Zoeken in
Zoeken in normen
9494 resultaten
411 Beschermingsmaatregel: automatische uitschakeling van de voeding
411.1 AlgemeenAutomatische uitschakeling van de voeding is een beschermingsmaatregel waarbij:— basisbescherming tot stand wordt gebracht door fundamentele isolatie van actieve delen of
door afschermingen of omhulsels in overeenstemming met bijlage 41.A en— foutbescherming tot stand wordt gebracht door beschermende vereffening en automatische
uitschakeling van de voeding bij het optreden van
411.3 Eisen voor foutbescherming
411.3.1 Veiligheidsaarding en beschermende vereffening411.3.1.1 VeiligheidsaardingMetalen gestellen moeten met een beschermingsleiding zijn verbonden volgens de
voorwaarden specifiek voor elk type stroomstelsel (TN, TT of IT), zoals vastgelegd in 411.4 t/m 411.6.Gelijktijdig aanraakbare metalen gestellen moeten afzonderlijk, groepsgewijs of
gezamenlijk met dezelfde aardingsvoorziening zijn verbonden.Veiligheidsaardleidingen
411.3.2.2
De maximale uitschakeltijden volgens tabel 41.1 gelden voor eindgroepen met een toegekende stroom van ten hoogste:— 63 A met een of meer contactdozen;— 32 A met alleen vast aangesloten elektrische toestellen.Tabel 41.1
—
Maximale uitschakeltijden
Stelsel
50 V
411.3.2.4
In TT-stelsels is een uitschakeltijd van ten hoogste 1 s toegelaten voor
distributiegroepen en voor stroomketens die niet vallen onder 411.3.2.2.
411.3.4 Aanvullende eisen voor stroomketens met verlichtingsarmaturen in TN- en
TT-stelsels
In nlbruimten met een woonfunctie,
een celfunctie of een logiesfunctie of in woonschepennlb moet, voor eindgroepen op wisselspanning die verlichtingsarmaturen van
energie voorzien, worden voorzien in aanvullende bescherming door een toestel voor
aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA. nlbDit geldt niet voor aansluitpunten voor
verlichting in gemeenschappelijke
411.4.5
In TN-stelsels mogen de volgende beveiligingstoestellen worden toegepast als
foutbescherming:— beveiligingstoestellen tegen overstroom;— toestellen voor aardlekbeveiliging.OPMERKING 1Indien een toestel voor aardlekbeveiliging als foutbescherming wordt toegepast, behoort
de stroomketen ook te zijn beveiligd door een beveiligingstoestel tegen overstroom in
overeenstemming met hoofdstuk 43.In TN-C-stelsels
411.5 TT-stelsels
411.5.1 Alle metalen gestellen die gezamenlijk worden beveiligd door hetzelfde
beveiligingstoestel, moeten door de beschermingsleidingen zijn verbonden met een
gemeenschappelijke aardelektrode. Indien verscheidene beveiligingstoestellen in serie zijn
toegepast, is deze eis afzonderlijk van toepassing op alle metalen gestellen die door
hetzelfde toestel zijn beveiligd.Het sterpunt of middenpunt
411.6.2
Metalen gestellen moeten afzonderlijk, groepsgewijs of gezamenlijk zijn geaard.In AC-stelsels moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
(41.5)
waarin:
RAis de totale weerstand naar aarde, in Ω, van de aardelektrode
en de beschermingsleiding voor de metalen gestellen;
I
dis de foutstroom, in A, van de eerste fout van een
verwaarloosbare impedantie tussen een faseleiding en een metalen
411.7.5 Contactdozen en contactstoppen
Contactstoppen en contactdozen voor FELV-ketens moeten voldoen aan alle volgende
eisen:— contactstoppen kunnen niet worden gestoken in contactdozen van andere
spanningsstelsels,— contactdozen laten niet toe dat contactstoppen van andere spanningsstelsels erin worden
gestoken en— contactdozen moeten zijn voorzien van een beschermingscontact.
412.1.2
Indien het de bedoeling is dat deze beschermingsmaatregel als enige beschermingsmaatregel
wordt toegepast (d.w.z. indien een hele installatie of keten bestemd is om uitsluitend te
bestaan uit elektrisch materieel met dubbele of versterkte isolatie), moet worden
geverifieerd of doeltreffende maatregelen (bijvoorbeeld adequaat toezicht) zijn getroffen om
te voorkomen dat wijzigingen kunnen worden
Zoeken in de website
135 resultaten
Aanduiding kabels
In onderstaande foto is de aanduiding van de groen-gele kabel niet juist.
514.3.5 Aanduiding van eenaderige kabels en installatiedraden
Faseleidingen moeten over de gehele lengte worden aangeduid met de kleur bruin of zwart of grijs. Het gebruik van een van deze kleuren voor alle faseleidingen in een stroomketen is toegelaten.
De enkelvoudige kleuren groen of geel mogen niet worden
Kabelondersteuningen en omhulsels
Goed of fout?
NEN 1010 bepaling 522.8.11 zegt: Kabelondersteuningen en omhulsels mogen geen scherpe randen hebben die de kabels of geïsoleerde geleiders kunnen beschadigen.
Uitbreiding NEN 1010 met energiebesparing en slimme installaties
De klant van de installateur wordt steeds kritischer en wil vaker berekeningen zien waarin zichtbaar is tot welke klasse een installatie behoort. Denk daarbij aan energiebesparing, maar ook aan besparing op materiaalgebruik. Een goede installateur kan zich daarbij onderscheiden door een energiezuinige installatie te ontwerpen, maar ook door dit inzichtelijk te maken voor de klant. Twee uitbreidingen
'Er is behoefte aan duidelijkheid'
NEN 4010 biedt de elektrotechnische branche een handzame en leesbare versie van NEN 1010
De NEN 1010:2015/C2:2016 is zonder twijfel de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechnische installaties. Maar omdat de normtekst veelomvattend is, bestaat er sinds enige jaren ook een beter leesbare versie: de Nederlandse norm NEN 4010 – Elektrische installaties voor laagspanning − Eisen voor de algemene
Is het verplicht een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer (PV-installaties)?
Tekst: Rob Kaspers
De vraag of het verplicht is een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, kom ik vaak tegen. Ik vroeg ik mij af wat de aanleiding van die vraag kan zijn. Kijkend op internet zie ik dat sommige fabrikanten, groothandels en installatiebedrijven stellen dat NEN 1010 deze werkschakelaar verplicht stelt bij een omvormer. Ik citeer een stukje uit een artikel van in dit
VRAGEN NEN 1010 LIVE
Op het online evenement op 10-10-2020 over de wijzigingen in NEN 1010 en NEN 4010 zijn veel vragen gesteld. Hieronder een deel van de vragen.
Normvragen
Algemeen
1. Waar is de norm te bestellen?
De norm NEN 4010 is vanaf dinsdag 12 oktober te bestellen in de NEN-shop. www.nen.nl
NEN 1010 is helaas nog niet klaar. De normcommissie heeft nog één bepaling waar zij nog over een besluit
Onduidelijkheid over aarden en vereffenen
Commissie NEC 64-9 roept externe expertise in.
De elektrotechnische markt is een ingewikkelde markt. Installateurs worden voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. En daarbij biedt NEN 1010 niet altijd uitkomst, enerzijds omdat normen in de regel achter de ontwikkelingen op de markt aanlopen, anderzijds omdat de normtekst niet altijd even begrijpelijk is. Dit laatste probleem speelt
Welke type Surge Protective Device (SPD)moet worden toegepast?
In het vorige artikel heb ik op basis van rubriek 443 uit NEN 1010:2020 aangegeven wanneer het noodzakelijk is een SPD toe te passen. SPD staat voor: Surge Protective Device (overspanningsbeveiliging). In dit artikel welk type SPD moet worden toegepast.
Auteur: Rob Kaspers
Een SPD zorgt ervoor dat overspanningen worden begrensd door een korsluiting van heel korte duur (enkele microseconden)
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur (2)
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op enkele wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Wel of geen overspanningsbeveiliging (SPD) toepassen?
Overspanningen in de elektrische installatie kunnen ontstaan door een atmosferische ontlading (blikseminslag). Ook
Hoe wordt de PV-installatie beschermd tegen overspanningen?
Hoofdstuk 712 uit NEN 1010:2020 geeft de installatie eisen aan voor PV-systemen.
Rubriek 712.534 gaat in op beveiligingstoestellen tegen transiënte overspanningen (ook blikseminslag valt daar onder). In dit artikel de eisen voor de bescherming van de PV-installatie
PV-systeem in combinatie met bliksembeveiligingsinstallatie (LPS)
Bij bescherming van het PV-systeem door een LPS, zorgt een vrijstaande