Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
415 Aanvullende bescherming
OPMERKINGAanvullende bescherming kan zijn vastgesteld als onderdeel van een beschermingsmaatregel
bij bepaalde uitwendige invloeden en in bepaalde bijzondere ruimten (zie deel 7).415.1 Aanvullende bescherming door toestellen voor aardlekbeveiliging (RCD’s)415.1.1 Het gebruik van toestellen voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van
ten hoogste 30 mA wordt in AC-stelsels beschouwd
415.1 Aanvullende bescherming door toestellen voor aardlekbeveiliging (RCD’s)
415.1.1 Het gebruik van toestellen voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van
ten hoogste 30 mA wordt in AC-stelsels beschouwd als aanvullende bescherming in het geval
van:a) een defect aan de voorziening voor basisbescherming;b) een defect aan de voorziening voor foutbescherming;c) zorgeloosheid van de gebruiker.415.1.2 Het gebruik van toestellen voor aardlekbeveiliging
415.1.1
Het gebruik van toestellen voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van
ten hoogste 30 mA wordt in AC-stelsels beschouwd als aanvullende bescherming in het geval
van:a) een defect aan de voorziening voor basisbescherming;b) een defect aan de voorziening voor foutbescherming;c) zorgeloosheid van de gebruiker.
415.2 Aanvullende beschermende potentiaalvereffening
OPMERKING 1De aanvullende beschermende potentiaalvereffening wordt beschouwd als aanvulling op
foutbescherming.OPMERKING 2De toepassing van aanvullende beschermende potentiaalvereffening verandert niets aan de
noodzaak om de voeding uit te schakelen om andere redenen, bijvoorbeeld als bescherming
tegen brand of thermische spanningen in materieel.OPMERKING 3Aanvullende beschermende potentiaalvereffening
421 Bescherming tegen brand veroorzaakt door elektrisch materieel
421.1
Algemene eisen
Personen, levende have en bezittingen moeten zijn beschermd tegen schade of letsel
veroorzaakt door hitte of brand die kan ontstaan of zich kan voortplanten in elektrische
installaties, door rekening te houden met de eisen uit deze norm en de instructies van de
fabrikanten van het materieel.De warmte die wordt ontwikkeld door elektrisch materieel mag geen gevaar of schadelijke
421.4
Vast bevestigd materieel waarbij een opeenhoping van warmte optreedt, moet op voldoende
afstand van een ander vast voorwerp of gebouwdeel zijn gemonteerd, zodat dit voorwerp of
gebouwdeel onder normale omstandigheden niet wordt blootgesteld aan een gevaarlijke
temperatuur. Bijvoorbeeld een temperatuur hoger dan zijn ontstekingstemperatuur.OPMERKINGEr behoort rekening te worden gehouden met alle
421.5
Wanneer elektrisch materieel op een plaats een aanzienlijke hoeveelheid brandbare
vloeistof bevat, moeten geschikte maatregelen zijn genomen om te verhinderen dat vloeistof,
vuur en verbrandingsproducten zich verspreiden.OPMERKING 1Voorbeelden van de bedoelde maatregelen omvatten:— een lekbak waarin alle weggelekte vloeistof wordt opgevangen en brand met zekerheid
wordt gedoofd;— het materieel
421.6
Materiaal van omhulsels die tijdens het installeren om elektrisch materieel zijn
aangebracht, moet bestand zijn tegen de hoogste te verwachten temperatuur die door het
elektrisch materieel wordt veroorzaakt.Brandbaar materiaal is niet geschikt voor de constructie van deze omhulsels, tenzij
voorzorgsmaatregelen tegen ontsteking zijn genomen, zoals het bedekken met onbrandbaar of
moeilijk brandbaar
422.1.3
Toestellen met thermische uitschakeling mogen alleen handmatig kunnen worden gereset.
422.2.1
Bij omstandigheden BD2, BD3 en BD4 mogen leidingsystemen niet binnen vluchtroutes liggen,
tenzij de leidingen in het leidingsysteem zijn voorzien van niet-vlamvoortplantende mantels,
of van niet-vlamvoortplantende omhulsels die deel uitmaken van het kabeldraagsysteem zelf,
of op een andere wijze met niet-vlamvoortplantende omhulsels (bijvoorbeeld bouwmaterialen)
zijn aangebracht.Leidingsystemen
Zoeken in de website
135 resultaten
‘Een laadpaal is ook een stijlproduct’
Auteur: dr. Henk-Jan Hoekjen
Foto’s: Prodrive Technologies, Eveline de Bruin
Snelle innovaties op het terrein van het laden van elektrische voertuigen
Laadpalen gaan meer en meer het straatbeeld bepalen. De opkomst van ‘e-mobility’ zorgt voor een stormachtige groei van het aantal laadpunten in ons land. Wat betekent dit zoal? Dr. ir. Nilles Vrijsen, Product Line Manager EV Charging Solutions
Als ik de elektrische installatie in mijn particuliere woning volgens NEN 1010 uitvoer, is dat dan voldoende?
Volgens de Nederlandse wet moet een elektrische installatie van een woning voldoen aan het Bouwbesluit. Wanneer een elektrische installatie voldoet aan NEN 1010, bestaat ‘het vermoeden van overeenstemming’ met deze wettelijke eisen.
Naast het voldoen aan de eisen uit NEN 1010 is het van belang om na te gaan aan welke eisen u moet voldoen voor uw verzekering. Wellicht dat uw verzekeraar een (periodieke
Als in een gebouw alleen de elektra is vernieuwd maar niet de meterkast, moet je deze dan volgens de oude of nieuwe norm keuren?
Het keuren van een installatie of delen van een installatie moet gebeuren volgens de norm die vereist (en gebruikt) is bij het ontwerp en de aanleg van de installatie of delen van de installatie.
Let op: Bij het toevoegen van nieuwe installatiedelen aan een bestaande installatie (of deel daarvan) kan het nodig zijn dat ook dit bestaande stuk wordt aangepast aan de nieuwe eisen. Bij een keuring moet
Mag je omvormers van zonnepanelen aansluiten met een snoer en stekker op de wandcontactdoos van de wasdroger of wasmachine?
Nee, volgens NEN 1010:2015 moeten PV-systemen direct worden aangesloten op een eigen ‘eindgroep’. Op deze eindgroep mogen geen andere eindverbruikers worden aangesloten (of wandcontactdozen aanwezig zijn).
Let op: Dit wijkt af van eerdere edities van NEN 1010 (en bijbehorende uitgaven van NPR 5310), waarin het wel werd toegelaten om kleine PV-systemen met een beperkt vermogen via een wandcontactdoos
Mag je bij een kabel de grijze draad omkleuren naar blauw en gebruiken als nul?
Nee, je mag de grijze draad niet omkleuren. Grijs mag niet als N gebruikt worden. Bepaling 514.3.1.1. stelt dat de N over de gehele lengte blauw moet zijn.
Er is een uitzondering als er sprake is van stuurstroomketens (zie 514.3.4).
Wat is het verschil tussen de online versie en downloadbare pdf van NEN 1010?
Bij NEN 1010 versie 2020 is geen verschil tussen de online versie en de pdf. Bij de versie NEN 1010:2015 is de online versie geconsolideerd; dus zijn de wijzigingen uit het correctieblad in de teksten van NEN 1010 verwerkt. Bij de pdf versie vindt u NEN 1010, het correctieblad en de wijzigingsbladen als losse documenten.
Wat is de status van NEN 4010?
NEN 4010 is niet aangewezen in het Bouwbesluit. NEN 4010:2020 is gebaseerd op NEN 1010:2020. Als u voldoet aan NEN 4010, voldoet u ook aan de hier genoemde editie van NEN 1010 en het Bouwbesluit.
Is NEN 4010 verplicht?
Normen zijn niet verplicht.
Is NEN 4010 aangewezen in het Bouwbesluit?
Nee, NEN 4010 is niet aangewezen in het Bouwbesluit.
Zijn de termen en definities in NEN 4010 hetzelfde als in NEN 1010?
De termen en definities die in NEN 4010 zijn opgenomen, komen uit NEN 1001:2020. Sommige termen zijn voor de duidelijkheid aangepast. Voor de termen kabel, snoer en draad is bijvoorbeeld één term gekozen: leiding. Ook zijn voor de leesbaarheid sommige definities anders geformuleerd. Zo sluiten de termen en definities beter aan bij het toepassingsgebied en de inhoud van NEN 4010.
Daarnaast zijn enkele