Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
4.3 Typen toestellen voor aardlekbeveiliging
4.3.1 Type ACVanaf 1975 worden toestellen voor aardlekbeveiliging type AC toegepast. Bij een sinusvormige foutstroom is de werking gegarandeerd, maar bij een pulserende DC-foutstroom spreekt type AC niet aan of pas bij foutstromen die veel groter zijn dan de nominale aanspreekstroom. Vanaf 1996 is het gebruik van toestellen voor aardlekbeveiliging type AC niet meer toegelaten in nieuwe installaties
4.3.1 Type AC
Vanaf 1975 worden toestellen voor aardlekbeveiliging type AC toegepast. Bij een sinusvormige foutstroom is de werking gegarandeerd, maar bij een pulserende DC-foutstroom spreekt type AC niet aan of pas bij foutstromen die veel groter zijn dan de nominale aanspreekstroom. Vanaf 1996 is het gebruik van toestellen voor aardlekbeveiliging type AC niet meer toegelaten in nieuwe installaties.
4.3.3 Type B
Indien in een installatie constante DC-foutstromen kunnen voorkomen, moet een toestel voor aardlekbeveiliging type B worden geïnstalleerd. Constante DC-foutstromen kunnen bijvoorbeeld ontstaan in installaties met omvormers voor PV-systemen of met oplaadsystemen voor elektrische voertuigen. Bij driefasematerieel kan het pulserende karakter van foutstromen in bepaalde situaties vergelijkbaar zijn met
4.5 Producteisen
De aanspreekstroom van een toestel voor aardlekbeveiliging (I∆) mag niet groter zijn dan de nominale aanspreekstroom I∆n. De eis aan de uitschakeltijd is afhankelijk van de grootte van de foutstroom, deze staat in tabel 2.Tabel 2 geldt alleen voor sinusvormige foutstromen. De uitschakeltijden voor sinusvormige foutstromen zijn voor alle typen aardlekschakelaars gelijk. Voor niet-sinusvormige foutstromen
4.5 Praktijkvoorbeelden
4.5.1 Praktijkvoorbeeld 1Bij een bakkerij met door een PLC (programmable logic controller) gestuurde machines treden veel storingen op. De bakkerij heeft een eigen transformator, die is verbonden met de hoofdverdeelinrichting via een PEN-leiding. De PEN-leiding is ook doorgevoerd naar de onderverdeelinrichtingen. Door het gebruik van diverse frequentieregelaars en door de verlichting in de bakkerij
4.5.2 Praktijkvoorbeeld 2
Bij twee naast elkaar liggende gebouwen treden voortdurend storende (nul)stromen op. Deze nulstromen veroorzaken veel problemen in gevoelige elektronica. Beide gebouwen zijn voorzien van een eigen transformator. Deze transformatoren zijn verbonden met de hoofdverdeelinrichtingen via een PEN-leiding. Na de hoofdverdeelinrichtingen worden de PEN-leidingen gesplitst in een aparte PE-leiding en nulleiding
1 Onderwerp en toepassingsgebied
Dit deel van NPR 5310 heeft betrekking op 514.3 Aanduiding van geleiders van NEN 1010:2015.Het deel geeft informatie over de kleuraanduiding van installatiedraden en eenaderige en meeraderige kabels, en in welke omstandigheden deze kleuraanduiding van toepassing is.Voor de aanduiding van geleiders in gelijkstroomketens zijn in dit deel aanbevelingen opgenomen. Tevens wordt aangegeven hoe geleiders
3 Termen en definities
Voor de toepassing van dit deel van NPR 5310 gelden de termen en definities uit NEN 1010:2015 en deel 2 van deze NPR.
4 Aanduiding van geleiders
4.1 Aanduiding van geleiders in relatie tot de functieDe aanduiding van geleiders is afhankelijk van de functie, en is weergegeven in tabel 1.Tabel 1
—
Aanduiding van geleiders in relatie tot de functieFunctieKleurBeschermingsleidingPE PEN-leidingPEN+ uiteinden: PEL-leidingPELPEM-leidingPEMNulleidingN MiddenleidingMFaseleidingLof of of Schakeldraden of Schakeladers of of De toegelaten afwijkingen
4.1 Inleiding
Een buigzame leiding is een kabel die door zijn constructie en materiaal geschikt is om herhaaldelijk te worden gebogen tijdens gebruik (2.15.14 van NEN 1010:2015), en kan worden toegepast bij verplaatsbaar materieel of vast bevestigd materieel. Onder vast bevestigd materieel wordt elektrisch materieel verstaan dat is gebonden aan een bepaalde plaats (2.16.07 van NEN 1010:2015).Met ‘buigzame leidingen
Zoeken in de website
135 resultaten
Moet ik mijn opdrachtgevers vertellen dat ik met NEN 4010 werk?
In uw offerte en uw bestek kunt u aangeven dat de elektrische installatie volgens NEN 4010 is ontworpen.
Voldoe ik aan de eisen van het Bouwbesluit als ik NEN 4010 toepas?
Ja, NEN 4010 is gebaseerd op NEN 1010:2015 en NEN 1010:2015/C2:2016.
Kan ik ook een andere versie gebruiken dan die aangewezen is in het Bouwbesluit?
De 2020-versie van de norm beschrijft de inzichten met betrekking tot veilige elektrische installaties. Het bevoegd gezag (gemeenten) zal vaak gelijkwaardigheid van deze nieuwe versie (in plaats van de 2015-versie) accepteren. Opdrachtgevers kunnen daarom nu al vragen naar een installatie conform NEN 1010:2020. Ook kunnen verzekeraars, gemeenten en andere partijen eisen en voorwaarden stellen gebaseerd
Waar gaat deel 8 over?
Deel 8 is wel een onderdeel van NEN 1010, maar wordt als losse uitgave uitgebracht. De reden hiervoor is dat dit deel 8 vaker geüpdatet zal worden dan NEN 1010.
Titel van de reeks: NEN 1010-8: Energieaspecten
Subnummers:
NEN 1010-8-1: Energieaspecten – Deel 1: Energie-efficiency
NEN 1010-8-2: Energieaspecten – Deel 2: Prosumer-installaties
NEN 1010-8-3: Energieaspecten
Nut en noodzaak van normalisatie van gelijkspanning, deel 1: de zon.
Auteur: Henry Lootens
Datum: januari 2020
Onze wereld op het gebied van energie zoals we hem kennen is drastisch aan het veranderen. Fossiele energiecentrales van nu wekken redelijk continue hun energie op; ze leveren dit vrij constant, dus met een redelijk gelijk vermogen, aan het net. In de nabije toekomst, met heel veel duurzame bronnen als Wind en Zon (zon-PV), zal dat anders zijn. De verschillen
‘Er is te weinig kennis’
Nieuwe praktijkgids ‘Veiligheidsinspectie woninginstallaties - Werken met NEN 8025’
NEN 8025:2018, ‘Periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische voorzieningen in woningen’, is een norm die zich richt op de veiligheid van installaties en gebouwvoorzieningen in woningen. Onlangs verscheen een nieuwe praktijkgids over de norm: ‘Veiligheidsinspectie woninginstallaties