Zoeken in
Zoeken in normen
6276 resultaten
542.2.2
De doeltreffendheid van een aardelektrode is afhankelijk van zijn samenstelling en de
eigenschappen van de grond. Er moeten een of meer aardelektroden worden gekozen die geschikt
zijn voor de eigenschappen van de grond en de vereiste waarde van de weerstand naar
aarde.Bijlage 54.D geeft methoden voor het schatten
van de weerstand naar aarde van de aardelektrode.
542.2.7
Aardelektroden mogen niet zijn ondergedompeld in water van een kanaal, rivier, vijver,
meer of dergelijke (zie ook 542.1.6).
542.3.2
Verbindingen van aardleidingen met aardelektroden moeten deugdelijk tot stand zijn
gebracht en duurzaam zijn (ook in elektrische zin). Verbindingen moeten tot stand worden
gebracht door exothermisch lassen, persverbindingen, klemmen of andere geschikte mechanische
verbindingen. Mechanische verbindingen moeten zijn geïnstalleerd volgens de aanwijzingen van
de fabrikant. Klemverbindingen moeten zo
542.4 Hoofdaardrail of -klem
542.4.1 In elke installatie waarin beschermende potentiaalvereffening wordt toegepast, moet een
hoofdaardrail of -klem aanwezig zijn waarop zijn aangesloten:— vereffeningsleidingen;— aardleidingen;— beschermingsleidingen;— functionele aardleidingen, indien van toepassing.OPMERKING 1Het is niet de bedoeling om elke beschermingsleiding rechtstreeks met de hoofdaardrail of
- klem te verbinden
543.1 Minimale kerndoorsnede
543.1.1 De kerndoorsnede van elke beschermingsleiding moet voldoen aan de voorwaarden voor
automatische uitschakeling van de voeding volgens het bepaalde in 411.3.2, en bestand zijn tegen mechanische en thermische
spanningen die worden veroorzaakt door de te verwachten foutstroom tijdens de afschakeltijd
van het beveiligingstoestel.De kerndoorsnede van een beschermingsleiding moet zijn berekend
543.1.1
De kerndoorsnede van elke beschermingsleiding moet voldoen aan de voorwaarden voor
automatische uitschakeling van de voeding volgens het bepaalde in 411.3.2, en bestand zijn tegen mechanische en thermische
spanningen die worden veroorzaakt door de te verwachten foutstroom tijdens de afschakeltijd
van het beveiligingstoestel.De kerndoorsnede van een beschermingsleiding moet zijn berekend volgens
543.1.4
Wanneer een beschermingsleiding behoort tot twee of meer stroomketens, moet de
kerndoorsnede:— worden berekend overeenkomstig 543.1.2
voor de grootste te verwachten foutstroom en aanspreektijd die in deze ketens kunnen
optreden of— worden gekozen overeenkomstig tabel 54.2 zodat deze overeenkomt met de kerndoorsnede van de grootste
faseleiding van de stroomketens.
543.2 Soorten beschermingsleidingen
543.2.1 Als beschermingsleidingen mogen zijn gebruikt:— aders in meeraderige kabels;— al dan niet geïsoleerde draden in hetzelfde omhulsel als de actieve geleiders;— vaste geleiders, al dan niet geïsoleerd;— metalen kabelmantels, kabelschermen, kabelarmeringen, draadomvlechtingen,
coaxiaalgeleiders, metalen buis, afhankelijk van de voorwaarden vermeld in 543.2.2 a) en b).OPMERKINGZie 543.8
543.3 Het ononderbroken zijn van beschermingsleidingen
543.3.1 Beschermingsleidingen moeten op deugdelijke wijze zijn beschermd tegen mechanische
beschadiging, chemische of elektrochemische aantasting, alsmede elektrodynamische en
thermodynamische belasting.Elke verbinding (bijvoorbeeld schroefverbindingen, verbindingsklemmen) tussen
beschermingsleidingen of tussen een beschermingsleiding en ander materieel, moet een
duurzame elektrische verbinding
543.3.4
Elektrische bewakingstoestellen voor de aarding (bijvoorbeeld aansturende sensoren,
spoelen, stroomtransformatoren) mogen niet in serie met beschermingsleidingen zijn
geschakeld.
Zoeken in de website
132 resultaten
Welke versie van NEN 1010 zit in ‘Werken met NEN 1010’?
Versie NEN 1010:2020 en versie NEN 1010:2015 staat allebei in ‘Werken met NEN 1010’.
Waar gaat NEN 4010 over?
De norm NEN 4010 gaat over elektrische installaties voor laagspanning en geeft eisen die gericht zijn op de algemene Nederlandse installatiepraktijk.
Voor wie is NEN 4010 bedoeld?
NEN 4010 is bedoeld voor ontwerpers en installateurs die de meest voorkomende werkzaamheden aan elektrische installaties voor laagspanning verrichten en inspecteurs.
Wat is het doel van NEN 4010?
Het doel van deze norm is:
— een elektrische installatie goed en veilig te laten werken tijdens normaal gebruik en normaal bedrijf;
— mensen en vee te beschermen tegen gevaren die kunnen optreden in of nabij een elektrische installatie;
— materiële zaken te beschermen tegen schade die kan ontstaan in of nabij een elektrische installatie.
Ter bescherming van mensen, vee en materiële zaken
Waarom is NEN 4010 opgesteld?
De norm NEN 4010 is opgesteld om de vele eisen voor elektrische installaties voor laagspanning voor een brede doelgroep toegankelijk te maken. Niet iedere installateur krijgt in zijn werk te maken met alle eisen die in NEN 1010 staan. Met een norm voor de algemene installatiepraktijk is NEN 4010 voor veel installateurs voldoende om hun veelvoorkomende werkzaamheden uit te voeren.
Wie heeft de norm NEN 4010 geschreven?
De normcommissie NEN 64, Installatievoorschriften, lage spanning, die verantwoordelijk is voor NEN 1010, heeft een implementatiecommissie ingesteld: NEC 64-IC. Deze implementatiecommissie heeft de opdracht gekregen een ´leesbare NEN 1010´ te schrijven.
Hoort NPR 5310 ook bij NEN 4010?
Nee, NPR 5310 is een praktijkrichtlijn bij NEN 1010.
Kan ik ook inspecteren met NEN 4010?
Ja, deel 6 Inspectie van NEN 1010 is versie NEN 4010:2020 opgenomen. Een inspecteur kan aan de hand van NEN 4010 inspecteren of aan de eisen voor aanleg van de elektrische installatie is voldaan.
Behandelt NEN 4010 ook TN-C-stelsels?
Nee, NEN 4010 behandelt geen TN-C-stelsels, want dat is geen algemene installatiepraktijk in Nederland. TN‑C‑stelsels kunnen zwerfstromen veroorzaken, met daardoor een verhoogd risico op brand, corrosie en elektromagnetische interferentie.
TN-C-stelsels zijn niet toelaten in onder andere:
gebouwen met informatietechnologie;
gebouwen met landbouw, tuinbouw of veeteelt.
Welke beschermingsmaatregelen vallen buiten het toepassingsgebied van NEN 4010?
De volgende beschermingsmaatregelen vallen buiten het toepassingsgebied van deze norm:
— bescherming door hindernissen;
— bescherming door plaatsing buiten handbereik;
— bescherming door plaatselijke vereffening die niet met aarde is verbonden;
— bescherming door niet-geleidende ruimten;
— galvanische scheiding van de voeding voor meer dan één elektrisch toestel.