Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
444.4.6 Voeding vanuit meer dan één bron
444.4.6.1 Algemene eisenZoals weergegeven in figuur 44.10 mag er slechts één verbinding worden gemaakt tussen PEN en PE.OPMERKINGDit wijkt af van de eisen uit deel 1, omdat bij
meervoudige aarding van de sterpunten van voedingsbronnen de stromen van de nulleiding
naar het desbetreffende sterpunt niet alleen door de nulleiding stromen maar ook door de
beschermingsleiding, zoals weergegeven in figuur
444.4.9 Afzonderlijke gebouwen
Bij afzonderlijke gebouwen die een separaat potentiaalvereffeningssysteem hebben, kunnen
metaalvrije optische glasvezelkabels of andere niet-geleidende systemen worden gebruikt voor
signaal- en dataoverdracht, bijvoorbeeld hoogfrequente isolerende signaalomvormers in
overeenstemming met NEN-EN-IEC 61558-2-1,
NEN-EN-IEC 61558-2-4,
NEN-EN-IEC 61558-2-6,
NEN-EN-IEC 61558-2-15 en
IEC 60950-1.OPMERKING
444.5 Aarding en potentiaalvereffening
444.5.1 Onderlinge verbinding van aardelektrodenBij verschillende gebouwen is het mogelijk dat het concept van afzonderlijke en
onafhankelijke aardelektroden die zijn aangesloten op een netwerk van leidingen voor
potentiaalvereffening, niet volstaat in het geval dat elektronisch materieel wordt gebruikt
voor communicatie en gegevensuitwisseling tussen de verschillende gebouwen, om de volgende
444.5.3.2 Beschermingsleidingen in een stervormig netwerk
Deze configuratie is van toepassing bij kleine installaties in woningen, kleine zakelijke
gebouwen enz., en in het algemeen bij materieel dat niet onderling is verbonden door
signaalkabels (zie figuur 44.19).Figuur 44.19
—
Voorbeelden van beschermingsleidingen in een stervormig netwerk
444.5.6.1 Dimensionering en installatie van leidingen voor een ringvormig
vereffeningsnetwerk
Potentiaalvereffening die is ontworpen als een ringvormig vereffeningsnetwerk, moet de
volgende minimale afmetingen hebben:— ofwel een platte, rechthoekige koperen doorsnede van 30 mm × 2 mm, of— rond koper met een diameter van 8 mm.Ongeïsoleerde leidingen moeten worden beschermd tegen corrosie bij de
bevestigingsmiddelen en bij de doorgangen door muren.
444.6.2 Ontwerpeisen
Waar zowel de specificatie van de kabels voor informatietechnologie als de bedoelde
toepassing hiervan bekend is, gelden de eisen en aanbevelingen van
NEN-EN 50174-2:2009, 6.2 en
NEN-EN 50174-3:2003.OPMERKING 1De NEN-EN 50174-reeks voorziet in eisen en aanbevelingen
voor de installatie van bekabeling voor informatietechnologie bestemd voor een
toepassingsgebied met de volgende dienstverlening:
444.7 Kabeldraagsystemen
444.7.1 AlgemeenKabeldraagsystemen zijn beschikbaar in metalen en niet-metalen uitvoeringen. Metalen
systemen bieden een variërende mate van extra bescherming tegen elektromagnetische
interferentie, mits zij zijn geïnstalleerd volgens de eisen uit 444.6.444.7.2 KeuzecriteriaBij de keuze van kabeldraagsystemen (type, materiaal, vorm enz.) moet rekening worden
gehouden met:a) de sterkte van
445.1.4
De karakteristieken van het beveiligingstoestel tegen onderspanning moeten in
overeenstemming zijn met de normen voor het inschakelen en gebruik van materieel.
462.2
Elke stroomketen moet kunnen worden gescheiden van elke actieve geleider van de voeding,
met uitzondering van het bepaalde in 461.2.Mits de bedrijfsomstandigheden dit toelaten, mag een gemeenschappelijke voorziening voor
het scheiden van een groep stroomketens zijn toegepast.462.3 Passende voorzieningen moeten aanwezig zijn om te verhinderen dat materieel onopzettelijk
wordt ingeschakeld.462.4
463.2 Stuurstroomketens (hulpstroomketens)
Stuurstroomketens moeten zo zijn ontworpen, geïnstalleerd en beveiligd dat gevaar,
veroorzaakt door een fout tussen deze keten en andere geleidende delen, wordt beperkt. Een
dergelijk fout kan een storing veroorzaken (bijvoorbeeld onbedoeld functioneren) in het te
besturen toestel (zie 557).
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande