Resultaat verfijnen

Normen
Status
Filters wissen
Zoeken in normenFilter resultaten
9494 resultaten
NPR 5310:2017 Norm
4.2.2   Meer dan één installatie aangesloten op één aardelektrode
Indien meer dan één installatie is aangesloten op één aardelektrode is niet alleen 411.5.3 van NEN 1010:2015 van belang, maar ook 411.5.2. Hierin staat dat nog steeds aan 411.5.3 of 411.5.4 moet worden voldaan bij een enkele breuk in de aardingsvoorziening of bij een fout in een toestel voor aardlekbeveiliging (aardlekschakelaar).In de praktijk gaat men daarbij als volgt te werk.a)   Er moet eerst
NPR 5310:2017 Norm
4.3   Toepassing van smeltpatronen of installatieautomaten
4.3.1   AlgemeenHet is aan te raden om vooraf de haalbaarheid van het toepassen van smeltpatronen of installatieautomaten vast te stellen. Daartoe is het belangrijk te weten wat de vereiste circuitimpedantie Zs hooguit mag bedragen. Een belangrijk onderdeel van de circuitimpedantie Zs is de aardverspreidingsweerstand Rv. Ook van die waarde is het belangrijk te weten wat de maximale waarde mag zijn,
NPR 5310:2017 Norm
4.3.3   Voorbeelden
4.3.3.1   Voorbeeld 1Een huisaansluiting heeft als grootste eindgroepbeveiliging een installatieautomaat (B-karakteristiek) met een nominale waarde van 16 A. De aansluiting ligt in bebouwd gebied binnen de gestelde grenswaarde voor de afstand tot de transformator.De aardverspreidingsweerstand Rv mag volgens tabel 2 niet groter zijn dan 1,9 Ω.De te meten circuitimpedantie Zs na aanleg van de installatie
NPR 5310:2017 Norm
4.3.3.1
Voorbeeld 1Een huisaansluiting heeft als grootste eindgroepbeveiliging een installatieautomaat (B-karakteristiek) met een nominale waarde van 16 A. De aansluiting ligt in bebouwd gebied binnen de gestelde grenswaarde voor de afstand tot de transformator.De aardverspreidingsweerstand Rv mag volgens tabel 2 niet groter zijn dan 1,9 Ω.De te meten circuitimpedantie Zs na aanleg van de installatie mag volgens
NPR 5310:2017 Norm
4.3.3.3
Voorbeeld 3Een boerderij ligt op ca. 500 m van de transformator. Deze afstand valt buiten de grenswaarde. Er moet een specifieke berekening worden gemaakt.
NPR 5310:2017 Norm
4.4   Schakel- en verdeelinrichtingen in TT-stelsels
4.4.1   AlgemeenVoor het bepalen van de waarde van Zs (en naar behoefte Rv) moet onderscheid worden gemaakt tussen:—   schakel- en verdeelinrichtingen met een metalen omhulsel (klasse I), en—   schakel- en verdeelinrichtingen met een isolerend omhulsel of van een vergelijkbare constructie (klasse II).OPMERKINGEen voorbeeld van een schakel- en verdeelinrichting van een vergelijkbare constructie is een
NPR 5310:2017 Norm
4.4.3   Schakel- en verdeelinrichting van klasse II
Schakel- en verdeelinrichtingen van klasse II zijn schakel- en verdeelinrichtingen voorzien van de foutbeschermingsmaatregel ‘dubbele of versterkte isolatie’. Een en ander conform de inhoud van rubriek 412 van NEN 1010:2015.In een schakel- en verdeelinrichting met een omhulsel klasse II of van een vergelijkbare constructie, moet voor elke groep de waarde van Zs (en naar behoefte Rv) worden bepaald.
NPR 5310:2017 Norm
2   Verwijzingen
De volgende documenten, of delen ervan, waarnaar in dit document wordt verwezen, zijn onmisbaar voor de toepassing ervan. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde uitgave van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste uitgave van het document (met inbegrip van eventuele wijzigingsbladen en correctiebladen) waarnaar is verwezen van toepassing.NEN 1010:2015 Elektrische installaties
NPR 5310:2017 Norm
4.2   Toepassing van aardlekschakelaars per functie
4.2.1   FoutbeschermingFoutbescherming is noodzakelijk als onderdeel van de bescherming tegen het optreden van een elektrische schok.Een van de vormen van foutbescherming is ‘automatische uitschakeling van de voeding’ bij het optreden van een fout. Als beveiligingstoestel kan dan de keuze vallen op een aardlekschakelaar (in TT-stelsels is dat nagenoeg altijd het geval). Bij toepassing hiervan, moet
NPR 5310:2017 Norm
4.3.1   Waarborging van de verlichting
Op grond van 314.1 van NEN 1010:2015 moet in elke installatie een vorm van ‘waarborging van verlichting’ worden toegepast bij het optreden van een fout in die installatie. Het mag in de praktijk niet voorkomen dat bij het aanspreken van één aardlekschakelaar de verlichting in een heel gebouw buiten werking raakt. Dit in verband met de veiligheid van de personen die zich daarin bevinden. Daarom moeten
Zoeken in de websiteFilter resultaten
135 resultaten
Pagina
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur
Tekst: Rob KaspersOp 23 april 2021 is NEN 1010:2020 gepubliceerd. In de loop van de tijd zijn er artikelen verschenen over de aard van de veranderingen. In de volgende serie artikelen over NEN 1010:2020 zal ik de aandacht vestigen op een aantal wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur, of installatieverantwoordelijke. NEN 1010:2020 houdt in
Pagina
Beschermende vereffening
Beschermende vereffening werd eerder basispotentiaalvereffening genoemd. Het heet nu beschermende vereffening om aan te duiden dat het om potentiaal vereffening gaat in verband met de veiligheid. Dit artikel gaat in op de werking van beschermende vereffening (niet te verwarren met de aanvullende beschermende potentiaalvereffening, zoals die in een ruimte met een bad of douche moet worden toegepast)
Pagina
Herziening Machinerichtlijn in de maak
Momenteel wordt hard gewerkt aan een herziening van de Machinerichtlijn. Deze richtlijn zal vervangen worden door de nieuwe Machineverordening. Hoewel de Machinerichtlijn voor het grootste deel nog behouden zal blijven, is deze op onderdelen toe aan vernieuwing. De huidige stamt immers uit 2006 en is op bepaalde onderdelen ingehaald door de stand der techniek. Wanneer precies deze Machineverordening
Pagina
Waarom een type B aardlekbeveiliging toepassen?
Auteur: Rob Kaspers In dit artikel gaat Rob Kaspers uit op de verschillende types aardlekschakelaars. En waarom je een type B aardlekbeveiliging moet toepassen. De toepassing van de type B RCD (aardlekbeveiliging), raakt steeds meer ingeburgerd. Toch zijn er genoeg voorbeelden van projecten waar type A RCD’s zijn toegepast, terwijl dit een type B moet zijn. Dat heeft nadelige gevolgen voor de
Vraag & antwoord
Op welke installaties is NEN 1010 van toepassing?
NEN 1010 is van toepassing op vast aangelegde elektrische installaties met lage spanning (tot 1000 V wisselspanning of 1500 V gelijkspanning). Bijvoorbeeld in woonhuizen, winkels, kantoorgebouwen, hotels, scholen, theaters en boerderijen. NEN 1010 is niet van toepassing op bijzondere installaties, zoals de elektrische uitrusting van machines, installaties op schepen en elektrische tractiesystemen
Vraag & antwoord
Bestaat er een NEN 1010-certificaat?
Nee, maar het is vaak wel mogelijk om na oplevering of inspectie van een installatie een verklaring te laten opstellen door een installateur of inspecteur waarin deze bevestigt dat de installatie voldoet aan NEN 1010. Een dergelijke verklaring kan worden beschouwd als ‘NEN 1010-certificaat’.
Vraag & antwoord
Wat is NEN 4010?
NEN 4010 is een norm met eisen voor het ontwerpen en het installeren van elektrische installaties voor laagspanning. Deze norm is gebaseerd op de Nederlandse omstandigheden en de algemene Nederlandse installatiepraktijk.
Vraag & antwoord
Als ik aan NEN 4010 voldoe, voldoe ik dan ook aan NEN 1010?
Met NEN 4010 voldoet u als installateur ook aan de elektrotechnische veiligheidseisen in de bouwwet- en regelgeving. Dat geldt alleen binnen het toepassingsgebied van NEN 4010. Voor onderwerpen die buiten het toepassingsgebied van NEN 4010 vallen, moet NEN 1010 worden gebruikt.