Resultaat verfijnen

Normen
Status
Filters wissen
Zoeken in normenFilter resultaten
6951 resultaten
NEN 1010:2020 Norm
527.1   Maatregelen binnen een brandcompartiment
527.1.1   Het risico van brandverspreiding moet tot een minimum worden beperkt door de keuze van deugdelijke materialen en het uitvoeren van de installatie volgens rubriek 527.527.1.2   Leidingsystemen moeten zo worden geïnstalleerd dat de mechanische sterkte van het bouwwerk en de brandveiligheid niet nadelig worden beïnvloed.527.1.3   Kabels die ten minste voldoen aan NEN-EN-IEC 60332-1-2 en producten
NEN 1010:2020 Norm
527.1.3
Kabels die ten minste voldoen aan NEN-EN-IEC 60332-1-2 en producten die zijn geclassificeerd als niet-brandvoortplantend, mogen zonder aanvullende maatregelen worden geïnstalleerd.OPMERKINGIn installaties met een specifiek risico kunnen kabels noodzakelijk zijn die bestand zijn tegen de zwaardere beproevingen voor gebundelde kabels, zoals beschreven in de NEN-EN-IEC 60332-3-reeks.
NEN 1010:2020 Norm
527.2   Afdichting van doorvoeringen
527.2.1   Op plaatsen waar leidingsystemen door bouwelementen zijn geleid, zoals door vloeren, muren, daken, plafonds, scheidingswanden of spouwmuren, moeten openingen die er na het aanbrengen van de doorvoeringen nog zijn, zo worden afgedicht dat de brandwerendheid ervan ten minste gelijk is aan de brandwerendheid die het desbetreffende bouwelement zelf vóór het aanbrengen van de doorvoering moet
NEN 1010:2020 Norm
528.2   Nabijheid van communicatiekabels
Indien ondergrondse kabels voor telecommunicatie en ondergrondse voedingskabels elkaar kruisen of in elkaars nabijheid liggen moet een minimale afstand van 100 mm worden aangehouden, tenzij aan de eisen volgens a) of b) wordt voldaan:a)   tussen de kabels moet een brandwerende afscheiding zijn aangebracht, bijvoorbeeld stenen, afschermkappen voor kabels (van steen of beton), voorgevormde blokken
NEN 1010:2020 Norm
528.3.4
Wanneer een elektrische voorziening wordt aangebracht in de onmiddellijke nabijheid van niet-elektrische voorzieningen, moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:—   elektrische leidingsystemen moeten deugdelijk zijn beschermd tegen risico's die kunnen ontstaan door de aanwezigheid van de andere voorzieningen tijdens normaal bedrijf en—   foutbescherming overeenkomstig de eisen van hoofdstuk 
NEN 1010:2020 Norm
530.2   Normatieve verwijzingen
Zie deel 0.
NEN 1010:2020 Norm
530.4.2
Bewegende contacten van alle polen van meerpolige schakel- en scheidingstoestellen moeten mechanisch zo zijn gekoppeld dat zij vrijwel gelijktijdig sluiten en openen, met uitzondering van contacten uitsluitend bedoeld voor het schakelen van de nul. Deze mogen sluiten vóór en openen ná de andere contacten.
NEN 1010:2020 Norm
531   Toestellen voor foutbescherming door automatische uitschakeling van de voeding
531.1   AlgemeenToestellen voor beveiliging tegen elektrische schok door automatische uitschakeling van de voeding moeten geschikt zijn voor scheiding overeenkomstig HD 384.4.46 S2 en rubriek 537.Automatische wederinschakeling van toestellen voor beveiliging tegen elektrische schok door automatische uitschakeling van de voeding is toegestaan in installaties waar de toegang is beperkt tot elektrisch
NEN 1010:2020 Norm
531.1   Algemeen
Toestellen voor beveiliging tegen elektrische schok door automatische uitschakeling van de voeding moeten geschikt zijn voor scheiding overeenkomstig HD 384.4.46 S2 en rubriek 537.Automatische wederinschakeling van toestellen voor beveiliging tegen elektrische schok door automatische uitschakeling van de voeding is toegestaan in installaties waar de toegang is beperkt tot elektrisch geïnstrueerde
NEN 1010:2020 Norm
531.2.1   Algemeen
Waar beveiligingstoestellen tegen overstroom zijn toegepast voor bescherming tegen elektrische schok door automatische uitschakeling van de voeding, moeten deze zijn gekozen in overeenstemming met 533.
Zoeken in de websiteFilter resultaten
135 resultaten
Pagina
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist. 514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten. De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Pagina
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout? NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Pagina
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
Pagina
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010 De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Pagina
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
Pagina
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen. Normvragen Algemeen 1. Waar is de norm te bestellen? De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Pagina
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in. De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Pagina
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.  Auteur: Rob Kaspers Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Pagina
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke. Tekst: Rob Kaspers Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen? Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Pagina
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen. Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS) Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande