Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
8-1:B.3.2.3.9 Parameter EM09: verlichtingsregeling
De beoordeling heeft betrekking op de toepassing van een automatische verlichtingsregeling.Het aantal aan parameter EM09 toe te kennen punten wordt bepaald door berekening van het percentage van het jaarlijkse energieverbruik van verlichting die automatisch wordt geregeld en het jaarlijkse energiegebruik van alle verlichting, en de puntentoekenning volgens tabel 8-1:B.19.Tabel 8-1:B.19
—
Verlichtingsregeling
8-1:B.3.3.3.4 Parameter EM08: HVAC-regeling
De beoordeling heeft betrekking op de aanwezigheid van een HVAC-regeling.Het aantal aan parameter EM08 toe te kennen punten wordt bepaald door het type HVAC-regeling dat is toegepast en de puntentoekenning volgens tabel 8-1:B.35.De volgende typen HVAC-regeling worden onderkend:— temperatuurregeling: een HVAC-regelsysteem met een temperatuurregeling is ten minste in één deel van de installatie toegepast
8-1:B.3.3.4 Bonus (BS)
8-1:B.3.3.4.1 AlgemeenDe bonusparameters hieronder maken het mogelijk om extra punten te vergaren als aansporing voor het verbeteren van het algehele energierendement.8-1:B.3.3.4.2 Parameter BS01: hernieuwbare energieDe score vertegenwoordigt de verhouding tussen de lokale productie van hernieuwbare energie en het totale energieverbruik van de installatie.Hernieuwbare energie is de productie van
8-1:B.3.3.4.1 Algemeen
De bonusparameters hieronder maken het mogelijk om extra punten te vergaren als aansporing voor het verbeteren van het algehele energierendement.
8-1:B.3.3.4.2 Parameter BS01: hernieuwbare energie
De score vertegenwoordigt de verhouding tussen de lokale productie van hernieuwbare energie en het totale energieverbruik van de installatie.Hernieuwbare energie is de productie van elektrische energie uit zonnepanelen, windturbines, waterkracht, geothermie, biomassa.Het aantal aan parameter BS01 toe te kennen punten wordt bepaald door de berekening van RPRE en de puntentoekenning volgens tabel 8-1
8-1:B.3.3.4.3 Parameter BS02: elektrische-energieopslag
Het aantal aan parameter BS02 toe te kennen punten wordt bepaald door de berekening van RPES en de puntentoekenning volgens tabel 8-1:B.39, maar alleen indien het opslag van hernieuwbare energie betreft.RPES is de verhouding tussen:— het maximum van de geïnstalleerde opslagcapaciteit;— het totale jaarlijkse elektrische-energieverbruik van de installatie gedeeld door 365 dagen.Tabel 8-1:B.39
—
Opslag
8-2:3 Termen en definities
Voor de toepassing van dit document gelden de volgende termen en definities.8-2:3.1slim net‘smart grid’elektrische-energiesysteem dat gebruikmaakt van informatie-uitwisselings- en beheerstechnieken, ‘distributed computing’ en bijbehorende sensoren en bedieningselementen, voor doeleinden zoals:
— het integreren van het gedrag en handelen van de netgebruikers en andere belanghebbenden;— het efficiënt
8-2:8.1 Veiligheidsaspecten
8-2:8.1.1 Bescherming tegen elektrische schok8-2:8.1.1.1 AlgemeenDe elektrische installatie van de prosument moet in elke beoogde bedrijfsmodus zoals gedefinieerd in 8-2:8-2:6.2 kunnen werken. Afhankelijk van de behoeften kan een PEI de bedrijfsmodus op elk moment wijzigen en ook op elk moment terugkeren naar de initiële bedrijfsmodus (bijvoorbeeld vanuit direct voedingsbedrijf naar eilandbedrijf
8-2:8.1.1.3 Keuze van het beveiligingstoestel
De werking van het beveiligingstoestel moet in overeenstemming zijn met de maximale uitschakeltijden volgens de eisen van rubrieken 411.3.2 en 551.2.Bij het kiezen van beveiligingstoestellen voor bescherming tegen elektrische schok moet rekening worden gehouden met de minimale aardfoutstroom (tussen een van de faseleidingen en de PE- leiding). De minimale aardfoutstroom kan afhangen van de bedrijfsmodus
8-2:8.2 Interactie met het openbare net
De PEI moet voldoen aan alle voedingseisen (bijv. spanning, frequentie). Zie 0.
Zoeken in de website
135 resultaten
De eerste stap van een leidingberekening met behulp van NEN 4010:2020+C1:2022
Auteur: Rob Kaspers
Dit artikel is de eerste in een serie over het berekenen van een leiding aan de hand van NEN 4010+C1. In dit eerste artikel ga ik in op het bepalen van de hoogste toelaatbare stroom IZ. Dit is nodig om de leiding op de juiste manier te beveiligen tegen overbelastingsstromen.
HKL
LK1
Figuur 1: LK1 wordt gevoed vanuit HKL.
Voor een utiliteitsgebouw
Datakabel biedt mogelijkheden
Het gebruik van draadloze toepassingen is de laatste jaren flink toegenomen. Toch is wireless nog altijd minder betrouwbaar en stabiel dan bedrading. Databekabeling wint daarnaast terrein als voedingskabel. De juiste berekening van de bedradingsinstallatie is essentieel. Veel installateurs hebben nog te weinig kennis van zaken.
Jan Zeeman is werkzaam bij telematicadistributeur Rexcom en
‘We willen risico’s beheersbaar maken’
Nieuwe norm voor bliksembeveiliging in de maak
Bliksembeveiliging van installaties is een belangrijk onderwerp. Momenteel wordt er gewerkt aan een vernieuwde versie van de norm op dit gebied, NEN-EN-IEC 62305. Volgens Michiel Hartmann, voorzitter van NEN-normcommissie NEC 81 – waaronder de genoemde norm valt – is deze update hoognodig, onder meer vanwege de opkomst van PV-installaties. “Ik pleit
Hele keten aanspreken voor verstoring C2000
In delen van het land zijn er problemen met het C2000-netwerk. Storingen bemoeilijken de communicatie van de hulpdiensten, politie, brandweer en ambulance, die gebruik maken van het systeem. Onderzoek heeft uitgewezen dat PV-installaties de oorzaak zijn.
Eddie Hut, inspecteur Markttoezicht Agentschap Telecom: ”De hele keten is verantwoordelijk.”
“De eerste signalen over de problemen kwamen
Leidingberekening met NEN 4010 deel 2
In het artikel: “Zo maak je een eerste stap van een leidingberekening met NEN 4010”, heb ik stap 1 behandeld uit het onderstaande stappenplan (Figuur 1). Dit artikel vindt u hier: Zo maak je een eerste stap van een leidingberekening met NEN 4010. In dit nieuwe artikel komen de volgende stappen van leidingberekening aan de orde.
Auteur: Rob Kaspers
Figuur 1: Stappenplan uit 5.2.2 van NEN