Resultaat verfijnen

Normen
Status
Filters wissen
Zoeken in normenFilter resultaten
6951 resultaten
NPR 5310:2017 Norm
4.3.10   Correctiefactor voor grond
De correctiefactor voor grond met een warmteweerstandscoëfficiënt anders dan 2,5 K∙m/W is gegeven in tabel 52.B.16 van NEN 1010:2015. Voor andere waarden van de warmteweerstandscoëfficiënt kan de correctiefactor voor grond worden bepaald uit figuur 8.Voor de situatie met backfill behoort de correctiefactor voor grond te worden bepaald met behulp van de effectieve warmteweerstandscoëfficiënt.
NPR 5310:2017 Norm
1   Onderwerp en toepassingsgebied
Dit deel van NPR 5310 heeft betrekking op 524.2 Kerndoorsnede van de nulleiding van NEN 1010:2015. Dit deel gaat over de invloed van harmonische stromen in driefasestroomketens op de bepaling van de kerndoorsnede van de nulleiding in meeraderige kabels.Het doel van dit deel is om inzichtelijk te maken hoe de nulleiding moet worden gedimensioneerd (met als uiteindelijk doel de temperatuur van de kabel
NPR 5310:2017 Norm
4.1.1   Algemeen
In een driefasestroomketen zal in het geval van volledige symmetrische belasting van de fasen en een zuivere 50 Hz stroomvorm de nulleiding geen stroom voeren. Zie figuur A.1.In de praktijk kan de nulleiding echter een (grote) stroom voeren als gevolg vana)   harmonischen in de fasestromen, en/ofb)   asymmetrische fasestromen (onbalans).OPMERKINGIn dit deel wordt niet verder ingegaan op stromen door
NPR 5310:2017 Norm
4.1.2   Stroom door de nulleiding als gevolg van harmonische componenten
In de nulleiding van een driefasestroomketen sommeren de derde harmonische en veelvouden van de derde harmonische (de zesde, negende, twaalfde, vijftiende, enz.) van de fasestromen. De grootte van de harmonische stroom door de nul (bijvoorbeeld de 150 Hz-component, de derde harmonische) kan, bij een symmetrische belasting, een waarde bereiken tot driemaal de grootte van deze harmonische stroom in elk
NPR 5310:2017 Norm
4.2.1   Basisregels
Op grond van 523.6.3 van NEN 1010:2015 moet de doorsnede van de nulleiding ten minste gelijk zijn aan de doorsnede van de fasegeleiders als de totale harmonische vervorming (THDi) meer dan 15 % bedraagt.Bepaling 524.3 van NEN 1010:2015 laat toe – onder bepaalde voorwaarden – de doorsnede van de nulleiding kleiner te kiezen dan de doorsnede van de faseleidingen.Volgens NEN 1010:2015 is het verkleinen
NPR 5310:2017 Norm
4.1   Inleiding
In 531.2.1.3 van NEN 1010:2015/C2:2016 staat de volgende n-tekst:Op een toestel voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA mogen ten hoogste vier eindgroepen zijn aangesloten. Het aansluiten van eenfase-eindgroepen op een vierpolig toestel voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA wordt afgeraden.Installaties met twee of meer
NPR 5310:2017 Norm
4.2   Risico van het aansluiten van eenfase-eindgroepen op een vierpolig toestel voor aardlekbeveiliging
In veel gevallen worden toestellen voor aardlekbeveiliging gebruikt om aanvullende bescherming volgens rubriek 415 van NEN 1010:2015 te realiseren. Dit kan alleen worden gedaan met 10 mA- en 30 mA-toestellen voor aardlekbeveiliging.In het eerste deel van de n-tekst wordt al bepaald dat er op een toestel voor aardlekbeveiliging ten hoogste vier eindgroepen mogen worden aangesloten. Dit beperkt de risico
NPR 5310:2017 Norm
4.1   Inleiding
Het is belangrijk voor de continuïteit van de bedrijfsvoering om de toestellen voor overstroom- en aardlekbeveiliging goed op elkaar af te stemmen. Dit moet voorkomen dat in de elektrische installatie in geval van een storing goed functionerende delen onnodig worden uitgeschakeld.Dit hoofdstuk biedt vuistregels voor en achtergrondinformatie over selectiviteit bij kortsluiting en het selectief in serie
NPR 5310:2017 Norm
4.2.1   Algemeen
Voor installaties die relatief eenvoudig van opzet zijn, kan de selectiviteit bij kortsluiting en aardlekstromen aan de hand van een paar vuistregels worden gerealiseerd.
NPR 5310:2017 Norm
4.2.2   Vuistregels voor selectiviteit bij kortsluiting
Voorwaarden voor het gebruik van de vuistregels zijn een overzichtelijke installatie met niet te veel ‘lagen’ en het gebruik van beveiligingstoestellen met een vaste kortsluitkarakteristiek.Aan de hand van het voorbeeld in figuur 1 worden de vuistregels voor selectiviteit bij kortsluiting uitgelegd.Figuur 1 geeft een schematisch voorbeeld van een praktijksituatie waarin drie beveiligingstoestellen
Zoeken in de websiteFilter resultaten
135 resultaten
Pagina
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist. 514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten. De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Pagina
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout? NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Pagina
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
Pagina
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010 De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Pagina
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
Pagina
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen. Normvragen Algemeen 1. Waar is de norm te bestellen? De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Pagina
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in. De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Pagina
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.  Auteur: Rob Kaspers Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Pagina
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke. Tekst: Rob Kaspers Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen? Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Pagina
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen. Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS) Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande