Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
516.2 Signaleringssystemen
Het gebruik van enige actieve geleider samen met de beschermingsleiding als retourgeleider
voor signaaloverdracht is niet toegelaten.OPMERKINGVoor het gebruik van retourgeleiders bij DC-toepassingen, zie 543.5.
520.1 Onderwerp en toepassingsgebied
Dit hoofdstuk behandelt de keuze en installatie van leidingsystemen.OPMERKING 1Dit hoofdstuk heeft in het algemeen ook betrekking op beschermingsleidingen. Voor nadere
bepalingen inzake deze geleiders, zie hoofdstuk 54.OPMERKING 2Uitleg over hoofdstuk 52 wordt gegeven in
IEC/TR 61200-52.
521.8 Indeling van stroomketens
521.8.1 Leidingen van een stroomketen mogen niet worden verdeeld over verschillende meeraderige
kabels, buisleidingen, kabelkokersystemen of kabelgootsystemen. Deze eis geldt niet wanneer
een aantal meeraderige kabels die een stroomketen vormen, parallel aan elkaar worden
geïnstalleerd. Wanneer meeraderige kabels parallel aan elkaar worden geïnstalleerd, moet
elke kabel één geleider bevatten
521.8.3
Wanneer verschillende stroomketens eindigen in een enkele lasdoos moeten de aansluitingen
van elke stroomketen zijn gescheiden door isolerende schotten, behalve bij
verbindingstoestellen volgens de NEN-EN-IEC 60998-reeks en bij
aansluitklemmen volgens NEN-EN-IEC 60947-7.
522 Keuze en installatie van leidingsystemen afhankelijk van uitwendige invloeden
De installatiemethode moet zo zijn gekozen dat bescherming tegen te verwachten uitwendige
invloeden is gewaarborgd in alle van toepassing zijnde delen van het leidingsysteem.
Bijzondere aandacht moet worden geschonken bij veranderingen van richting en aan plaatsen waar
leidingen materieel binnengaan.OPMERKINGAlleen de in tabel 51.B.1 (zie
bijlage 51.B) gecategoriseerde uitwendige
invloeden die
522.5.2
Contact tussen ongelijksoortige metalen moet worden vermeden indien dit kan leiden tot
galvanische corrosie. Het bepaalde is niet van toepassing indien speciale maatregelen zijn
getroffen om galvanische corrosie te voorkomen.
522.6.1
Leidingsystemen moeten zo worden gekozen en geïnstalleerd dat de schade als gevolg van
mechanische belasting tot een minimum wordt beperkt. Deze mechanische belasting kan
bijvoorbeeld worden veroorzaakt door stoten, puntbelasting of samendrukking tijdens
installatie, gebruik en onderhoud.
522.6.3
Een kabel die is geïnstalleerd onder een vloer of boven een plafond, moet op een zodanige
plaats zijn aangebracht dat het niet waarschijnlijk is dat hij schade oploopt door contact
met de vloer of het plafond of met de bevestigingsmiddelen daarvan.
522.8.10
In de grond gelegde kabels, buizen of kokers moeten ofwel zijn beschermd tegen mechanische
beschadiging, ofwel op zodanige diepte ingegraven liggen dat het risico op dergelijke
beschadiging minimaal is. Ingegraven kabels moeten worden gemarkeerd door een kabelafdekking
of een daarvoor geschikt markeringslint. Ingegraven buizen en kokers moeten op een daarvoor
geschikte wijze zijn gemarkeerd.OPMERKING
522.8.12
Kabels en geleiders mogen niet worden beschadigd door bevestigingsmiddelen.
Zoeken in de website
135 resultaten
Hoe leg ik vast dat ik volgens NEN 4010 werk?
U kunt in de afspraken die u met uw opdrachtgever maakt, vastleggen dat u volgens NEN 4010 werkt.
Welke stroomstelsels behandelt NEN 4010?
NEN 4010 behandelt de volgende stroomstelsels en wijzen van aarding:
— TN-stelsels met één voedingsbron;
— TN-stelsels met meerdere voedingsbronnen;
— TT-stelsel.
Welke elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van NEN 4010?
De volgende elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van deze norm:
Gelijkstroominstallaties (DC);
IT-, IU- en IM-stroomstelsels;
TN-C-stroomstelsels;
Beveiliging tegen overspanning veroorzaakt door aardfouten;
Laagspanningsopwekeenheden.
Daarnaast is NEN 4010 niet van toepassing op elektrische installaties van:
Jachthavens en vergelijkbare terreinen
Voldoe ik aan NEN 1010 en/of het Bouwbesluit als ik NEN 4010 volg?
NEN 4010 is niet aangewezen in het Bouwbesluit. NEN 4010 is gebaseerd op NEN 1010:2015 en NEN 1010:2015/C2:2016. Als u voldoet aan NEN 4010, voldoet u ook aan deze editie van NEN 1010 en het Bouwbesluit. Uiteraard wel voor wat betreft het toepassingsgebied van NEN 4010.
Is het mogelijk om met NEN 4010 een inspectierapport op te stellen?
Het gaat dan om een inspectierapport om aan te geven dat een installatie voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit. In NEN 1010: 2020 is het onderwerp Inspectie ook opgenomen.
Gaan opdrachtgevers vragen om installaties conform NEN 4010?
Dat is zeker de verwachting. En dat is niet in conflict met het Bouwbesluit, dus dat is geen probleem. Houd wel rekening met het toepassingsgebied van NEN 4010.
Kan ik in NEN 4010 aanvullende eisen bij bijzondere ruimten (NEN 1010 deel 7) vinden?
Ja. In NEN 4010 zijn de bijzondere ruimten - de aanvullende eisen uit deel 7 NEN 1010 -in de hoofdstukken 4 (Beschermingsmaatregelen) en 5 (Keuze en installatie van elektrisch materieel) verwerkt. Ook de bijlagen van NEN 1010 zijn, waar van toepassing, in de hoofdstukken 4 en 5 verwerkt.
Heb ik een NEN 1010-certificaat nodig om elektrische laagspanningsinstallaties te mogen aanleggen?
Er is geen wettelijke verplichting die zegt dat je een certificaat moet hebben om te mogen installeren of inspecteren. Certificaten zijn niet verplicht: niet voor personen en niet voor bedrijven. Het kunnen tonen van een certificaat kan echter wel helpen om klanten te overtuigen van de deskundigheid van betreffende bedrijf/persoon.
Welke versie van NEN 1010 is aangewezen in het Bouwbesluit?
Op dit moment is de 2015-versie van NEN 1010 aangewezen in het Bouwbesluit. Dat betekent dat bouwvergunningen worden verstrekt op basis van NEN 1010:2015 en dat het toepassen van deze editie van de norm een voldoende veilige elektrische installatie oplevert.
Is NEN 1010:2020 (automatisch) ook van toepassing in het Bouwbesluit na uitkomen?
Nee, deze dient eerst door de wetgever aangewezen te worden.