Zoeken in
Zoeken in normen
9494 resultaten
4.2.2 Meer dan één installatie aangesloten op één aardelektrode
Indien meer dan één installatie is aangesloten op één aardelektrode is niet alleen 411.5.3 van NEN 1010:2015 van belang, maar ook 411.5.2. Hierin staat dat nog steeds aan 411.5.3 of 411.5.4 moet worden voldaan bij een enkele breuk in de aardingsvoorziening of bij een fout in een toestel voor aardlekbeveiliging (aardlekschakelaar).In de praktijk gaat men daarbij als volgt te werk.a) Er moet eerst
4.3 Toepassing van smeltpatronen of installatieautomaten
4.3.1 AlgemeenHet is aan te raden om vooraf de haalbaarheid van het toepassen van smeltpatronen of installatieautomaten vast te stellen. Daartoe is het belangrijk te weten wat de vereiste circuitimpedantie Zs hooguit mag bedragen. Een belangrijk onderdeel van de circuitimpedantie Zs is de aardverspreidingsweerstand Rv. Ook van die waarde is het belangrijk te weten wat de maximale waarde mag zijn,
4.3.3 Voorbeelden
4.3.3.1 Voorbeeld 1Een huisaansluiting heeft als grootste eindgroepbeveiliging een installatieautomaat (B-karakteristiek) met een nominale waarde van 16 A. De aansluiting ligt in bebouwd gebied binnen de gestelde grenswaarde voor de afstand tot de transformator.De aardverspreidingsweerstand Rv mag volgens tabel 2 niet groter zijn dan 1,9 Ω.De te meten circuitimpedantie Zs na aanleg van de installatie
4.3.3.1
Voorbeeld 1Een huisaansluiting heeft als grootste eindgroepbeveiliging een installatieautomaat (B-karakteristiek) met een nominale waarde van 16 A. De aansluiting ligt in bebouwd gebied binnen de gestelde grenswaarde voor de afstand tot de transformator.De aardverspreidingsweerstand Rv mag volgens tabel 2 niet groter zijn dan 1,9 Ω.De te meten circuitimpedantie Zs na aanleg van de installatie mag volgens
4.3.3.3
Voorbeeld 3Een boerderij ligt op ca. 500 m van de transformator. Deze afstand valt buiten de grenswaarde. Er moet een specifieke berekening worden gemaakt.
4.4 Schakel- en verdeelinrichtingen in TT-stelsels
4.4.1 AlgemeenVoor het bepalen van de waarde van Zs (en naar behoefte Rv) moet onderscheid worden gemaakt tussen:— schakel- en verdeelinrichtingen met een metalen omhulsel (klasse I), en— schakel- en verdeelinrichtingen met een isolerend omhulsel of van een vergelijkbare constructie (klasse II).OPMERKINGEen voorbeeld van een schakel- en verdeelinrichting van een vergelijkbare constructie is een
4.4.3 Schakel- en verdeelinrichting van klasse II
Schakel- en verdeelinrichtingen van klasse II zijn schakel- en verdeelinrichtingen voorzien van de foutbeschermingsmaatregel ‘dubbele of versterkte isolatie’. Een en ander conform de inhoud van rubriek 412 van NEN 1010:2015.In een schakel- en verdeelinrichting met een omhulsel klasse II of van een vergelijkbare constructie, moet voor elke groep de waarde van Zs (en naar behoefte Rv) worden bepaald.
2 Verwijzingen
De volgende documenten, of delen ervan, waarnaar in dit document wordt verwezen, zijn onmisbaar voor de toepassing ervan. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde uitgave van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste uitgave van het document (met inbegrip van eventuele wijzigingsbladen en correctiebladen) waarnaar is verwezen van toepassing.NEN 1010:2015 Elektrische installaties
4.2 Toepassing van aardlekschakelaars per functie
4.2.1 FoutbeschermingFoutbescherming is noodzakelijk als onderdeel van de bescherming tegen het optreden van een elektrische schok.Een van de vormen van foutbescherming is ‘automatische uitschakeling van de voeding’ bij het optreden van een fout. Als beveiligingstoestel kan dan de keuze vallen op een aardlekschakelaar (in TT-stelsels is dat nagenoeg altijd het geval). Bij toepassing hiervan, moet
4.3.1 Waarborging van de verlichting
Op grond van 314.1 van NEN 1010:2015 moet in elke installatie een vorm van ‘waarborging van verlichting’ worden toegepast bij het optreden van een fout in die installatie. Het mag in de praktijk niet voorkomen dat bij het aanspreken van één aardlekschakelaar de verlichting in een heel gebouw buiten werking raakt. Dit in verband met de veiligheid van de personen die zich daarin bevinden. Daarom moeten
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande