Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
721 Elektrische installaties in caravans en campers
721.1 Fundamentele uitgangspunten721.11 Onderwerp en toepassingsgebiedDe bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de elektrische installatie van
caravans en campers.Deze bepalingen gelden voor stroomketens en elektrisch materieel ten behoeve van de bewoning
van de caravan.Deze bepalingen gelden niet voor stroomketens en elektrisch materieel voor de
voortbeweging.Deze bepalingen gelden
721.410.3.6
Voeg toe:
Bescherming door niet-geleidende ruimten en plaatselijke vereffening die niet met aarde is
verbonden, zoals beschreven in bijlage 41.C, is
niet toegelaten.OPMERKINGHierdoor is het gebruik van materieel van klasse 0 uitgesloten.
721.413 Beschermingsmaatregel: elektrische scheiding
721.413.1 Algemeen
Voeg toe:
Bescherming door elektrische scheiding is niet toegelaten, behalve voor
scheercontactdozen.
721.415.1.101
Bij bescherming door automatische uitschakeling van de voeding moet gebruik worden
gemaakt van RCD’s met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA, die alle
actieve geleiders onderbreken. Deze RCD’s moeten voldoen aan
NEN-EN-IEC 60947-2,
NEN-EN-IEC 61008-1,
NEN-EN-IEC 61009-1 of
NEN-EN-IEC 62423.Elke toestelcontactdoos moet rechtstreeks zijn verbonden met de bijbehorende RCD.OPMERKINGDit
721.522.7.1
Voeg toe:
Aangezien leidingsystemen aan trilling worden blootgesteld, moet elk leidingsysteem tegen
mechanische beschadiging zijn beschermd, hetzij door een goede plaatsing of door
aanvullende bescherming. Aan de volgende eisen moet zijn voldaan:— Er moeten voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat scherpe randen of
schurende delen mechanische beschadiging veroorzaken.— Kabels
721.550.102 Toebehoren
721.550.102.1 Elke contactdoos moet zijn voorzien van een beschermingscontact; dit geldt niet voor een
contactdoos met elektrische scheiding.721.550.102.2 Op elke contactdoos die wordt gevoed met extra lage spanning, moet de waarde van de
spanning duidelijk zijn aangegeven.721.550.102.3 Waar toebehoren is aangebracht op een plaats waar dit wordt blootgesteld aan de gevolgen
van vocht, moet
722.312.2.1 TN-stelsels
Voeg toe:
722.312.2.1.101 In een TN-stelsel moet de eindgroep die een aansluitpunt voedt, worden uitgevoerd als
een TN-S-stelsel.
722.4 Beschermingsmaatregelen
722.41 Bescherming tegen elektrische schok722.410.3 Algemene eisen722.410.3.5
Vervang de bestaande tekst door:
De beschermingsmaatregel ‘bescherming door hindernissen’, zoals vastgelegd in 41.B.2, is niet toegelaten.De beschermingsmaatregel ‘bescherming door plaatsing buiten handbereik’, zoals vastgelegd
in 41.B.3, mag alleen worden toegepast als er
een automatisch verbindingssysteem in
722.411.3.3 Aanvullende eisen voor contactdozen en voor de voeding van verplaatsbaar materieel
voor gebruik buiten
Vervang de bestaande tekst door:
Elk AC-aansluitpunt moet afzonderlijk worden beschermd door een toestel voor
aardlekbeveiliging (RCD) met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA.OPMERKINGDeze eis houdt in dat deze RCD niet wordt toegepast om andere aansluitpunten of andere
elektrische toestellen te beschermen.
722.53 Besturings- en beveiligingstoestellen, schakelaars en scheiders
722.530 Inleiding722.530.4 Algemeen en algemene bepalingen
Voeg toe:
722.530.4.101 Aan de eisen uit 722.530.4.102 en uit
722.531 t/m 722.536.4.1.4.1 moet worden voldaan door de keuze en
installatie van het van toepassing zijnde materieel voor de vast aangelegde installatie, of
de keuze voor een laadstation voor elektrische voertuigen waarin het van toepassing zijnde
materieel is ingebouwd
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande