Resultaat verfijnen

Normen
Status
Filters wissen
Zoeken in normenFilter resultaten
6951 resultaten
NPR 9090:2018 nl Norm
5.6.4   Systeemaarding
Bij AC-systemen wordt veelal gebruikgemaakt van een centrale aarding op basis van een TN-S-stelsel. Voor DC heeft een TN-S-stelsel ook de voorkeur. Echter, indien er meerdere, decentrale bronnen in het systeem zijn, volstaat een enkel aardpunt niet.Waar het bij AC-systemen mogelijk is om op meerdere locaties hulpaardeverbindingen te maken, is dit bij DC-systemen niet zonder meer toegelaten. Indien
NPR 9090:2018 nl Norm
6.2.2   Aanduiding van aders, kabels en draden
Aanbevolen wordt om in een DC-installatie een vastgelegde kleurcodering toe te passen. Een goede markering van de polen (+ en −) is hierbij van essentieel belang, en zorgt ook voor een duidelijk onderscheid tussen AC- en DC-installaties. De gebruikte kleurcodering behoort te worden vastgelegd in de documentatie van de installatie. Voor de aanbevolen kleurcodes, zie tabel 8.Tabel 8 — Aanbevolen kleurcodes
NPR 9090:2018 nl Norm
6.4   Aardingsvoorzieningen, EMC
6.4.1   Aardingsvoorzieningen Voor aardingsvoorzieningen in DC-installaties gelden dezelfde eisen als voor aardingsvoorzieningen in AC-installaties. Vanwege mogelijke elektrochemische reacties vragen de aardingsvoorzieningen in DC-installaties echter extra aandacht.Aanbevolen wordt om bij DC-installaties met twee stroomvoerende geleiders de L- of PEL-leiding met aarde te verbinden. Bij DC-installaties
NPR 9090:2018 nl Norm
A.3   Gedeelde installatie
Een gedeelde installatie bevat meerdere energieverbruikende en/of -producerende elektrische installaties, vergelijkbaar met individuele, slimme elektrische installaties, die zijn verbonden met hetzelfde openbare laagspanningsdistributienet en die hun individuele voedingsbronnen en opslagsystemen onderling delen. Zie figuur A.3.Figuur A.3 — Voorbeeld van een gedeelde installatie
NPR 9090:2018 nl Norm
B
Bijlage BBeperken van spanningsverlies in installaties van eindgebruikersIn bijlage 52.G van NEN 1010:2015 staan aanbevelingen voor het beperken van het spanningsverlies in elektrische installaties. In tabel 52.G.1 van die bijlage staan de aanbevolen maximale waarden van dat spanningsverlies.Tabel B.1 — SpanningsverliesType installatieVerlichting %Overig gebruik % a Het wordt aanbevolen dat (zover
NEN 8012:2015 Norm
1   Toepassingsgebied
NEN 8012 is bedoeld te worden toegepast op elektrische leidingen met inbegrip van glasvezelleidingen, die gebruikt worden voor het transport van energie, signalen en data in elektrische installaties volgens NEN 1010 in bouwwerken, met als doel het ontstaan en de ontwikkeling van brand en rook te beperken.Deze norm is van toepassing op—   sterkstroomleidingen voor het transport van energie;—   communicatiekabels
NEN 8012:2015 Norm
6.2.3   Risicoanalyse
6.2.3.1   InleidingDe risicoanalyse is bedoeld voor de gebruiksfuncties zoals vermeld in tabel 1.Voor woonfuncties, niet in een woongebouw met een g.o. > 500 m2 en niet voor zorg met een g.o. > 500 m2, en voor logiesfunctie met een g.o. ≤ 500 m wordt echter aanbevolen het stroomdiagram toe te passen. Hoewel bij deze functies slapende mensen aanwezig zijn, waardoor de mensen langer kunnen zijn blootgesteld
NEN 8012:2015 Norm
A.1   Keuze van het stroomdiagram
De keuze van het stroomdiagram is afhankelijk van de gebruiksfunctie en van het belang van gevolgschade en/of afbreukrisico. Gebruik tabel A.1 voor de keuze van het stroomdiagram.Tabel A.1 — Keuze van het stroomdiagramGebruiksfunctieBelang van gevolgschade en/of afbreukrisicoGeen belangWel van belang—   Woonfunctiea)   In een woongebouw met een g.o. > 500 m2b)   Voor zorg met een g.o. > 500 m2—   Bijeenkomstfunctie
NEN 8012:2015 Norm
C
Bijlage C(informatief)Betekenis van de brandklassen en de klassen voor de additionele classificatiecriteriaTabel C.1 — Betekenis van Europese brandklassen voor elektrische leidingenBrandklasseBrandbijdrageAcaGeenB1caNauwelijksB2caHeel beperktCcaBeperktDcaGemiddeldEcaHoogFcaNiet bepaaldTabel C.2 — Betekenis van Europese rookklassen voor elektrische leidingenRookklasseRookontwikkelings1Gerings2Gemiddelds3Sterk
NEN 4010:2020+C1:2022 nl Norm
3.1   Inleiding
De termen en definities die in 3.2 zijn opgenomen, komen uit NEN 1010:2020. Een aantal definities is voor de leesbaarheid aangepast. Ook is een aantal termen en definities toegevoegd.In 3.3 komen de kenmerken van stroomstelsels aan de orde die het meest worden toegepast in de algemene Nederlandse installatiepraktijk.In 3.4 staan de kenmerken van zones in natte ruimten. De eisen die aan deze bijzondere
Zoeken in de websiteFilter resultaten
135 resultaten
Pagina
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist. 514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten. De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Pagina
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout? NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Pagina
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
Pagina
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010 De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Pagina
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
Pagina
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen. Normvragen Algemeen 1. Waar is de norm te bestellen? De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Pagina
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in. De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Pagina
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.  Auteur: Rob Kaspers Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Pagina
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke. Tekst: Rob Kaspers Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen? Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Pagina
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen. Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS) Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande