Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
722.531.3.101
Met uitzondering van stroomketens die gebruikmaken van elektrische scheiding als
beschermingsmaatregel, moet elk aansluitpunt worden beschermd door zijn eigen RCD van ten
minste type A, met een aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA.Waar het laadstation voor elektrische voertuigen is uitgerust met een contactdoos of een
voertuigconnector die voldoet aan de NEN-EN-IEC 62196-reeks,
moeten beschermingsmaatregelen
722.533 Beveiligingstoestellen tegen overstroom
Voeg toe:
722.533.101 Elk aansluitpunt moet worden gevoed door een eigen eindgroep, die wordt beschermd door een
beveiligingstoestel tegen overstroom dat voldoet aan
NEN-EN-IEC 60947-2,
NEN-EN-IEC 60947-6-2 of
NEN-EN-IEC 61009-1 of aan de van toepassing zijnde delen van
de (NEN-)(EN-)IEC 60898-reeks of de
NEN-EN-IEC 60269-reeks.Deze eis geldt niet voor laadstations in overeenstemming met
722.550 Inleiding
Voeg toe:
722.550.101 Contactdozen en voertuigconnectoren722.550.101.1 Waar een aansluitpunt is voorzien van één contactdoos of voertuigconnector, moet deze
voldoen aan:— NEN-EN-IEC 60309-1 of
NEN-EN-IEC 62196-1, waar geen uitwisselbaarheid is
vereist,— NEN-EN-IEC 60309-2,
NEN-EN-IEC 62196-2 of
NEN-EN-IEC 62196-3 of
IEC TS 62196-4, waar wel uitwisselbaarheid is vereist,
of— de nationale
722.550.101.1
Waar een aansluitpunt is voorzien van één contactdoos of voertuigconnector, moet deze
voldoen aan:— NEN-EN-IEC 60309-1 of
NEN-EN-IEC 62196-1, waar geen uitwisselbaarheid is
vereist,— NEN-EN-IEC 60309-2,
NEN-EN-IEC 62196-2 of
NEN-EN-IEC 62196-3 of
IEC TS 62196-4, waar wel uitwisselbaarheid is vereist,
of— de nationale norm voor contactdozen met een toegekende stroom die niet meer bedraagt
722.550.102 EV-laadstations
EV-laadstations voor algemeen gebruik moeten zo zijn ontworpen dat het oplaadpunt
makkelijk toegankelijk is, onafhankelijk van waar het aansluitpunt op het voertuig is
geplaatst.
722.551.2.101
Waar elektrische voertuigen bedoeld zijn om energie terug te leveren in de elektrische
installaties, zijn de eisen in IEC 60364-8-2 van
toepassing.OPMERKINGAanvullende eisen voor stroomketens bedoeld om elektriciteit terug te leveren vanuit
elektrische voertuigen zijn in overweging.
729.11 Onderwerp en toepassingsgebied
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de basisbescherming en andere
aspecten in ruimten met beperkte toegang waarin zich schakel- en verdeelinrichtingen bevinden,
met inbegrip van eisen aan gangpaden vanwaaruit bedienings- of onderhoudswerkzaamheden worden
verricht.
729.410.3 Algemene eisen
Voeg toe:
729.410.3.101 In acht te nemen minimale vrije ruimte in ruimten met beperkte toegang bestemd voor
bedieningshandelingen en onderhoud729.410.3.101.1 In ruimten met beperkte toegang waar het om praktische redenen niet haalbaar is om
beschermingsmaatregelen voor basisbescherming toe te passen (bescherming tegen directe
aanraking) volgens hoofdstuk 41, zijn minimale
afstanden vereist.OPMERKING
729.410.3.101.1
In ruimten met beperkte toegang waar het om praktische redenen niet haalbaar is om
beschermingsmaatregelen voor basisbescherming toe te passen (bescherming tegen directe
aanraking) volgens hoofdstuk 41, zijn minimale
afstanden vereist.OPMERKING 1Indien ervoor wordt gekozen deze beschermingswijze toe te passen, zie deel 3 voor het vaststellen van de algemene
kenmerken.OPMERKING 2Bij beveiligingscomponenten
729.513.101.1 Ruimten met beperkte toegang waar bescherming door afscherming of omhulsels van
toepassing is
Waar bescherming door afscherming of omhulsels van toepassing is volgens hoofdstuk 41 gelden de volgende minimale afmetingen
(zie figuur 729.3):a)breedte van gangpaden met afschermingen of omhulsels,
tussende bedieningsorganen van schakelaars en vermogensschakelaars in
uitgereden positie of tussen bedieningsorganen van schakelaars en de wand600 mm;b)breedte van gangpaden tussen afschermingen of
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande