Resultaat verfijnen

Normen
Status
Filters wissen
Zoeken in normenFilter resultaten
6951 resultaten
NEN 1010:2020 Norm
522.11   Zonnestraling (AN) en ultraviolette straling
Wanneer de omstandigheden zo zijn dat matige zonnestraling (AN2) of ultraviolette straling voorkomt of kan voorkomen, moet een leidingsysteem zijn gekozen en geïnstalleerd dat geschikt is voor die omstandigheden of moet een deugdelijke afscherming zijn aangebracht. Bijzondere maatregelen kunnen nodig zijn voor materieel dat wordt blootgesteld aan ioniserende straling.OPMERKINGVoor temperatuurverhoging
NEN 1010:2020 Norm
522.12.1
Het leidingsysteem moet zo zijn gekozen en geïnstalleerd dat voldoende rekening wordt gehouden met seismische risico's ter plaatse van de installatie.
NEN 1010:2020 Norm
522.12.2
Wanneer gevaar kan ontstaan door seismische invloeden volgens code AP2 of hoger, moet bijzondere aandacht worden besteed aan:—   de bevestiging van leidingsystemen aan het gebouw en—   de mate van flexibiliteit van verbindingen tussen de vaste bedrading en alle belangrijke toestellen (bijvoorbeeld toestellen voor veiligheidsdoeleinden).
NEN 1010:2020 Norm
522.15.2
Voor beweeglijke constructies of constructies die bedoeld zijn om te bewegen (CB4), moeten buigzame leidingsystemen worden toegepast.
NEN 1010:2020 Norm
523.6.2
Wanneer de nulleiding in een meeraderige kabel een stroom voert die het gevolg is van asymmetrische fasestromen, wordt de temperatuurverhoging die wordt veroorzaakt door de nulstroom geneutraliseerd door de verlaging van de warmte die wordt opgewekt in een of meer van de faseleidingen. In dit geval moet de kerndoorsnede van de nulleiding worden gekozen op basis van de grootste fasestroom.In alle
NEN 1010:2020 Norm
523.6.4
Met geleiders die uitsluitend zijn bedoeld als beschermingsleiding (PE-leidingen) hoeft geen rekening te worden gehouden. PEN-leidingen moeten op dezelfde wijze worden behandeld als de nulleiding.
NEN 1010:2020 Norm
523.9   Eenaderige kabels met een metalen omhulling
De metalen afschermingen en/of niet-magnetische armering van eenaderige kabels behorend tot dezelfde stroomketen moeten aan beide uiteinden met elkaar worden verbonden. Als alternatief mogen, ter verbetering van de hoogste toelaatbare stroom, de metalen afscherming of armering van dergelijke kabels die zijn voorzien van geleiders met een kerndoorsnede van meer dan 50 mm2 en van een niet-geleidende
NEN 1010:2020 Norm
526.2
Bij de keuze van de wijze van verbinding moet, voor zover van toepassing, rekening worden gehouden met:—   het geleidermateriaal en de isolatie van de geleider;—   het aantal draden en de vorm van de geleider;—   de kerndoorsnede van de geleider;—   het aantal te verbinden geleiders.OPMERKING 1Het gebruik van gesoldeerde verbindingen behoort zo veel mogelijk te worden vermeden, met uitzondering van
NEN 1010:2020 Norm
526.4
Waar nodig moeten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat bij normaal bedrijf de temperatuur van elektrische verbindingen de doelmatigheid van de isolatie van de erop aangesloten geleiders en de ondersteuningen van de verbindingsklemmen nadelig beïnvloedt.
NEN 1010:2020 Norm
526.8.3
Gesoldeerde (vertinde) geleideruiteinden van soepele en zeer soepele geleiders zijn niet toegelaten bij verbindingen en aansluitpunten waar tijdens bedrijf beweging mogelijk is tussen het gesoldeerde en het niet-gesoldeerde deel van de geleider.OPMERKINGVoor soepele en zeer soepele geleiders, zie NEN-EN-IEC 60228, klasse 5 en 6.
Zoeken in de websiteFilter resultaten
135 resultaten
Vraag & antwoord
Mag de nieuwe NEN 1010 na uitkomen al toegepast worden ondanks dat deze nog niet is aangewezen?
Zeker, de norm kan worden toegepast. De wet gaat uit van de stand der techniek: het is verstandig om de laatste stand van de techniek te volgen door de laatste norm toe te passen. Een nieuwere versie van een aangewezen norm mag worden toegepast, de wetgever gaat ervan uit dat de veiligheid altijd toeneemt.
Pagina
Nieuwe onderwerpen in NEN 4010
Eerste inspectie Auteur: Foka Kempenaar Datum: november 2019 Elke installateur krijgt te maken met een eerste, of nulinspectie van een elektrische laagspanningsinstallatie. Als iemand een eerste installatie aanlegt, moet deze persoon zelf, of een derde, deze installatie inspecteren. NEN 1010 vereist dat er grondig wordt bekeken of alles naar wens functioneert en veilig is voor gebruik. “Officieel
Pagina
Nieuwe onderwerpen in NEN 4010: Kleine medisch gebruikte ruimten
Auteur: Foka Kempenaar Datum: december 2019 “We nemen de aanleg van elektrische installaties voor kleine medisch gebruikte ruimten mee in de komende editie van NEN 4010”, vertelt Ben Aartman, voorzitter van NEC 64 IC, de implementatiecommissie die verantwoordelijk is voor de herziening van NEN 4010. Elke installateur heeft immers wel eens een dokterspraktijk of een tandartspraktijk in zijn klantenkring
Pagina
Technieksector in 2040 belangrijker dan ooit
Er is een tijd voor en een tijd na het coronavirus. Door het virus is onze maatschappij abrupt tot stilstand gekomen. Hoe lang het gaat duren kan niemand zeggen, maar één ding is zeker: we gaan de draad weer oppakken en de rol die de technieksector daarbij gaat spelen wordt steeds belangrijker. Vlak voor de uitbraak van het virus presenteerde Techniek Nederland de scenariostudie SCENARIO2040. En hoe
Pagina
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur - selectiviteit
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op een aantal wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke. Tekst: Rob Kaspers Selectiviteit tussen beveiligingstoestellen tegen overstroom In NEN 1010:2015 werd in rubriek 535 de selectiviteit tussen toestellen voor aardlekbeveiligingen besproken
Pagina
EV-rijder geïnteresseerd in slim laden
Tekst: Gerrit Tenkink De meeste EV-rijders zijn thuisladers en willen in toenemende mate gebruik maken van slim laden. Verhoudingsgewijs hebben veel van de aan het onderzoek deelnemende EV-rijders (75 procent) zonnepanelen die ze graag willen inzetten voor hun elektrische auto. De kennis hoe dat te realiseren is echter nog onvoldoende aanwezig bij deze respondenten. Dat zijn de belangrijkste