Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
5.5 Uitvoering
5.5.1 AlgemeenBreng in de badruimte een (las)doos met voldoende spruiten aan, met daarin een klemmenstrook die dienst doet als centraal aardpunt. Omdat deze doos voor controledoeleinden bereikbaar moet blijven, kan deze bijvoorbeeld worden aangebracht onder de wastafel of achter de spiegel.Het centrale aardpunt heeft een voldoende aantal aansluitklemmen voor het opnemen van draden met een nominale
5.5.2 Aardnet
Voor het vereffenen van de wapening in de vloer geldt als hoofdregel dat die wapening zelf moet worden vereffend. Is echter die wapening door de toegepaste vloerconstructie niet of niet zonder meer bereikbaar, dan kan als alternatief worden volstaan met het aanbrengen van een afzonderlijk aardnet bovenop de constructievloer.Een aardnet of aardmat is een deugdelijk gevlochten of gelaste metalen mat,
6 Potentiaalvereffening op overige plaatsen
6.1 CV-leidingen in woningenHoewel ook het metalen leidingstelsel van de centrale verwarming door een beschermende vereffeningsleiding met de hoofdaardrail of -klem behoort te zijn verbonden, is een vereffeningsleiding tussen de hoofdaardrail of -klem en het leidingstelsel in woningen vaak moeilijk aan te brengen.In de Nederlandse installatiepraktijk echter, zijn de metalen cv-leidingen vaak deugdelijk
4.3.2 Uitgangspunten
De tabellen 1 en 2 gelden voor installaties met een nominale spanning van 230 V ten opzichte van aarde, met:a) DII-patronen met gG-karakteristiek volgens NEN-HD-IEC 60269-3-1;b) installatieautomaten met B- en C-karakteristiek volgens de NEN-EN-IEC 60898:reeks.De verdere uitgangspunten zijn:1) aansluitingen in bebouwd gebied (niet meer dan ca. 300 m vanaf de distributietransformator);2) de weerstand
4.4.1 Algemeen
Voor het bepalen van de waarde van Zs (en naar behoefte Rv) moet onderscheid worden gemaakt tussen:— schakel- en verdeelinrichtingen met een metalen omhulsel (klasse I), en— schakel- en verdeelinrichtingen met een isolerend omhulsel of van een vergelijkbare constructie (klasse II).OPMERKINGEen voorbeeld van een schakel- en verdeelinrichting van een vergelijkbare constructie is een schakel- en verdeelinrichting
4 Aardlekschakelaars
4.1 InleidingIn NEN 1010 zijn op diverse plaatsen bepalingen opgenomen over aardlekschakelaars.Aardlekschakelaars worden in installaties toegepast in de functie van:a) Foutbescherming, als onderdeel van automatische uitschakeling van de voeding;b) Aanvullende bescherming, bij een verhoogde kans op een elektrische schok;c) Foutbescherming en aanvullende bescherming, als combinatiefunctie;d)
4.2.4 Bescherming tegen het ontstaan van brand
In installaties met een verhoogd risico op brand, moet bescherming tegen het ontstaan van brand worden uitgevoerd door middel van een aardlekschakelaar met een IΔn-waarde van ten hoogste 300 mA, soms zelfs ten hoogste 30 mA. Deze bescherming is van toepassing in bijvoorbeeld timmerwerkplaatsen, ruimten waar hooi of stro is opgeslagen en andere ruimten met de classificatie BE2 (ruimten met brandgevaar
4.3.4 Aantal groepen achter een aardlekschakelaar van meer dan 30 mA
Het maximale aantal groepen achter een aardlekschakelaar met een IΔn-waarde van meer dan 30 mA is in NEN 1010 niet vastgelegd. Wel behoort rekening te worden gehouden met de volgende aandachtspunten:— de optredende lekstroom (om onnodig aanspreken te voorkomen);— de waarborging van de verlichting;— de bedrijfsvoering van de installatie;— de comfort- en doelmatigheidseisen gesteld aan de installatie
4.3.5 Minimumaantal aardlekschakelaars
Indien in een installatie aardlekschakelaars worden toegepast met een IΔn-waarde van ten hoogste 30 mA, moet, indien die installatie bestaat uit twee of meer eindgroepen, ten minste worden beveiligd door twee of meer aardlekschakelaars. Soms moet in een installatie zelfs elke eindgroep ten behoeve van de algemene verlichting worden aangesloten op een afzonderlijke aardlekschakelaar.
4.5.2 Toelichting op een aantal gebruikte begrippen
4.5.2.1 Contactdozen voor algemeen gebruik door lekenEen contactdoos voor algemeen gebruik is een contactdoos die niet voor specifiek gebruik is bestemd.Het betreft hier vrijwel steeds contactdozen voor de aansluiting van verplaatsbare toestellen. Dit zijn toestellen die kunnen worden verplaatst terwijl ze in bedrijf zijn of gemakkelijk kunnen worden verplaatst terwijl ze met de voeding zijn verbonden
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande