Resultaat verfijnen

Normen
Status
Filters wissen
Zoeken in normenFilter resultaten
6951 resultaten
NEN 1010:2015+A1:2020 Norm
721.B.55.3.5   Ruimte voor de hulpbatterij
Wanneer de elektrolyt van deze batterij een vloeistof is, behoort eronder een bak te zijn aangebracht.Het inwendige van een ruimte met hulpbatterij behoort te worden geventileerd en te zijn beschermd tegen de corrosieve effecten van zure gassen, volgens een van de volgende methoden:a)   installatie van een gesloten hulpbatterij met een externe ventilatie-uitrusting die naar buiten de caravan leidt.b
NEN 1010:2015+A1:2020 Norm
721.B.55.4.1   Generatoren en transformatoren/gelijkrichtereenheden
Indien de voeding wordt verkregen vanuit een generator of vanuit een laagspanningsnet via een transformator/gelijkrichtereenheid, behoort de extra lage spanning aan de uitgaande klemmen van de voedingseenheid te liggen tussen 11 V en 14 V bij belastingen vanaf 0,5 A tot aan de maximaal toegekende belasting van de voedingseenheid. Over hetzelfde belastingsbereik mag de AC-rimpel niet meer bedragen dan
NEN 1010:2015+A1:2020 Norm
721.B.55.5.1
De stroomketen voor het laden van een hulpbatterij behoort gescheiden te zijn van een stroomketen waarop een koelkast is aangesloten.
NEN 1010:2015+A1:2020 Norm
721.B.55.7.1   Algemeen
In de technische beschrijving van de caravan behoort de fabrikant te vermelden of eenELV-toestel geschikt is voor gebruik met een voeding afkomstig van een DC-generator of een transformator/gelijkrichtereenheid.Toestellen die geschikt zijn om te werken op zowel 230 V AC als 12 V DC, zijn toegelaten mits de systemen op wisselspanning en op gelijkspanning van elkaar zijn gescheiden en geen onderlinge
NEN 1010:2015+A1:2020 Norm
721.B.55.7.2   Keuze en aansluiten van toestellen
Alle toestellen behoren te zijn aangebracht en aangesloten volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant. Waar polariteitsgevoelige toestellen zijn aangebracht en aangesloten, behoren uitsluitend die toestellen te worden gebruikt waarvan de aansluitklemmen zijn voorzien van de tekens '-' en '+', of die twee geleiders hebben waarbij de polariteit is aangegeven met kleur of door etiketten of manchetten
NEN 1010:2015+A1:2020 Norm
729.A.1   Ontruiming
Om ontruiming te vergemakkelijken moeten de deuren van al het materieel in de ruimte in de richting van de vluchtweg sluiten. Gangpaden moeten voldoende ruimte bieden voor het openen van deuren en zwenkramen van het materieel tot ten minste 90º (zie figuur 729.A.1).OPMERKINGFiguren 729.A.1, 729.A.2 en 729.A.3 tonen de minimale breedte van gangpaden en doorgangsafstanden voor een ontruiming.Figuur 729
NEN 1010:2015+A1:2020 Norm
753.A
Bijlage 753.A(normatief)Informatie voor de gebruiker van de installatieBij voltooiing van de installatie moet aan de opdrachtgever voor de werkzaamheden een beschrijving van het verwarmingssysteem ter beschikking worden gesteld.Deze beschrijving moet ten minste de volgende informatie bevatten:a)   een beschrijving van het ontwerp van het verwarmingssysteem, in het bijzonder van de diepte waarop de
NPR 9090:2018 nl Norm
4.1   Uitgangspunten voor DC-beschermingsmaatregelen, ontwerp, keuze van materieel en installatie en inspectie
4.1.1   AlgemeenHet ontwerpen en installeren van DC-installaties vraagt een andere benadering dan het ontwerpen en installeren van AC-installaties. Dit komt door de grote hoeveelheid actieve toestellen en componenten in DC-installaties en het, vaak beperkte, beschikbare kortsluitvermogen.Het ontwerpen en installeren van een DC-installatie vereist een gedegen elektrotechnische kennis, maar er wordt
NPR 9090:2018 nl Norm
4.1.4   Koppelen van DC-installaties met AC-installaties
Afhankelijk van de aard van de installatie kunnen in de DC-installatie koppelingen met AC-installaties voorkomen. Dit kan zowel bedoeld zijn voor vermogensoverdracht vanuit de AC-installatie naar de DC-installatie als andersom. Deze koppelingen behoren te worden uitgevoerd met een enkelvoudige scheiding tussen de AC- en DC-stroomketens, ter voorkoming van wederzijdse beïnvloeding en DC-stromen in AC-netten.OPMERKINGPV-installaties
NPR 9090:2018 nl Norm
4.1.5   Risicoclassificatie van DC-installaties
Afhankelijk van het ontwerp kan aan een DC-installatie een bepaald risico worden toegekend. Op basis van de opgeslagen energie in batterijen en het vermogen dat door de installatie op een bepaald punt kan worden geleverd, kan een indeling worden gemaakt naar gevaarlijke en minder gevaarlijke installatiedelen. Voor DC-installaties worden vijf verschillende risicoklassen onderkend, die lopen van DC-zone
Zoeken in de websiteFilter resultaten
135 resultaten
Pagina
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist. 514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten. De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Pagina
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout? NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Pagina
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
Pagina
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010 De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Pagina
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
Pagina
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen. Normvragen Algemeen 1. Waar is de norm te bestellen? De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Pagina
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in. De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Pagina
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.  Auteur: Rob Kaspers Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Pagina
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke. Tekst: Rob Kaspers Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen? Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Pagina
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen. Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS) Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande