Resultaat verfijnen

Normen
Status
Filters wissen
Zoeken in normenFilter resultaten
6951 resultaten
NPR 5310:2017 Norm
4.3   Buigzame leidingen
4.3.1   InleidingDeze paragraaf beschrijft de toepassing van buigzame leidingen voor vaste aanleg in overeenstemming met NEN 1010.4.3.2   AchtergrondBuigzame leidingen worden in NEN 1010 beschouwd als uitvoeringsvorm van een kabel (2.15.13 van NEN 1010:2015).De installatiemethode van een leidingsysteem moet, met betrekking tot de soort geleider of kabel, worden gekozen in overeenstemming met tabel 
NPR 5310:2017 Norm
4.4.3.2   Contactdoos en contactstop
Contactdozen en contactstoppen moeten voldoen aan NEN 1020. In NEN 1020 is onder andere het volgende vastgelegd:—   de lengte en de doorsnede van de pennen;—   de hart-op-hartafstand van de pennen;—   de contactdruk.Voldoen contactdoos en contactstop beide aan NEN 1020, dan is een blijvend betrouwbaar contact gewaarborgd.
NPR 5310:2017 Norm
4.4.2   Buizen
Onder deugdelijke ondersteuning van buizen wordt veelal het volgende verstaan:—   De afstand tussen twee opeenvolgende bevestigingsmiddelen bedraagt maximaal:Soort buisAanleg verticaalmAanleg niet-verticaalmPVC-buis volgens NEN 3174 Halogeenvrije buis volgens NEN-EN-IEC 61386:reeks0,50,4Flexibele buis volgens NEN 35300,40,3—   Voor kunststofbuis met een grotere weerstand tegen doorbuigen dan de buizen
NPR 5310:2017 Norm
4.4.4   Buigzame leidingen
Onder deugdelijke ondersteuning van buigzame leidingen wordt veelal het volgende verstaan:—   De afstand tussen twee opeenvolgende bevestigingsmiddelen mag niet meer bedragen dan:Diameter van de leiding ammMaximale afstand tussen ondersteuningen bmGroter danTot en metVerticaalNiet-verticaal a Voor platte leidingen betreft het de breedte van de leiding. b De afstanden zijn maximale waarden. Kleinere
NPR 5310:2017 Norm
5.4   Uitvoering
Bepaling 522.8.6 van NEN 1010:2015 houdt in dat de binnendiameter van de buizen, de afstand tussen de trekdozen en het aantal bochten zo zijn dat draden gemakkelijk kunnen worden ingetrokken. De straal van bochten in buizen, gemeten aan de binnenkant van de bocht, behoort derhalve niet kleiner te zijn dan 3 D voor vinylbuizen en flexibele vinylbuizen; D is de nominale buitendiameter van de buis.Aan
NPR 5310:2017 Norm
4.1   Inleiding
Voor de bepaling van de hoogste toelaatbare stroom van kabels in de grond (direct in de grond of in koker) is kennis nodig van de warmteweerstandscoëfficiënt van de grond en de installatiemethoden ter plaatse.De warmteweerstandscoëfficiënt is afhankelijk van de grondsamenstelling (zand, veen, klei, enz.) en de dichtheid en het vochtgehalte van de grond.
NPR 5310:2017 Norm
4.3.2   Grondsoorten in Nederland
In Nederland worden de volgende grondsoorten onderscheiden:—   zand;—   klei;—   veen;—   löss (leem).In figuur 6 is op een kaart een eerste indicatie gegeven van de natuurlijke grondsoorten in Nederland. Voor het bepalen van de toe te passen warmteweerstandscoëfficiënt van de grond moet worden vastgesteld wat de grondsoort van het kabeltracé is. In gebieden met veen wordt bouwgrond bouwrijp gemaakt
NPR 5310:2017 Norm
4.3.4   Warmteweerstandscoëfficiënt van zand bij diverse vochtgehalten
Zand is een in Nederland veelvoorkomende grondsoort en wordt ook veel toegepast als backfill voor kabelsleuven. Veel zand bestaat voor het grootste deel uit korreltjes kwarts. Een zand dat vrijwel geheel uit kwarts bestaat wordt kwartszand of zilverzand genoemd.De warmteweerstandscoëfficiënt van zand is afhankelijk van de korrelgrootte, de dichtheid en het vochtgehalte, en is gegeven in tabel 2. In
NPR 5310:2017 Norm
4.3.5   Vochtgehalte van de grond
4.3.5.1   GrondwaterpeilIndien het grondwater altijd boven de kabels staat, is er geen gevaar voor gronduitdroging. Indien het grondwaterpeil lager is dan de ligging van de kabels, kan de capillaire werking onvoldoende zijn om vocht aan te zuigen. Het vochtgehalte wordt in deze situatie geheel bepaald door de mate van indringen van vocht in de bodem vanaf het oppervlak en deels vanaf de zijkanten.
NPR 5310:2017 Norm
4.3.7   Effectieve warmteweerstandscoëfficiënt in de situatie met backfill
Bij toepassing van backfill kan voor de bepaling van de correctiefactor voor grond deze backfill met de omringende oorspronkelijke grondsoort worden vervangen door een grondsoort met een zogenoemde ‘effectieve’ warmteweerstandscoëfficiënt. Deze ‘effectieve’ warmteweerstandscoëfficiënt is afhankelijk van de warmteweerstandscoëfficiënt van de backfill en van de oorspronkelijke omringende grond, de afmetingen
Zoeken in de websiteFilter resultaten
135 resultaten
Vraag & antwoord
Hoe leg ik vast dat ik volgens NEN 4010 werk?
U kunt in de afspraken die u met uw opdrachtgever maakt, vastleggen dat u volgens NEN 4010 werkt.
Vraag & antwoord
Welke stroomstelsels behandelt NEN 4010?
NEN 4010 behandelt de volgende stroomstelsels en wijzen van aarding: — TN-stelsels met één voedingsbron; — TN-stelsels met meerdere voedingsbronnen; — TT-stelsel.
Vraag & antwoord
Welke elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van NEN 4010?
De volgende elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van deze norm: Gelijkstroominstallaties (DC); IT-, IU- en IM-stroomstelsels; TN-C-stroomstelsels; Beveiliging tegen overspanning veroorzaakt door aardfouten; Laagspanningsopwekeenheden. Daarnaast is NEN 4010 niet van toepassing op elektrische installaties van: Jachthavens en vergelijkbare terreinen
Vraag & antwoord
Voldoe ik aan NEN 1010 en/of het Bouwbesluit als ik NEN 4010 volg?
NEN 4010 is niet aangewezen in het Bouwbesluit. NEN 4010 is gebaseerd op NEN 1010:2015 en NEN 1010:2015/C2:2016. Als u voldoet aan NEN 4010, voldoet u ook aan deze editie van NEN 1010 en het Bouwbesluit. Uiteraard wel voor wat betreft het toepassingsgebied van NEN 4010.
Vraag & antwoord
Is het mogelijk om met NEN 4010 een inspectierapport op te stellen?
Het gaat dan om een inspectierapport om aan te geven dat een installatie voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit. In NEN 1010: 2020 is het onderwerp Inspectie ook opgenomen.
Vraag & antwoord
Gaan opdrachtgevers vragen om installaties conform NEN 4010?
Dat is zeker de verwachting. En dat is niet in conflict met het Bouwbesluit, dus dat is geen probleem. Houd wel rekening met het toepassingsgebied van NEN 4010.
Vraag & antwoord
Kan ik in NEN 4010 aanvullende eisen bij bijzondere ruimten (NEN 1010 deel 7) vinden?
Ja. In NEN 4010 zijn de bijzondere ruimten - de aanvullende eisen uit deel 7 NEN 1010 -in de hoofdstukken 4 (Beschermingsmaatregelen) en 5 (Keuze en installatie van elektrisch materieel) verwerkt. Ook de bijlagen van NEN 1010 zijn, waar van toepassing, in de hoofdstukken 4 en 5 verwerkt.
Vraag & antwoord
Heb ik een NEN 1010-certificaat nodig om elektrische laagspanningsinstallaties te mogen aanleggen?
Er is geen wettelijke verplichting die zegt dat je een certificaat moet hebben om te mogen installeren of inspecteren. Certificaten zijn niet verplicht: niet voor personen en niet voor bedrijven. Het kunnen tonen van een certificaat kan echter wel helpen om klanten te overtuigen van de deskundigheid van betreffende bedrijf/persoon.
Vraag & antwoord
Welke versie van NEN 1010 is aangewezen in het Bouwbesluit?
Op dit moment is de 2015-versie van NEN 1010 aangewezen in het Bouwbesluit. Dat betekent dat bouwvergunningen worden verstrekt op basis van NEN 1010:2015 en dat het toepassen van deze editie van de norm een voldoende veilige elektrische installatie oplevert.
Vraag & antwoord
Is NEN 1010:2020 (automatisch) ook van toepassing in het Bouwbesluit na uitkomen?
Nee, deze dient eerst door de wetgever aangewezen te worden.