Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
543.2.3
De volgende metalen delen mogen niet worden gebruikt als beschermingsleidingen of als
beschermende vereffeningsleidingen:— metalen waterleidingbuizen;— metalen buizen die mogelijk brandbare materialen zoals gassen, vloeistoffen of poeder
bevatten;OPMERKING 1nlb[niet
overgenomen]nlb— constructieve delen die, bij normaal gebruik, onderhevig zijn aan mechanische
belasting;— buigzame of buigbare
543.3.5
Metalen gestellen van elektrisch materieel mogen geen deel uitmaken van de
beschermingsleiding van ander elektrisch materieel. Dit geldt niet voor het in 543.2.2 genoemde materieel.
543.4.4
Vreemde geleidende delen mogen niet als PEN-, PEL- of PEM-leiding worden gebruikt.
543.7 Versterkte beschermingsleidingen voor stromen van meer dan 10 mA
Voor elektrische toestellen voor vaste aansluiting met een stroom in de beschermingsleiding
van meer dan 10 mA is het volgende van toepassing:— wanneer het elektrische toestel slechts één aansluiting heeft voor de
beschermingsleiding, moet de beschermingsleiding over de gehele lengte een kerndoorsnede
hebben van ten minste 10 mm2 bij koper of 16 mm2 bij aluminium;OPMERKING 1Een PEN-, PEL- of PEM-leiding
544.1 Beschermende vereffeningsleidingen die zijn verbonden met de hoofdaardrail of
-klem
Beschermende vereffeningsleidingen die zijn verbonden met de hoofdaardrail of -klem moeten
een kerndoorsnede hebben die niet kleiner is dan de helft van de kerndoorsnede van de
grootste beschermingsleiding in de installatie en die niet kleiner is dan:— 6 mm2 bij koper,— 16 mm2 bij aluminium of— 50 mm2 bij staal.De kerndoorsnede van beschermende vereffeningsleidingen die zijn verbonden met de
550.1 Onderwerp en toepassingsgebied
Dit hoofdstuk behandelt de eisen voor de keuze en installatie van
laagspanningsopwekeenheden en voor de keuze en installatie van verlichtingsarmaturen en
verlichtingsinstallaties die deel uitmaken van de vast aangelegde installatie.
551.2 Algemene eisen
551.2.1 De hulpmiddelen voor bekrachtiging en commutatie moeten geschikt zijn voor de beoogde
toepassing van de opwekeenheid. Deze opwekeenheid mag de veiligheid en goede werking van
andere voedingsbronnen niet nadelig beïnvloeden.OPMERKINGZie 551.7 voor bijzondere bepalingen voor
opwekeenheden die parallel werken aan het openbare of een daarmee vergelijkbaar
verdeelnet.551.2.2 Voor elke opwekeenheid
551.4.1
Er moet worden voorzien in foutbescherming in de installatie ten aanzien van elke
voedingsbron of combinatie van voedingsbronnen, die onafhankelijk van andere bronnen of
combinaties van bronnen kan werken.De voorzieningen voor foutbescherming moeten zo zijn gekozen of maatregelen moeten zijn
getroffen, dat wordt gewaarborgd dat, wanneer voorzieningen voor foutbescherming binnen
dezelfde installatie
551.4.3.3.2
Er moeten voorzorgsmaatregelen zijn getroffen of materieel moet zo zijn gekozen dat de
goede werking van beveiligingstoestellen niet nadelig wordt beïnvloed door DC-stromen die
afkomstig zijn van statische omvormers of worden opgewekt door de aanwezigheid van
filters.
551.5 Beveiliging tegen overstroom
551.5.1 Wanneer beveiliging tegen overstroom van de opwekeenheid is vereist moet deze zo dicht
mogelijk bij de aansluitklemmen van de opwekeenheid zijn geplaatst.OPMERKINGDe bijdrage van een opwekeenheid aan de te verwachten kortsluitstroom kan
tijdsafhankelijk en veel kleiner zijn dan de bijdrage van het openbare of een daarmee
vergelijkbaar verdeelnet.551.5.2 Wanneer een opwekeenheid bedoeld
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande