kabels behorend tot
dezelfde stroomketen moeten aan beide uiteinden met elkaar worden verbonden. Als alternatief
mogen, ter verbetering van de hoogste toelaatbare stroom, de metalen afscherming of armering
van dergelijke kabels die zijn voorzien van geleiders met een kerndoorsnede van meer dan
50 mm2 en van een niet-geleidende
526.2
Bij de keuze van de wijze van verbinding moet, voor zover van toepassing, rekening worden
gehouden met:— het geleidermateriaal en de isolatie van de geleider;— het aantal draden en de vorm van de geleider;— de kerndoorsnede van de geleider;— het aantal te verbinden geleiders.OPMERKING 1Het gebruik van gesoldeerde verbindingen behoort zo veel mogelijk te worden vermeden, met
uitzondering van
526.4
Waar nodig moeten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat bij normaal bedrijf de
temperatuur van elektrische verbindingen de doelmatigheid van de isolatie van de erop
aangesloten geleiders en de ondersteuningen van de verbindingsklemmen nadelig beïnvloedt.
526.8.3
Gesoldeerde (vertinde) geleideruiteinden van soepele en zeer soepele geleiders zijn niet
toegelaten bij verbindingen en aansluitpunten waar tijdens bedrijf beweging mogelijk is
tussen het gesoldeerde en het niet-gesoldeerde deel van de geleider.OPMERKINGVoor soepele en zeer soepele geleiders, zie
NEN-EN-IEC 60228, klasse 5 en 6.
Zoeken in de website
135 resultaten
DC en Betonrot
Als we niet opletten, wordt DC-lekstroom een groot probleem. DC-lekstroom veroorzaakt corrosie (roest) en kan in gebouwen de bewapening en bij PV-velden dichtbij liggende ondergrondse infrastructuur aantasten; een potentiële tijdbom.
Wat is het probleem?
Doordat we steeds meer ‘all-electric’ gaan en er een verschuiving plaatsvindt van wisselspanning (AC) naar gelijkspanning (DC), neemt het risico
Leidingontwerp voor een omvormer van 55 kW
Tekst: Rob KaspersDatum: Februari 2021
In dit artikel maak ik een leidingontwerp van een omvormer (SE55K) met een maximaal AC vermogen van 55 kW. Deze omvormer wordt aangesloten op een TN-stelsel.
Figuur 1. SE55K Bron: Handleiding solar edge
Ik maak gebruik van een YMvK-as (koperen geleiders). Deze kabel wordt in de grond gelegd tegen de 6 andere kabels in een bundel. De temperatuur
Als automatische uitschakeling van de voeding niet mogelijk is bij omvormers met vermogenselektronica
Dit voorjaar heb ik een artikel geschreven over maximale uitschakeltijden t.b.v. bescherming tegen elektrische schok (foutbescherming volgens 411.3.2). Tabel 41.1 vermeldt de maximale uitschakeltijden in het kader van: ‘Automatische uitschakeling van de voeding bij het optreden van een aardfout’.
Daarbij heb ik NEN 1010:2015 met NEN 1010:2020 vergeleken.
NEN 1010:2015
Optellen van belastingstromen en invoedende stromen in de PV-installatie
Dit artikel gaat over een installatieschema waarbij een inspecteur commentaar heeft gegeven. Dit schema is al eerder op LinkedIn gedeeld en vanuit de markt is er volop gereageerd. Ook door experts met een heldere uitleg. Die inzichten wil ik graag in dit artikel bundelen, met dank aan de mensen die gereageerd hebben.
Auteur: Rob Kaspers
Figuur 1: in de correctie worden belastingstromen en
Leidingberekening met NEN 4010 deel 3
Dit artikel is de laatste van een driedelige serie over het berekenen van een leiding met behulp van NEN 4010:2020+C1:2022. Alleen de stappen 5 en 6 van het stappenplan uit figuur 1 moeten nog worden uitgevoerd.
Auteur: Rob Kaspers
Figuur 1: Stappenplan uit 5.2.2 van NEN 4010:2020+C1:2022.
In deel 2 waren we geëindigd met de conclusie dat we, zowel bij toepassing van de installatieautomaat
Hoe dik moet die aarde zijn?
“Is die aardedraad nou een aardleiding, beschermingsleiding, beschermende vereffeningsleiding of beschermende vereffeningsleiding voor aanvullende potentiaalvereffening en welke doorsnede moet die hebben?” Rob Kaspers legt dit in dit artikel uit.
Tijdens een cursus NEN 1010 is dit een regelmatig terugkerende vraag en dan vaak met de aanvullende vraag: waar staat dat en hoe kun je de correcte doorsnede
Wat zijn de belangrijkste eisen uit NEN 1010?
NEN 1010 geeft eisen voor het ontwerp en de aanleg van elektrische laagspanningsinstallaties zodanig dat:
een bedrijfszekere installatie wordt verkregen,
zonder gevaar voor elektrische schok (elektrocutie) en
zonder het risico dat brand wordt veroorzaakt.
Wat is het verschil tussen NEN 1010 en NPR 5310?
NEN 1010 geeft de eisen waaraan elektrische laagspanningsinstallaties in Nederland moeten voldoen.
NPR 5310 is de Nederlandse praktijkrichtlijn die uitleg geeft over en interpretatievoorbeelden bevat van een aantal eisen uit NEN 1010.
Wanneer is er voor een stroomketen aanvullende bescherming door een 30mA-aardlekschakelaar nodig?
Dit staat in bepaling 411.3.3 van NEN 1010:
bij gebruik van contactdozen met een toegekende stroom van ten hoogste 20 A voor algemeen gebruik door leken;
bij verplaatsbaar elektrisch materieel voor gebruik buiten met een toegekende stroom van maximaal 32 A;
bij aansluitpunten voor verlichting in ruimten met een woonfunctie, een celfunctie, een logiesfunctie of op woonschepen. Dit geldt niet
Mag ik de norm uitprinten?
Dat mag, alleen is dit wel voor eigen gebruik.