Zoeken in
Zoeken in normen
9494 resultaten
C1709.C.1C1
Het verdient aanbeveling dat de beheerder van de jachthaven een actueel exemplaar van deze instructie overhandigt aan elke beheerder van een pleziervaartuig die een pleziervaartuig op de elektrische voeding wil aansluiten, en tevens op elk voedingspunt een actueel, duidelijk leesbaar en tegen weersinvloeden beschermd exemplaar van deze veiligheidsvoorschriften aanbrengt.
712.C
Bijlage 712.C(informatief)Voorbeelden van de installatie van toestellen voor overspanningsbeveiliging in verschillende situatiesFiguur 712.C.1
—
Plaatsing van toestellen voor overspanningsbeveiliging in een PV-installatieLegendaSituatieToestel voor overspanningsbeveiliging (SPD) op plaats en Installatie van SPD’s in een PV-installatie zonder externe bliksembeveiligingsinstallatieSPD’s type 2 zoals
C1721.A.2C1 Loskoppelen
Schakel de lastscheider van de caravan uit en neem de leiding los van de aansluitpunten, en wel eerst aan het voedingspunt op de standplaats en dan van de toestelcontactdoos, indien aanwezig.
721.B.313 Voedingsbronnen
721.B.313.4 VoedingsbronnenDe installatie behoort te worden gevoed vanuit een of meer van de volgende bronnen:a) de elektrische installatie van het trekkende voertuig;b) een in de caravan gemonteerde hulpbatterij;c) een DC-voeding op lage spanning via een transformator/gelijkrichtereenheid in overeenstemming met NEN-EN-IEC 60335-1 en NEN-EN-IEC 61558-2-6;d) een door een willekeurige energiebron
721.B.521 Soorten leidingsystemen
721.B.521.2 De leidingen behoren een samengeslagen kern van klasse 2 of van klasse 5 te hebben en te voldoen aan de NEN-EN 50525-reeks.
721.B.525 Spanningsverlies in installaties van verbruikers
Onder normale bedrijfsomstandigheden behoort de spanning op de aansluitklemmen van vaste elektrische toestellen groter te zijn dan de ondergrens volgens de IEC-norm die geldt voor het materieel. Waar het materieel niet onder een IEC-norm valt, behoort de spanning op de aansluitklemmen zo te zijn dat geen afbreuk wordt gedaan aan de veilige werking van dat materieel. Wanneer geen nauwkeurige gegevens
721.B.533.1.5
Het beveiligingstoestel tegen overstroom voor de voeding vanaf het trekkende voertuig behoort zo dicht mogelijk bij de hulpbatterij te zijn geplaatst, maar in geen geval op meer dan 1 000 mm daarvandaan. Het beveiligingstoestel tegen overstroom voor de hulpbatterij behoort te zijn aangebracht aan het einde van de batterijkabel en vóór de vaste installatie. De ELV-uitgang van de transformator/gelijkrichtereenheid
721.B.533.1.7
Smeltveiligheden behoren fysiek te zijn beschermd tegen onvoorziene mechanische beschadiging.
721.B.55.3.7 Waarschuwingsaanduiding
Op een blijvend duidelijk zichtbare plaats nabij de hulpbatterij of op het deksel van de ruimte van de hulpbatterij behoort een waarschuwing te zijn aangebracht. Deze behoort te zijn gesteld in officiële taal of talen van het land waar de caravan wordt verkocht, en luidt: ‘Alle toestellen en lampen uitschakelen voordat de hulpbatterij wordt losgekoppeld’.De ruimte van de hulpbatterij behoort aanvullend
721.B.55.5.3
De 12 V-voeding van een koelkast mag alleen in werking zijn indien de motor van het trekkende voertuig draait. Dat kan worden bereikt door een in de koelkast ingebouwde voorziening.
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande