Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
5.1.4 Uitwendige invloeden
Vereiste materieeleigenschappenBij de keuze en installatie van elektrisch materieel moet rekening worden
gehouden met uitwendige invloeden. De tabellen 13 tot en met 22 geven aan welke
eigenschappen voor het elektrisch materieel vereist zijn.Als het elektrisch materieel niet geschikt is voor de uitwendige invloeden,
dan moeten tijdens het installeren aanvullende maatregelen zijn genomen.
Deze maatregelen
5.3.1 Algemene eisen
Een toestel dat alleen is bedoeld voor beveiliging, mag niet worden gebruikt
als bedieningsschakelaar.OPMERKINGVoor werkzaamheden mag een dergelijk toestel wel worden gebruikt om te
schakelen en te scheiden.Een waarschuwingsbord moet worden geplaatst bij elektrisch materieel dat
wordt gevoed door twee of meer voedingsbronnen.Beveiligingstoestellen, schakelaars en scheiders moeten voldoen aan de
5.3.2.2 Aardlekschakelaars
Aardlekschakelaars zorgen ervoor dat de voeding automatisch wordt
uitgeschakeld bij een te grote foutstroom of lekstroom.Algemene eisenAardlekschakelaars moeten geschikt zijn voor hun toepassing, zie tabel 55.Aardlekschakelaars moeten geschikt zijn voor de te verwachten
belastingsstroom.Tabel 55
—
Typen aardlekschakelaarsType aardlekschakelaarEigenschappenToepassingsgebieda Als toestellen (bijvoorbeeld
5.3.5 Afstemming van elektrisch materieel
Deze paragraaf behandelt de volgende onderwerpen:OnderwerpZieAlgemeen5.3.5.1Elektrisch materieel en
zijn functies5.3.5.2Uitgangspunten voor het
ontwerp5.3.5.3Eisen voor
afstemming5.3.5.4Documentatie5.3.5.55.3.5.1 AlgemeenAfstemming van elektrisch materieel zorgt ervoor dat de veiligheid van de
elektrische installatie en de continuïteit van de bedrijfsvoering worden
gewaarborgd.Continuïteit van
5.3.5.1 Algemeen
Afstemming van elektrisch materieel zorgt ervoor dat de veiligheid van de
elektrische installatie en de continuïteit van de bedrijfsvoering worden
gewaarborgd.Continuïteit van de bedrijfsvoering gaat over zo min mogelijk verstoring
van de elektrische installatie bij het optreden van een fout.Afstemming van elektrisch materieel houdt het volgende in:— de onderlinge afstemming van elektrisch materieel
5.3.6 Bijzondere ruimten
Deze paragraaf behandelt de aanvullende eisen voor beveiligingstoestellen,
schakelaars en scheiders in bijzondere ruimten.Zwembaden en waterbekkensIn zone 0 mogen geen beveiligingstoestellen, schakelaars en scheiders zijn
geïnstalleerd.In zone 1 mogen beveiligingstoestellen, schakelaars en scheiders alleen zijn
geïnstalleerd als deze worden gevoed door een SELV-keten. De voedingsbron
van de SELV-keten
5.4 Aarding en vereffening
Deze paragraaf behandelt de volgende onderwerpen:OnderwerpZieAarding en vereffening
algemeen5.4.1Aardelektroden5.4.2Hoofdaardrail5.4.3Aardleidingen5.4.4Leiding die de HAR verbindt
met de hoofdschakel- en verdeelinrichting5.4.5Beschermingsleidingen5.4.6PEN-leidingen5.4.7Vereffeningsleidingen5.4.8Aanvullende
vereffeningsleidingen5.4.9Bijzondere ruimten5.4.105.4.1 Aarding en vereffening algemeenAarding
5.4.6 Beschermingsleidingen
Beschermingsleidingen zorgen ervoor dat foutstromen niet leiden tot
gevaarlijke spanningen op metalen gestellen in de elektrische
installatie.KerndoorsnedeDe kerndoorsnede van beschermingsleidingen moet geschikt zijn voor:— de te verwachten foutstromen;— bij foutbescherming door automatische uitschakeling van de voeding:
de eisen voor automatische uitschakeling van de voeding.De minimale kerndoorsnede
5.4.9 Aanvullende vereffeningsleidingen
Een aanvullende vereffeningsleiding kan zijn geïnstalleerd tussen twee
metalen gestellen of tussen een metalen gestel en een vreemd geleidend deel.
De aanvullende vereffeningsleiding moet ervoor zorgen dat er geen gevaarlijk
potentiaalverschil kan ontstaan tussen de twee gelijktijdig aanraakbare
metalen gestellen of tussen het metalen gestel en het gelijktijdig
aanraakbare vreemd geleidend deel.KerndoorsnedeDe
5.5.1 Inleiding
Tot overig elektrisch materieel behoren onder andere contactdozen,
verlichtingsarmaturen en elektrische verwarmingstoestellen.Voor overig elektrisch materieel zijn er aanvullende installatie-eisen die
gelden voor bijzondere ruimten. Deze eisen komen in de volgende paragraaf
aan de orde.
Zoeken in de website
135 resultaten
Back-upbeveiliging, ook wel bekend als escortebeveiliging
In Rubriek 536 van NEN 1010:2020 wordt het onderwerp ’Coördinatie van elektrisch materieel voor beveiligen, scheiden, schakelen, besturen en bedienen‘ uitgebreid uitgewerkt.
Onderstaand artikel over selectiviteit had ik al eerder geschreven.
Selectiviteit is een onderdeel van ’Coördinatie‘. Ook ’Back-upbeveiliging‘ valt onder de verzamelnaam: ’Coördinatie’.
Coördinatie uit rubriek 536 gaat
Is toepassing van NEN 1010 verplicht?
In Nederland moeten elektrische installaties in gebouwen voldoen aan het Bouwbesluit. Dit verwijst voor laagspanningsinstallaties (tot 1000 V wisselspanning) naar NEN 1010. Wanneer een elektrische installatie voldoet aan NEN 1010, bestaat ‘het vermoeden van overeenstemming’ met deze wettelijke eisen.
Gelden er voor een elektrische installatie in een besloten ruimte andere eisen?
Nee, NEN 1010 maakt geen onderscheid tussen besloten en niet-besloten ruimten.
Kan ik de norm ook als pdf downloaden?
Dit is mogelijk, alleen is dit wel voor eigen gebruik.
Wat is Werken met NEN 1010?
'Werken met NEN 1010' is een online platform voor de professionele e-installateur. Zo is hier altijd de laatste NEN 1010 en NPR 5310 digitaal te vinden. Verder is er een overzicht van wet- en regelgeving. Daarnaast biedt Werken met NEN 1010 allerlei handige functionaliteiten. Dit allemaal voor slechts € 378,- per jaar.
Hoe is de indeling van NEN 4010?
Anders dan NEN 1010 kent NEN 4010 geen delen en rubrieken. De norm is, zoals de meeste normen, ingedeeld in hoofdstukken en paragrafen.
De hoofdstukken 4 en 5 zijn gebaseerd op achtereenvolgens deel 4 en 5 van NEN 1010.
De eisen voor bijzondere ruimten (deel 7 van NEN 1010) zijn niet als een apart hoofdstuk opgenomen. Het zijn aanvullende eisen, die in de desbetreffende paragrafen van de hoofdstukken
Wanneer gebruik ik NEN 4010 en wanneer gebruik ik NEN 1010?
NEN 4010 is bedoeld voor veelvoorkomende werkzaamheden aan elektrische installaties voor laagspanning in de Nederlandse installatiepraktijk.
NEN 4010 is van toepassing op elektrische installaties die worden aangebracht in ruimten, in gebouwen of op terreinen die bestemd zijn voor:
bewoning;
zakelijke doeleinden;
publieke functies;
industriële doeleinden;
landbouw, tuinbouw
Welke elektrische installaties vallen binnen het toepassingsgebied van NEN 4010?
NEN 4010 is van toepassing op elektrische installaties voor laagspanning die worden aangebracht in ruimten, in gebouwen of op terreinen die bestemd zijn voor:
— bewoning;
— zakelijke doeleinden;
— publieke functies;
— industriële doeleinden;
— landbouw, tuinbouw of veeteelt.
Deze norm is ook van toepassing op buitenverlichting die is aangesloten op de hiervoor genoemde elektrische
Wanneer kun je NEN 4010 niet gebruiken?
NEN 4010 is niet te gebruiken voor de volgende elektrische installaties en onderwerpen:
Gelijkstroominstallaties (DC);
IT-, IU- en IM-stroomstelsels;
TN-C-stroomstelsels;
Beveiliging tegen overspanning veroorzaakt door aardfouten;
Laagspanningsopwekeenheden.
Daarnaast is NEN 4010 niet van toepassing op elektrische installaties van:
Jachthavens en vergelijkbare terreinen;
Heb ik een NEN 1010-certificaat nodig om elektrische laagspanningsinstallaties te mogen aanleggen?
Er is geen wettelijke verplichting die zegt dat je een certificaat moet hebben om te mogen installeren of inspecteren. Certificaten zijn niet verplicht: niet voor personen en niet voor bedrijven. Het kunnen tonen van een certificaat kan echter wel helpen om klanten te overtuigen van de deskundigheid van betreffende bedrijf/persoon.