Zoeken in
Zoeken in normen
6276 resultaten
533.1.2 Algemene eisen voor smeltveiligheden
Smeltveiligheden waarvan het waarschijnlijk is dat de smeltpatronen worden verwijderd of
aangebracht door anderen dan voldoende onderrichte personen (BA4) of vakbekwame personen
(BA5), moeten voldoen aan de veiligheidseisen van
NEN-HD-IEC 60269-3.Patroonhouders volgens NEN-HD-IEC 60269-3 mogen alleen
worden toegepast met passtukken die de toepassing van smeltpatronen met een grotere
toegekende
533.3.1 Algemeen
Voor de juiste keuze van toestellen voor beveiliging van leidingsystemen tegen
kortsluiting in overeenstemming met het bepaalde in 434.5, moeten de volgende eisen worden overwogen.
534.4.3 Aansluitvarianten
Aansluitvariant 1 (bijvoorbeeld 3+0- of 4+0-configuratie): samenstel voor
overspanningsafleiding dat bescherming biedt tussen elke actieve leiding (faseleidingen en
nulleiding, indien aanwezig) en PE, of tussen elke faseleiding en PEN.Twee voorbeelden voor aansluitvariant 1 voor een driefase-installatie zijn opgenomen in
figuren 534.2 en 534.3.Aansluitvariant 2 (bijvoorbeeld 3+1-configuratie): samenstel
534.4.4.4.1 Type 2-SPD’s
Wanneer type 2-SPD’s vereist zijn op of nabij het voedingspunt van de installatie, mag
de nominale ontladingsstroom niet kleiner zijn dan die uit tabel 534.3.Tabel 534.3
—
Nominale ontladingsstroom (In) in kA afhankelijk van
het voedingssysteem en de aansluitvariantAansluitingVoedingssysteemEenfasestelselDriefasestelselAansluitvariant 1Aansluitvariant 2Aansluitvariant 1Aansluitvariant 2Fase – Nul
534.4.7 SPD’s geïnstalleerd met toestellen voor aardlekbeveiliging (RCD’s)
Wanneer SPD’s zijn geïnstalleerd overeenkomstig 534.4.1 en zijn aangebracht aan de belastingszijde van een toestel voor
aardlekbeveiliging (RCD), dan moet(en) deze laatste een stootstroomvastheid hebben van ten
minste 3 kA 8/20 µs, onafhankelijk van de aanwezigheid van een tijdvertraging.OPMERKING 1Toestellen voor aardlekbeveiliging van type S overeenkomstig
NEN-EN-IEC 61008-1 en
NEN-EN-IEC 61009
536.3.1 De basis van juiste coördinatie
De basisgedachte van coördinatie tussen elektrisch materieel is gebruik te maken van de
juiste combinatie van de elektrische eigenschappen ervan, zodat de volgende aspecten niet
nadelig worden beïnvloed:— de veiligheid van een installatie (d.w.z. voorkomen dat materieel ontbrandt als gevolg
van een elektrische fout);Gecombineerde kortsluitbeveiliging van OCPD’s en back-upbeveiliging door een OCPD
536.4 Coördinatie-eisen
Bij het kiezen van elektrische toestellen zoals afgedekt in de volgende bepalingen moet
rekening worden gehouden met de wederzijdse interactie tussen deze toestellen zodat deze de
veiligheid van de installatie niet nadelig beïnvloeden.Bij de coördinatie van toestellen worden eisen in beschouwing genomen in het geval van:— kortsluiting;— overbelasting;— lekstromen.Bij coördinatie van toestellen
536.4.1 Eisen voor selectiviteit
536.4.1.1 AlgemeenSelectiviteit tussen beveiligingstoestellen tegen overstroom (OCPD’s) wordt gedefinieerd
in 536.4.1.2 voor overbelasting en in 536.4.1.3 voor kortsluiting. Selectiviteit
tussen toestellen voor aardlekbeveiliging (RCD’s) is gedefinieerd in 536.4.1.4 en selectiviteit tussen beveiligingstoestellen tegen
overstroom (OCPD) en aardlekbeveiliging (RCD) is gedefinieerd in 536.4.1.5.In
536.4.1.2.1 Algemene eisen
Wanneer selectiviteit in figuur 536.1 voor OCPD-21 is vereist, zie tabel 536.2, moet verificatie plaatsvinden volgens een
van de volgende mogelijkheden:— met een coördinatieonderzoek waarbij rekening moet worden gehouden met de van
toepassing zijnde productnorm(en) en de documentatie van de fabrikant(en),— met van toepassing zijnde software, waarbij informatie is geleverd door de fabrikanten
536.4.1.2.4 Tussen vermogensschakelaar (stroomopwaarts) en smeltveiligheid
(stroomafwaarts)
Selectiviteit in geval van overbelasting wordt geverifieerd door vergelijking van de
stroomtijdkarakteristieken, waarbij de instelling van de vermogensschakelaar moet worden
meegenomen, indien van toepassing. De maximale doorlaattijd van de smeltveiligheid zoals
gegeven in de productnorm moet korter zijn dan de minimale aanspreektijd van de
vermogensschakelaar zoals opgegeven door de fabrikant.
Zoeken in de website
132 resultaten
Welke versie van NEN 1010 zit in ‘Werken met NEN 1010’?
Versie NEN 1010:2020 en versie NEN 1010:2015 staat allebei in ‘Werken met NEN 1010’.
Waar gaat NEN 4010 over?
De norm NEN 4010 gaat over elektrische installaties voor laagspanning en geeft eisen die gericht zijn op de algemene Nederlandse installatiepraktijk.
Voor wie is NEN 4010 bedoeld?
NEN 4010 is bedoeld voor ontwerpers en installateurs die de meest voorkomende werkzaamheden aan elektrische installaties voor laagspanning verrichten en inspecteurs.
Wat is het doel van NEN 4010?
Het doel van deze norm is:
— een elektrische installatie goed en veilig te laten werken tijdens normaal gebruik en normaal bedrijf;
— mensen en vee te beschermen tegen gevaren die kunnen optreden in of nabij een elektrische installatie;
— materiële zaken te beschermen tegen schade die kan ontstaan in of nabij een elektrische installatie.
Ter bescherming van mensen, vee en materiële zaken
Waarom is NEN 4010 opgesteld?
De norm NEN 4010 is opgesteld om de vele eisen voor elektrische installaties voor laagspanning voor een brede doelgroep toegankelijk te maken. Niet iedere installateur krijgt in zijn werk te maken met alle eisen die in NEN 1010 staan. Met een norm voor de algemene installatiepraktijk is NEN 4010 voor veel installateurs voldoende om hun veelvoorkomende werkzaamheden uit te voeren.
Wie heeft de norm NEN 4010 geschreven?
De normcommissie NEN 64, Installatievoorschriften, lage spanning, die verantwoordelijk is voor NEN 1010, heeft een implementatiecommissie ingesteld: NEC 64-IC. Deze implementatiecommissie heeft de opdracht gekregen een ´leesbare NEN 1010´ te schrijven.
Hoort NPR 5310 ook bij NEN 4010?
Nee, NPR 5310 is een praktijkrichtlijn bij NEN 1010.
Kan ik ook inspecteren met NEN 4010?
Ja, deel 6 Inspectie van NEN 1010 is versie NEN 4010:2020 opgenomen. Een inspecteur kan aan de hand van NEN 4010 inspecteren of aan de eisen voor aanleg van de elektrische installatie is voldaan.
Behandelt NEN 4010 ook TN-C-stelsels?
Nee, NEN 4010 behandelt geen TN-C-stelsels, want dat is geen algemene installatiepraktijk in Nederland. TN‑C‑stelsels kunnen zwerfstromen veroorzaken, met daardoor een verhoogd risico op brand, corrosie en elektromagnetische interferentie.
TN-C-stelsels zijn niet toelaten in onder andere:
gebouwen met informatietechnologie;
gebouwen met landbouw, tuinbouw of veeteelt.
Welke beschermingsmaatregelen vallen buiten het toepassingsgebied van NEN 4010?
De volgende beschermingsmaatregelen vallen buiten het toepassingsgebied van deze norm:
— bescherming door hindernissen;
— bescherming door plaatsing buiten handbereik;
— bescherming door plaatselijke vereffening die niet met aarde is verbonden;
— bescherming door niet-geleidende ruimten;
— galvanische scheiding van de voeding voor meer dan één elektrisch toestel.