Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
551.5.1
Wanneer beveiliging tegen overstroom van de opwekeenheid is vereist moet deze zo dicht
mogelijk bij de aansluitklemmen van de opwekeenheid zijn geplaatst.OPMERKINGDe bijdrage van een opwekeenheid aan de te verwachten kortsluitstroom kan
tijdsafhankelijk en veel kleiner zijn dan de bijdrage van het openbare of een daarmee
vergelijkbaar verdeelnet.
551.7.2
nlb[niet overgenomen]nlb
551.7.5
Wanneer een opwekeenheid is bedoeld om parallel in bedrijf te zijn met het openbare of een
daarmee vergelijkbaar verdeelnet, moeten middelen worden voorzien om te voorkomen dat
verbinding ontstaat tussen een opwekeenheid en het openbare of een daarmee vergelijkbaar
verdeelnet zodra de netvoeding wegvalt of de spanning of de frequentie aan de
voedingsklemmen afwijkt van de voor normale voeding overeengekomen
551.7.7
Wanneer de opwekeenheid tevens als schakelbare reservevoeding ter vervanging van het
openbare of een daarmee vergelijkbaar verdeelnet moet kunnen dienen, moet de installatie ook
voldoen aan het bepaalde in 551.6.
551.8.1
Vast opgestelde batterijen moeten op zodanige wijze worden geïnstalleerd dat zij alleen
voor vakbekwame of voldoende onderrichte personen toegankelijk zijn.OPMERKINGDit vereist in het algemeen dat de batterijen in een ruimte met beperkte toegang worden
geplaatst, of, voor kleinere batterijen, in een afgesloten omhulling.De ruimte of de omhulling moet voorzien zijn van voldoende ventilatie.
557.3.2 Voeding voor stuurstroomketens die afhankelijk zijn van de hoofdstroomketen
557.3.2.1 AlgemeenStuurstroomketens met een voeding die afhankelijk is van de AC-hoofdstroomketen moeten
als volgt worden aangesloten op de hoofdstroomketen:— direct (zie figuur 557.1),— via een gelijkrichter (zie figuur 557.2) of— via een transformator (zie figuur 557.3).Het wordt aanbevolen dat stuurstroomketens die hoofdzakelijk elektronisch materieel of
elektronische systemen voeden niet
557.3.4.3 Ongeaarde stuurstroomketen
Indien een stuurstroomketen ongeaard wordt gevoed door een transformator, dan moet aan de
secundaire zijde een toestel voor isolatiebewaking volgens
NEN-EN-IEC 61557-8 zijn geïnstalleerd.OPMERKINGAfhankelijk van een risicobeoordeling zou moeten worden besloten of het signaal van het
toestel voor isolatiebewaking een akoestisch alarm en/of flitslicht in werking moet zetten
of dat het signaal moet
557.3.5.4 DC-voeding
557.3.5.4.1 Voeding door een voedingssysteemDe nominale spanning van stuurstroomketens zou bij voorkeur niet hoger moeten zijn dan
220 V.557.3.5.4.2 Voeding door accu’sWanneer accu’s worden gebruikt als voeding van stuurstroomketens mag de
spanningsfluctuatie ten gevolge van het laden of ontladen niet meer zijn dan de
spanningstoleranties volgens NEN-EN-IEC 60038, tenzij de
stuurstroomketen
557.3.5.4.1 Voeding door een voedingssysteem
De nominale spanning van stuurstroomketens zou bij voorkeur niet hoger moeten zijn dan
220 V.
557.3.6.2 Bescherming tegen kortsluiting
Schakelcontacten van elektrisch schakelmaterieel van de stuurstroomketen moeten worden
beschermd tegen schade die wordt veroorzaakt door kortsluitstromen, volgens de instructies
van de fabrikant.
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande