Zoeken in
Zoeken in normen
9494 resultaten
412.2.1.1
Het toegepaste elektrisch materieel moet van een van de volgende uitvoeringen zijn, een
typebeproeving hebben ondergaan en zijn voorzien van aanduidingen volgens de van toepassing
zijnde normen:— elektrisch materieel met dubbele of versterkte isolatie (materieel van klasse II);— elektrisch materieel dat in de van toepassing zijnde productnorm wordt aangeduid als
gelijkwaardig aan klasse II,
412.2.1.3
Elektrisch materieel dat ongeïsoleerde actieve delen bevat, moet bij de aanleg van de
elektrische installatie worden voorzien van versterkte isolatie. De graad van bescherming
moet gelijkwaardig zijn aan die van elektrisch materieel volgens 412.2.1.1 en voldoen aan het bepaalde in 412.2.2.2 en 412.2.2.3. Dit type isolatie is alleen toegelaten indien de constructie de
toepassing van dubbele isolatie
413 Beschermingsmaatregel: elektrische scheiding
413.1 Algemeen413.1.1 Elektrische scheiding is een beschermingsmaatregel waarbij:— basisbescherming tot stand wordt gebracht door fundamentele isolatie van actieve delen
of door afschermingen en omhulsels in overeenstemming met bijlage 41.A en— foutbescherming tot stand wordt gebracht door enkelvoudige scheiding van de elektrisch
gescheiden stroomketen van andere stroomketens en van aarde
413.3.1
Bij bescherming door elektrische scheiding moet voldaan zijn aan het bepaalde in 413.3.2 t/m 413.3.6.
414.3 Bronnen voor SELV- en PELV-ketens
SELV- en PELV-ketens kunnen worden gevoed door de volgende bronnen:414.3.1 Veiligheidstransformator in overeenstemming met
NEN-EN-IEC 61558-2-6.414.3.2 Voedingsbron die dezelfde mate van bescherming biedt als veiligheidstransformatoren zoals
bepaald in 414.3.1 (bijvoorbeeld generatoren
die worden aangedreven door een motor, met wikkelingen die een gelijkwaardige isolatie
bieden).414.3.3 Elektrochemische
414.4.1
SELV- en PELV-ketens moeten zijn voorzien van:— fundamentele isolatie tussen actieve delen en andere SELV- of PELV-ketens en— beschermende scheiding van actieve delen van stroomketens die geen SELV- of PELV-keten
zijn, die tot stand is gebracht door dubbele of versterkte isolatie of door fundamentele
isolatie en afscherming door een beschermend scherm voor de hoogste aanwezige
spanning.SELV-ketens
414.4.5
Indien de nominale spanning hoger is dan 25 V AC of 60 V DC of indien het materieel is
ondergedompeld, moet basisbescherming voor SELV- en PELV-ketens tot stand worden gebracht
door:— isolatie in overeenstemming met 41.A.1
of— afschermingen of omhulsels in overeenstemming met 41.A.2.Onder normale droge omstandigheden en bij normaal bedrijf is in het algemeen geen
basisbescherming noodzakelijk
415.1.2
Het gebruik van toestellen voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van
ten hoogste 30 mA in AC-stelsels als aanvullende bescherming, wordt niet als een
opzichzelfstaande beschermingsmaatregel beschouwd en maakt de toepassing van een van de
beschermingsmaatregelen zoals genoemd in 411 t/m
414 niet overbodig.
421.2
Waar vast bevestigd materieel oppervlaktetemperaturen kan bereiken die brandgevaar zouden
kunnen opleveren voor materiaal in de nabijheid, moet dit materieel:— zijn gemonteerd op of in materiaal dat bestand is tegen deze temperaturen en dat de
warmte slecht geleidt,— zijn afgeschermd van bouwkundige constructies, of delen daarvan, door materiaal dat
bestand is tegen deze temperaturen en dat
422.1.2
Elektrisch materieel moet zo zijn gekozen en geïnstalleerd dat zijn temperatuur bij
normaal gebruik en de te verwachten temperatuurstijging bij een defect geen brand kan
veroorzaken.Dit kan worden bereikt door de constructie en installatievoorwaarden van het materieel.
Bijzondere beschermingsmaatregelen zijn niet nodig wanneer het onwaarschijnlijk is dat door
de temperatuur van het oppervlak in
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande