Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
740.521.6 Buizen, kabelkokersystemen, kabelgootsystemen, kabelbaansystemen en
kabelladdersystemen
Voeg toe:
Een buissysteem moet voldoen aan nlbNEN-EN-IEC 61386nlb, een kabelgootsysteem en kabelkokersysteem moeten voldoen aan het
desbetreffende deel 2 van NEN-EN 50085, en een kabelbaan- en
kabelladdersysteem moeten voldoen aan NEN-EN-IEC 61537.Elke kabel moet voldoen aan nlbNEN-EN-IEC 60332-1-2nlb.Elke kabel moet een toegekende spanning hebben van ten minste 450 V/750 V; dit geldt niet
voor
740.537.2.101
Met een scheider moeten alle actieve geleiders worden onderbroken (fase- en
nulleidingen).
740.559.101 Verlichtingsinstallatie
740.559.101.1 ArmaturenAlle armaturen of verlichtingsgarnituren moeten:a) zijn voorzien van een passende IP-aanduiding,b) zo zijn geïnstalleerd dat daardoor niet de bescherming tegen het binnendringen van
voorwerpen, stof en water is aangetast enc) deugdelijk zijn bevestigd aan de constructie of ondersteuning die de armatuur of het
verlichtingsgarnituur moet dragen.Het gewicht van de armatuur
740.559.101.3 Lampen in schiettenten
Elke lamp in een schiettent of andere kraam waar projectielen worden gebruikt, moet
voldoende zijn beschermd tegen toevallig optredende schade.
740.559.102.2 Noodschakelaars
Voor de voeding van neonverlichting moet een afzonderlijke stroomketen worden gebruikt,
die door een brandweerschakelaar wordt geschakeld. Deze schakelaar moet goed zichtbaar en
toegankelijk zijn en zijn gemarkeerd volgens de voorschriften van de plaatselijke
autoriteiten.
740.6.4 Eerste inspectie
740.6.4.1 Algemeen
Voeg toe:
740.6.4.1.101 Na elke montage moet de tijdelijke elektrische installatie tussen het beginpunt ervan (zie
bijlage 740.A) en elektrisch materieel ter
plaatse worden geïnspecteerd en beproefd.OPMERKINGDe interne elektrische bedrading van achtbanen, elektrische botsauto's en vergelijkbaar
materieel wordt niet als onderdeel van de inspectie beschouwd.In bijzondere gevallen
740.6.4.1.101
Na elke montage moet de tijdelijke elektrische installatie tussen het beginpunt ervan (zie
bijlage 740.A) en elektrisch materieel ter
plaatse worden geïnspecteerd en beproefd.OPMERKINGDe interne elektrische bedrading van achtbanen, elektrische botsauto's en vergelijkbaar
materieel wordt niet als onderdeel van de inspectie beschouwd.In bijzondere gevallen mag het aantal beproevingen worden gewijzigd
753 Verwarmingskabels en ingebouwde verwarmingssystemen
753.1 Fundamentele uitgangspunten753.11 Onderwerp en toepassingsgebiedDit hoofdstuk is van toepassing op ingebouwde elektrische verwarmingssystemen voor
oppervlakverwarming. Dit hoofdstuk is ook van toepassing op elektrische verwarmingssystemen
voor het ontdooien of voorkomen van bevriezing, of vergelijkbare toepassingen. Zowel systemen
voor binnen als voor buiten worden hier behandeld.Verwarmingssystemen
753.11 Onderwerp en toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op ingebouwde elektrische verwarmingssystemen voor
oppervlakverwarming. Dit hoofdstuk is ook van toepassing op elektrische verwarmingssystemen
voor het ontdooien of voorkomen van bevriezing, of vergelijkbare toepassingen. Zowel systemen
voor binnen als voor buiten worden hier behandeld.Verwarmingssystemen voor industriële toepassingen en voor handelsdoeleinden die
753.410.3.6
Vervang de bestaande tekst door:
Bescherming door niet-geleidende ruimten, bescherming door plaatselijke vereffening die
niet met aarde is verbonden en bescherming door elektrische scheiding van de voeding voor
meer dan één elektrisch toestel, zoals gespecificeerd in bijlage 41.C, is niet toegelaten.
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande