Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
557.5.2 Stuurstroomketens voor directe meting van elektrische grootheden
Wanneer er een direct contact is tussen een meetinstrument en de hoofdstroomketen moeten
de volgende maatregelen worden toegepast voor bescherming van de kabels tegen
oververhitting:— de eisen volgens 8.6.2 en 8.6.4 van
NEN-EN-IEC 61439-1:2011 en/of— het gebruik van beveiligingstoestellen tegen kortsluiting.Indien een onderbreking in de stroomketen voor meetdoeleinden door het afschakelen van
557.5.3 Stuurstroomketens voor meting van elektrische grootheden via een transformator
557.5.3.1 StroomtransformatorWanneer een meettoestel is aangesloten op de hoofdstroomketen via een stroomtransformator
moet rekening worden gehouden met de volgende eisen:— in een laagspanningsinstallatie mag de secundaire zijde van de transformator niet
worden geaard, tenzij de meting alleen kan worden uitgevoerd met een verbinding naar
aarde;— beveiligingstoestellen die de stroomketen onderbreken
557.5.3.2 Spanningstransformator
De secundaire zijde van een spanningstransformator moet worden beveiligd door een
beveiligingstoestel tegen kortsluiting.
557.6.1 Voedingsspanning
Wanneer spanningsafwijking, te weten spanningsfluctuatie, overspanning of onderspanning,
kan veroorzaken dat de stuurstroomketen zijn beoogde functie niet kan uitvoeren, moeten
middelen zijn voorzien om de continue werking van de stuurstroomketen te waarborgen.
559 Verlichtingsarmaturen en verlichtingsinstallaties
559.1 Onderwerp en toepassingsgebiedDe specifieke eisen uit deze rubriek zijn van toepassing op de keuze en installatie van
verlichtingsarmaturen en verlichtingsinstallaties die deel uitmaken van de vast aangelegde
installatie.Aanvullende eisen voor specifieke soorten verlichtingsinstallaties worden behandeld in
onder meer:— hoofdstuk 702 voor installaties in zwembaden en
fonteinen;— hoofdstuk
559.1 Onderwerp en toepassingsgebied
De specifieke eisen uit deze rubriek zijn van toepassing op de keuze en installatie van
verlichtingsarmaturen en verlichtingsinstallaties die deel uitmaken van de vast aangelegde
installatie.Aanvullende eisen voor specifieke soorten verlichtingsinstallaties worden behandeld in
onder meer:— hoofdstuk 702 voor installaties in zwembaden en
fonteinen;— hoofdstuk 711 voor installaties op
tentoonstellingen
559.5.4 Verbindingsmaterieel voor aansluiting op de voeding
Indien de verlichtingsarmatuur niet is voorzien van verbindingsmaterieel voor de
aansluiting op de voeding, dan moet dit verbindingsmaterieel bestaan uit:— klemmen voor de aansluiting op de voeding volgens
NEN-EN-IEC 60998,— connectoren voor het aansluiten van een verlichtingsarmatuur (DCL) volgens
NEN-EN-IEC 61995,— installatieconnectoren voor het aansluiten van de voeding volgens
NEN-EN-IEC
56 Keuze en installatie van elektrisch materieel - Veiligheidsvoorzieningen
560.1 Onderwerp en toepassingsgebiedDeze rubriek betreft de algemene eisen voor veiligheidsvoorzieningen, keuze en installatie
van elektrische voedingssystemen voor veiligheidsvoorzieningen en elektrische bronnen voor
veiligheidsvoorzieningen.Stand-by elektrische voedingssystemen behoren niet tot het onderwerp van deze rubriek. Deze
rubriek is niet van toepassing op installaties in gebieden met
560.4 Classificatie
560.4.1 Een elektrische voedingsbron voor veiligheidsvoorzieningen is:— een niet-automatische voedingsbron, die door menselijke tussenkomst in bedrijf komt,
of— een automatische voedingsbron, die zonder menselijke tussenkomst in bedrijf komt.Een automatische voedingsbron wordt afhankelijk van de maximale overnametijd als volgt
ingedeeld:— klasse A: zonder onderbreking: een automatische voedingsbron
560.5.2
Voor veiligheidsvoorzieningen die onder brandomstandigheden moeten blijven functioneren,
moet aan de volgende aanvullende eisen worden voldaan:— er moet worden voorzien in een of meer voedingsbronnen voor veiligheidsvoorzieningen om
voeding van voldoende duur in stand te houden, behalve voor preferente stroomketens; en— alle materieel voor veiligheidsvoorzieningen moet door een passende bouw
Zoeken in de website
135 resultaten
Welke versie van NEN 1010 zit in ‘Werken met NEN 1010’?
Versie NEN 1010:2020 en versie NEN 1010:2015 staat allebei in ‘Werken met NEN 1010’.
Waar gaat NEN 4010 over?
De norm NEN 4010 gaat over elektrische installaties voor laagspanning en geeft eisen die gericht zijn op de algemene Nederlandse installatiepraktijk.
Voor wie is NEN 4010 bedoeld?
NEN 4010 is bedoeld voor ontwerpers en installateurs die de meest voorkomende werkzaamheden aan elektrische installaties voor laagspanning verrichten en inspecteurs.
Wat is het doel van NEN 4010?
Het doel van deze norm is:
— een elektrische installatie goed en veilig te laten werken tijdens normaal gebruik en normaal bedrijf;
— mensen en vee te beschermen tegen gevaren die kunnen optreden in of nabij een elektrische installatie;
— materiële zaken te beschermen tegen schade die kan ontstaan in of nabij een elektrische installatie.
Ter bescherming van mensen, vee en materiële zaken
Waarom is NEN 4010 opgesteld?
De norm NEN 4010 is opgesteld om de vele eisen voor elektrische installaties voor laagspanning voor een brede doelgroep toegankelijk te maken. Niet iedere installateur krijgt in zijn werk te maken met alle eisen die in NEN 1010 staan. Met een norm voor de algemene installatiepraktijk is NEN 4010 voor veel installateurs voldoende om hun veelvoorkomende werkzaamheden uit te voeren.
Wie heeft de norm NEN 4010 geschreven?
De normcommissie NEN 64, Installatievoorschriften, lage spanning, die verantwoordelijk is voor NEN 1010, heeft een implementatiecommissie ingesteld: NEC 64-IC. Deze implementatiecommissie heeft de opdracht gekregen een ´leesbare NEN 1010´ te schrijven.
Hoort NPR 5310 ook bij NEN 4010?
Nee, NPR 5310 is een praktijkrichtlijn bij NEN 1010.
Kan ik ook inspecteren met NEN 4010?
Ja, deel 6 Inspectie van NEN 1010 is versie NEN 4010:2020 opgenomen. Een inspecteur kan aan de hand van NEN 4010 inspecteren of aan de eisen voor aanleg van de elektrische installatie is voldaan.
Behandelt NEN 4010 ook TN-C-stelsels?
Nee, NEN 4010 behandelt geen TN-C-stelsels, want dat is geen algemene installatiepraktijk in Nederland. TN‑C‑stelsels kunnen zwerfstromen veroorzaken, met daardoor een verhoogd risico op brand, corrosie en elektromagnetische interferentie.
TN-C-stelsels zijn niet toelaten in onder andere:
gebouwen met informatietechnologie;
gebouwen met landbouw, tuinbouw of veeteelt.
Welke beschermingsmaatregelen vallen buiten het toepassingsgebied van NEN 4010?
De volgende beschermingsmaatregelen vallen buiten het toepassingsgebied van deze norm:
— bescherming door hindernissen;
— bescherming door plaatsing buiten handbereik;
— bescherming door plaatselijke vereffening die niet met aarde is verbonden;
— bescherming door niet-geleidende ruimten;
— galvanische scheiding van de voeding voor meer dan één elektrisch toestel.