Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
730.31 Beoogd doel, voedingsbronnen en indelingen
730.312 Leidingloop en wijze van aarding van het stelsel730.312.2 Wijze van aarding van het stelsel
Voeg toe:
OPMERKINGIn overeenstemming met de Europese richtlijn 2006/87/EG
zijn de volgende driefasestelsels toegelaten aan boord van schepen voor de binnenvaart:
TN-S, TT, IT.730.313 Voedingsbronnen
Voeg toe:
730.313.1.101 De nominale voedingsspanning (afkomstig van het transformatorstation
730.313.1.102 Elektrische scheiding
Materieel dat voldoet aan NEN-EN-IEC 61558-2-4, moet worden
toegepast waar een vaste scheidingstransformator op de wal is toegepast om te voorkomen dat
galvanische stromen gaan lopen tussen de huid van het schip en metalen delen aan de
walzijde.De beschermingsleiding (PE) van de voedingsbron naar de scheidingstransformator mag niet
worden verbonden met de aardklem in de contactdoos die het binnenvaartschip
730.410.3.6
Vervang de bestaande tekst door:
De volgende beschermingsmaatregelen gespecificeerd in bijlage 41.C mogen niet worden toegepast:— bescherming door niet-geleidende ruimten;— bescherming door plaatselijke vereffening die niet met aarde is verbonden.
730.512.2.101 Beschermingsgraad
Materieel met een beschermingsgraad van ten minste IP44 moet worden gekozen.nlbOPMERKINGNEN-EN 15869-2 eist voor het hele voedingsstation
IP54.nlb
730.521.101.3.1 Algemeen
Kabels en kabeldraagsystemen moeten zo worden gekozen en geïnstalleerd dat mechanische
schade als gevolg van bewegingen van drijvende constructies door getijden of anderszins
wordt voorkomen.Kabeldraagsystemen moeten zo zijn geïnstalleerd dat water en condens kunnen afvloeien,
bijvoorbeeld door een hellend verloop en/of door uitstroomopeningen.
730.53 Besturings- en beveiligingstoestellen, schakelaars en scheiders
730.531 Toestellen voor foutbescherming door automatische uitschakeling van de voeding730.531.2 Toestellen voor aardlekbeveiliging (RCD’s)
nlb
Voeg toe:
Contactdozen voor walaansluitingen moeten afzonderlijk worden beschermd door een RCD met
een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 300 mA. De gekozen RCD moet alle actieve
leidingen, met inbegrip van de nul, verbreken.OPMERKINGHet doel
730.550.101.2
Elke contactdoos moet zo dicht mogelijk bij de te voeden aanlegplaats zijn
aangebracht.
740 Tijdelijke elektrische installaties voor constructies, toestellen en kramen op kermissen,
in attractieparken en circussen
740.1 Fundamentele uitgangspunten740.11 Onderwerp en toepassingsgebiedIn dit hoofdstuk worden de minimumeisen voor elektrische installaties gespecificeerd voor
een veilig ontwerp en een veilige installatie en werking van tijdelijk geïnstalleerde
verrijdbare of verplaatsbare elektrische machines en constructies die elektrisch materieel
bevatten. De machines en constructies zijn bedoeld om herhaaldelijk
740.313 Voedingsbronnen
740.313.1 Algemeen
Voeg toe:
740.313.1.101 SpanningDe nominale voedingsspanning van tijdelijke elektrische installaties in een kraam, stand
of attractie mag niet meer bedragen dan 230 V/400 V AC of 440 V DC.740.313.102 NetvoedingOnafhankelijk van het aantal voedingsbronnen mogen de fase- en de nulleidingen van
verschillende bronnen na het beginpunt van de tijdelijke elektrische installatie
740.313.1 Algemeen
Voeg toe:
740.313.1.101 SpanningDe nominale voedingsspanning van tijdelijke elektrische installaties in een kraam, stand
of attractie mag niet meer bedragen dan 230 V/400 V AC of 440 V DC.740.313.102 NetvoedingOnafhankelijk van het aantal voedingsbronnen mogen de fase- en de nulleidingen van
verschillende bronnen na het beginpunt van de tijdelijke elektrische installatie niet met
elkaar zijn
Zoeken in de website
135 resultaten
Mag de nieuwe NEN 1010 na uitkomen al toegepast worden ondanks dat deze nog niet is aangewezen?
Zeker, de norm kan worden toegepast. De wet gaat uit van de stand der techniek: het is verstandig om de laatste stand van de techniek te volgen door de laatste norm toe te passen. Een nieuwere versie van een aangewezen norm mag worden toegepast, de wetgever gaat ervan uit dat de veiligheid altijd toeneemt.
Nieuwe onderwerpen in NEN 4010
Eerste inspectie
Auteur: Foka Kempenaar
Datum: november 2019
Elke installateur krijgt te maken met een eerste, of nulinspectie van een elektrische laagspanningsinstallatie. Als iemand een eerste installatie aanlegt, moet deze persoon zelf, of een derde, deze installatie inspecteren. NEN 1010 vereist dat er grondig wordt bekeken of alles naar wens functioneert en veilig is voor gebruik.
“Officieel
Nieuwe onderwerpen in NEN 4010: Kleine medisch gebruikte ruimten
Auteur: Foka Kempenaar
Datum: december 2019
“We nemen de aanleg van elektrische installaties voor kleine medisch gebruikte ruimten mee in de komende editie van NEN 4010”, vertelt Ben Aartman, voorzitter van NEC 64 IC, de implementatiecommissie die verantwoordelijk is voor de herziening van NEN 4010. Elke installateur heeft immers wel eens een dokterspraktijk of een tandartspraktijk in zijn klantenkring
Technieksector in 2040 belangrijker dan ooit
Er is een tijd voor en een tijd na het coronavirus. Door het virus is onze maatschappij abrupt tot stilstand gekomen. Hoe lang het gaat duren kan niemand zeggen, maar één ding is zeker: we gaan de draad weer oppakken en de rol die de technieksector daarbij gaat spelen wordt steeds belangrijker. Vlak voor de uitbraak van het virus presenteerde Techniek Nederland de scenariostudie SCENARIO2040. En hoe
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur - selectiviteit
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op een aantal wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Selectiviteit tussen beveiligingstoestellen tegen overstroom
In NEN 1010:2015 werd in rubriek 535 de selectiviteit tussen toestellen voor aardlekbeveiligingen besproken
EV-rijder geïnteresseerd in slim laden
Tekst: Gerrit Tenkink
De meeste EV-rijders zijn thuisladers en willen in toenemende mate gebruik maken van slim laden. Verhoudingsgewijs hebben veel van de aan het onderzoek deelnemende EV-rijders (75 procent) zonnepanelen die ze graag willen inzetten voor hun elektrische auto. De kennis hoe dat te realiseren is echter nog onvoldoende aanwezig bij deze respondenten.
Dat zijn de belangrijkste