Zoeken in
Zoeken in normen
6276 resultaten
551.6.2
Bij TN-S-stelsels waarin de nul niet wordt geschakeld, moeten alle toestellen voor
aardlekbeveiliging zo zijn geplaatst dat ongewenst aanspreken ten gevolge van de
aanwezigheid van een mogelijke parallelverbinding van nul naar aarde wordt voorkomen.OPMERKING 1Bij TN-stelsels kan het wenselijk zijn om de nul van de installatie los te koppelen van
de nul of PEN van het openbare of een daarmee vergelijkbaar
551.7.1
Wanneer een opwekeenheid wordt gebruikt als een aanvullende voedingsbron parallel aan een
andere bron moeten de bescherming tegen thermische effecten volgens hoofdstuk 42 en de bescherming tegen overstroom volgens hoofdstuk 43 onder alle omstandigheden effectief
blijven.Een dergelijke opwekeenheid moet zijn geïnstalleerd aan de voedende zijde van alle
beveiligingstoestellen voor de eindgroepen van
557.3 Bepalingen voor stuurstroomketens
557.3.1 AlgemeenDe AC- of DC-voeding voor een stuurstroomketen mag in overeenstemming met de functionele
eisen zowel afhankelijk als onafhankelijk van de hoofdstroomketen zijn uitgevoerd. Indien de
toestand van de hoofdstroomketen moet worden gesignaleerd, dan moet de stroomketen voor de
signalering onafhankelijk van de hoofdstroomketen kunnen werken.OPMERKINGIn uitgebreide installaties kan het
557.3.2.2 Stuurstroomketen via een transformator aangesloten op de hoofdstroomketen
Wanneer een stuurstroomketen wordt gevoed door meer dan één transformator moeten deze
zowel aan de primaire zijde als aan de secundaire zijde parallel worden aangesloten.
557.3.5.1 Algemeen
De toegekende spanning voor de stuurstroomketen en de componenten die in deze stroomketen
worden gebruikt moeten overeenstemmen met de voeding van deze stroomketen.OPMERKINGIndien de voedingsspanning te laag is voor het ontwerp van de stroomketen, dan zal deze
niet betrouwbaar functioneren, bijvoorbeeld voor het goed werken van relais.Aandacht behoort te worden geschonken aan de gevolgen van spanningsverlies
557.3.5.3 AC-voeding
De nominale spanning van stuurstroomketens zou bij voorkeur niet hoger moeten zijn dan
respectievelijk:— 230 V voor stroomketens met een nominale frequentie van 50 Hz,— 277 V voor stroomketens met een nominale frequentie van 60 Hz,met inbegrip van spanningstoleranties volgens
NEN-EN-IEC 60038.De dimensionering van kabellengten in relatie tot de capacitieve werking van de geleider,
bijvoorbeeld
557.3.5.4.2 Voeding door accu’s
Wanneer accu’s worden gebruikt als voeding van stuurstroomketens mag de
spanningsfluctuatie ten gevolge van het laden of ontladen niet meer zijn dan de
spanningstoleranties volgens NEN-EN-IEC 60038, tenzij de
stuurstroomketen speciaal is ontworpen om dergelijke spanningsfluctuaties te
compenseren.Compenseren van spanningsfluctuaties kan worden bereikt door gebruik te maken van
aanvullende accucellen
557.3.6 Beschermingsmaatregelen
557.3.6.1 Bescherming van leidingsystemenIn het geval van uitgestrekte stuurstroomketens is het noodzakelijk om te waarborgen dat
de vereiste aanspreekstroom van het beveiligingstoestel wordt bereikt, ook aan de verre
uiteinden van de desbetreffende kabels of geleiders, zie hoofdstuk 43.Eenfasige, geaarde AC- of DC-stuurstroomketens die worden gevoed door de secundaire zijde
van de transformator
557.5.1 Algemeen
Stroomketens voor meetdoeleinden zijn stuurstroomketens waaraan speciale eisen worden
gesteld, die in de volgende rubrieken worden gegeven.
557.6.2 Signaalkwaliteit in relatie tot de eigenschappen van de kabel
De werking van een stuurstroomketen mag niet nadelig worden beïnvloed door de
eigenschappen van de kabel tussen de verschillende onderdelen, met inbegrip van de
impedantie en de lengte van de kabel.De capacitieve eigenschappen van de kabel mogen de goede werking van een actuator in de
stuurstroomketen niet nadelig beïnvloeden. Er moet rekening worden gehouden met de
eigenschappen van de kabel en
Zoeken in de website
132 resultaten
Beschermende vereffening
Beschermende vereffening werd eerder basispotentiaalvereffening genoemd. Het heet nu beschermende vereffening om aan te duiden dat het om potentiaal vereffening gaat in verband met de veiligheid. Dit artikel gaat in op de werking van beschermende vereffening (niet te verwarren met de aanvullende beschermende potentiaalvereffening, zoals die in een ruimte met een bad of douche moet worden toegepast)
Herziening Machinerichtlijn in de maak
Momenteel wordt hard gewerkt aan een herziening van de Machinerichtlijn. Deze richtlijn zal vervangen worden door de nieuwe Machineverordening. Hoewel de Machinerichtlijn voor het grootste deel nog behouden zal blijven, is deze op onderdelen toe aan vernieuwing. De huidige stamt immers uit 2006 en is op bepaalde onderdelen ingehaald door de stand der techniek.
Wanneer precies deze Machineverordening
Waarom een type B aardlekbeveiliging toepassen?
Auteur: Rob Kaspers
In dit artikel gaat Rob Kaspers uit op de verschillende types aardlekschakelaars. En waarom je een type B aardlekbeveiliging moet toepassen.
De toepassing van de type B RCD (aardlekbeveiliging), raakt steeds meer ingeburgerd. Toch zijn er genoeg voorbeelden van projecten waar type A RCD’s zijn toegepast, terwijl dit een type B moet zijn. Dat heeft nadelige gevolgen voor de
Op welke installaties is NEN 1010 van toepassing?
NEN 1010 is van toepassing op vast aangelegde elektrische installaties met lage spanning (tot 1000 V wisselspanning of 1500 V gelijkspanning). Bijvoorbeeld in woonhuizen, winkels, kantoorgebouwen, hotels, scholen, theaters en boerderijen.
NEN 1010 is niet van toepassing op bijzondere installaties, zoals de elektrische uitrusting van machines, installaties op schepen en elektrische tractiesystemen
Bestaat er een NEN 1010-certificaat?
Nee, maar het is vaak wel mogelijk om na oplevering of inspectie van een installatie een verklaring te laten opstellen door een installateur of inspecteur waarin deze bevestigt dat de installatie voldoet aan NEN 1010. Een dergelijke verklaring kan worden beschouwd als ‘NEN 1010-certificaat’.
Wat is NEN 4010?
NEN 4010 is een norm met eisen voor het ontwerpen en het installeren van elektrische installaties voor laagspanning. Deze norm is gebaseerd op de Nederlandse omstandigheden en de algemene Nederlandse installatiepraktijk.
Als ik aan NEN 4010 voldoe, voldoe ik dan ook aan NEN 1010?
Met NEN 4010 voldoet u als installateur ook aan de elektrotechnische veiligheidseisen in de bouwwet- en regelgeving. Dat geldt alleen binnen het toepassingsgebied van NEN 4010. Voor onderwerpen die buiten het toepassingsgebied van NEN 4010 vallen, moet NEN 1010 worden gebruikt.
Hoe leg ik vast dat ik volgens NEN 4010 werk?
U kunt in de afspraken die u met uw opdrachtgever maakt, vastleggen dat u volgens NEN 4010 werkt.
Welke stroomstelsels behandelt NEN 4010?
NEN 4010 behandelt de volgende stroomstelsels en wijzen van aarding:
— TN-stelsels met één voedingsbron;
— TN-stelsels met meerdere voedingsbronnen;
— TT-stelsel.
Welke elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van NEN 4010?
De volgende elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van deze norm:
Gelijkstroominstallaties (DC);
IT-, IU- en IM-stroomstelsels;
TN-C-stroomstelsels;
Beveiliging tegen overspanning veroorzaakt door aardfouten;
Laagspanningsopwekeenheden.
Daarnaast is NEN 4010 niet van toepassing op elektrische installaties van:
Jachthavens en vergelijkbare terreinen