Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
A.4 Werkingsmodus
A.4.1 Directe invoedingIn de werkingsmodus ‘directe invoeding’ is de DC-installatie verbonden met andere elektrische installaties en wordt deze geheel of gedeeltelijk door die andere installaties gevoed. Zie figuur A.4.Figuur A.4
—
DC-installatie met directe invoedingA.4.2 Omgekeerde invoedingIn de werkingsmodus ‘omgekeerde invoeding’ is de DC-installatie verbonden met andere elektrische installaties
6.1 Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie
Het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie moet voldoende worden beperkt.Elektrische leidingen gelegen in ruimten waar een risico op brand bestaat ten gevolge van verwerkt of opgeslagen materiaal en die zijn ingedeeld als BE2 volgens NEN 1010, moeten ten minste voldoen aan de classificatie Dca-s3,d2,a3.OPMERKING 1Voorbeelden van ruimten die volgens NEN 1010 zijn ingedeeld als BE2 zijn timmerwerkplaatsen
6.2 Beperking van het ontwikkelen van brand en rook en beperking van gevolgschade
6.2.1 AlgemeenDe ontwikkeling van brand en rook en het ontstaan van gevolgschade moeten worden beperkt.De benodigde brandklasse van de elektrische leiding, evenals de additionele klassen voor rookontwikkeling, vallende brandende deeltjes en de corrosiviteit/zuurgraad van de verbrandingsgassen, moeten worden bepaald door middel van:1) het doorlopen van een stappenplan in combinatie met stroomdiagrammen
6.2.3.2 Bepaling van het brandrisico
Volg voor de bepaling van het brandrisico de volgende twee stappen.Stap 1:Stel aan de hand van tabel 3 per parameter vast welke factoren van toepassing zijn.Tabel 3
—
Factoren die van invloed zijn op het brandrisicoParameterOnderverdeling (factoren)Toelichtinga Indien meerdere factoren (zoals vermeld in de tweede kolom) van toepassing zijn, behoort voor de bepaling van de classificatie van de elektrische
Inleiding
NEN 4010 is gebaseerd op
NEN 1010:2020, de Nederlandse
implementatie van de HD-IEC 60364-reeks over
elektrische installaties voor laagspanning.NEN 4010 bevat eisen voor de algemene
Nederlandse installatiepraktijk.Het is een op zichzelf staande norm en de indeling van
NEN 1010 is dan ook losgelaten. De norm
kent geen delen en rubrieken, maar een opbouw van hoofdstukken en paragrafen.Zoals in elke
4.1.4.2 Aanvullende beschermende vereffening
Bij toepassing van aanvullende beschermende vereffening moeten alle
gelijktijdig aanraakbare metalen gestellen van vast opgesteld elektrisch
materieel en vreemde geleidende delen worden betrokken. Daarbij is,
indien mogelijk, de metalen hoofdwapening van betonconstructies van
gebouwen inbegrepen. Bij de vereffening moeten de beschermingsleidingen
van al het elektrisch materieel (inclusief contactdozen
4.2.1 Algemene eisen
Bescherming tegen brand moet voorkomen dat er letsel of schade ontstaat door
hitte of brand veroorzaakt door elektrisch materieel.Elektrisch materieel moet zijn beperkt tot wat nodig is voor het gebruik in
ruimten met verhoogd risico bij brand. Op deze beperking geldt een
uitzondering voor leidingen die door BE2-ruimten voeren. Hiervoor gelden
aanvullende eisen, zie 4.2.2.Toestellen met thermische
4.5 Bescherming tegen elektromagnetische invloeden
Deze paragraaf behandelt de volgende onderwerpen:OnderwerpZieKeuze van het
stroomstelsel4.5.1Meervoudig gevoede TN-stelsels4.5.2Vermindering van
elektromagnetische interferentie (EMI)4.5.3Bijzondere ruimten4.5.44.5.1 Keuze van het stroomstelselOm elektromagnetische invloeden zo klein mogelijk te maken worden de volgende
aanbevelingen gedaan.Als de netbeheerder een TN-C-stelsel aanbiedt, dan wordt
5.1 Algemene eisen
Deze paragraaf behandelt de volgende onderwerpen:OnderwerpZieOvereenstemming met
normen5.1.1Bedrijfsomstandigheden5.1.2Wederzijdse beïnvloeding5.1.3Uitwendige invloeden5.1.4Aanduiding5.1.5Bereikbaarheid5.1.6Bijzondere ruimten5.1.75.1.1 Overeenstemming met normenAl het elektrisch materieel moet voldoen aan de in Nederland geldende
normen.OPMERKINGDit geldt ook voor de verbindingen die moeten worden
5.1.2 Bedrijfsomstandigheden
Kenmerken van een voedingsbronVan elke voedingsbron in een elektrische installatie moeten de volgende
kenmerken zijn vastgesteld door berekening, meting, navraag of
inspectie:— de nominale spanning(en);— de spanningssoort en de frequentie;— de hoogste te verwachten kortsluitstroom op het overdrachtspunt;— de impedantie van de foutstroomketen naar aarde op het
overdrachtspunt;— het geschikt
Zoeken in de website
135 resultaten
Moet ik mijn opdrachtgevers vertellen dat ik met NEN 4010 werk?
In uw offerte en uw bestek kunt u aangeven dat de elektrische installatie volgens NEN 4010 is ontworpen.
Voldoe ik aan de eisen van het Bouwbesluit als ik NEN 4010 toepas?
Ja, NEN 4010 is gebaseerd op NEN 1010:2015 en NEN 1010:2015/C2:2016.
Kan ik ook een andere versie gebruiken dan die aangewezen is in het Bouwbesluit?
De 2020-versie van de norm beschrijft de inzichten met betrekking tot veilige elektrische installaties. Het bevoegd gezag (gemeenten) zal vaak gelijkwaardigheid van deze nieuwe versie (in plaats van de 2015-versie) accepteren. Opdrachtgevers kunnen daarom nu al vragen naar een installatie conform NEN 1010:2020. Ook kunnen verzekeraars, gemeenten en andere partijen eisen en voorwaarden stellen gebaseerd
Waar gaat deel 8 over?
Deel 8 is wel een onderdeel van NEN 1010, maar wordt als losse uitgave uitgebracht. De reden hiervoor is dat dit deel 8 vaker geüpdatet zal worden dan NEN 1010.
Titel van de reeks: NEN 1010-8: Energieaspecten
Subnummers:
NEN 1010-8-1: Energieaspecten – Deel 1: Energie-efficiency
NEN 1010-8-2: Energieaspecten – Deel 2: Prosumer-installaties
NEN 1010-8-3: Energieaspecten
Nut en noodzaak van normalisatie van gelijkspanning, deel 1: de zon.
Auteur: Henry Lootens
Datum: januari 2020
Onze wereld op het gebied van energie zoals we hem kennen is drastisch aan het veranderen. Fossiele energiecentrales van nu wekken redelijk continue hun energie op; ze leveren dit vrij constant, dus met een redelijk gelijk vermogen, aan het net. In de nabije toekomst, met heel veel duurzame bronnen als Wind en Zon (zon-PV), zal dat anders zijn. De verschillen
‘Er is te weinig kennis’
Nieuwe praktijkgids ‘Veiligheidsinspectie woninginstallaties - Werken met NEN 8025’
NEN 8025:2018, ‘Periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische voorzieningen in woningen’, is een norm die zich richt op de veiligheid van installaties en gebouwvoorzieningen in woningen. Onlangs verscheen een nieuwe praktijkgids over de norm: ‘Veiligheidsinspectie woninginstallaties