Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
412.2 Eisen voor basisbescherming en foutbescherming
412.2.1 Elektrisch materieelIndien voor de installatie als geheel of voor een deel van de installatie dubbele of
versterkte isolatie als beschermingsmaatregel is toegepast, moet het elektrisch materieel
voldoen aan een van de volgende bepalingen:— 412.2.1.1,— 412.2.1.2 en 412.2.2 of— 412.2.1.3 en 412.2.2.412.2.1.1 Het toegepaste elektrisch materieel moet van een van de volgende uitvoeringen
412.2.2.2
De volgende eisen zijn van toepassing:— geleidende delen waarvan het aannemelijk is dat ze potentiaalversleping kunnen
veroorzaken, mogen niet door het isolerende omhulsel heen steken en— het isolerende omhulsel mag geen schroeven of andere bevestigingsmiddelen van
isolatiemateriaal bevatten die tijdens de aanleg en het onderhoud mogelijk of
waarschijnlijk moeten worden verwijderd, waarbij de
413.1.2
Deze beschermingsmaatregel moet worden beperkt tot de voeding van één elektrisch toestel
dat wordt gevoed vanuit één ongeaarde bron met enkelvoudige scheiding. Dit geldt niet indien
413.1.3 van toepassing is.OPMERKINGWanneer deze beschermingsmaatregel wordt toegepast, is het bijzonder belangrijk dat wordt
gewaarborgd dat de fundamentele isolatie voldoet aan de eisen van de productnorm.
413.3.3
Actieve delen in de elektrisch gescheiden stroomketen mogen op geen enkel punt zijn
verbonden met andere stroomketens, met aarde of met een beschermingsleiding.Om elektrische scheiding te waarborgen moet de wijze van opstelling zo zijn dat tussen
stroomketens fundamentele isolatie tot stand is gebracht.
413.3.4
Op plaatsen waar buigzame leidingen en snoeren mechanisch beschadigd kunnen raken, moeten
deze over de gehele desbetreffende lengte in het zicht liggen.
414.1 Algemeen
414.1.1 Bescherming door extra lage spanning is een beschermingsmaatregel waarbij wordt gevoed
door een stelsel met extra lage spanning:— SELV of— PELV.Deze beschermingsmaatregel vereist:— beperking van de spanning in de SELV- of PELV-keten tot de bovengrenswaarde van
spanningsband I, 50 V AC of 120 V DC (zie NEN 10449),— beschermende scheiding van de SELV- of PELV-keten van alle stroomketens
414.2 Eisen voor basisbescherming en foutbescherming
Basisbescherming en foutbescherming worden geacht te zijn geboden wanneer:— de nominale spanning de bovengrenswaarde van spanningsband I niet kan overschrijden,— de voeding uit een van de bronnen komt zoals genoemd in 414.3 en— aan de voorwaarden van 414.4 is voldaan.OPMERKING 1Voor stroomstelsels die uit stelsels met hogere spanning worden gevoed door materieel dat
ten minste een enkelvoudige
414.3.3
Elektrochemische bron (bijvoorbeeld batterijen) of een andere bron die onafhankelijk is
van een stroomketen met een hogere spanning (bijvoorbeeld een generator die wordt
aangedreven door een dieselmotor).
414.3.5
Verplaatsbare bronnen die met laagspanning worden gevoed, bijvoorbeeld
veiligheidstransformatoren of generatoren die worden aangedreven door een motor, moeten zijn
gekozen of geïnstalleerd in overeenstemming met de eisen voor bescherming door dubbele of
versterkte isolatie (zie rubriek 412).
414.4.2
Een beschermende scheiding van leidingsystemen van SELV- en PELV-ketens van de actieve
delen van andere stroomketens, die ten minste zijn voorzien van fundamentele isolatie, mag
tot stand zijn gebracht door een van de volgende wijzen van opstelling:— de geleiders van SELV- en PELV-ketens moeten zijn aangebracht in een niet-metalen mantel
of een omhulsel van isolatiemateriaal, in aanvulling op
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande