Zoeken in
Zoeken in normen
9494 resultaten
52.B.6.2 Andere installatiemethoden
a) Kabel op een vloer of tegen een plafond: deze methode is ongeveer gelijk aan basisinstallatiemethode C. Vanwege de lagere natuurlijke luchtstroom moet de belasting van een kabel tegen een plafond echter iets worden verminderd (zie tabel 52.B.17) ten opzichte van een kabel op een muur.b) Kabelbaansysteem: een geperforeerde kabelbaan heeft een regelmatig patroon van gaten om de kabel te kunnen
52.E.1 Correctiefactoren voor hogere harmonische stromen in vier- of vijfaderige kabels met vier belaste aders
Het bepaalde in 523.6.3 houdt in dat de stroom in de nul in rekening moet worden gebracht bij het bepalen van de hoogste toelaatbare stroom in een stroomketen, wanneer de warmte, opgewekt door de stroom in de nul, niet wordt gecompenseerd door een overeenkomstige reductie van de warmteopwekking in de fasen.Deze bijlage heeft betrekking op situaties waarbij stroom vloeit in de nul van een driefasestelsel
52.E.2 Voorbeelden van de toepassing van correctiefactoren voor hogere harmonischen
Algemene gegevens:— een driefasestroomketen;— ontwerpstroom van 39 A;— vieraderige kabel;— PVC-isolatie;— tegen een wand aangebracht (basisinstallatiemethode C).Volgens tabel 52.B.4 is de toelaatbare stroom van een kabel met geleiders van koper en een doorsnede van 6 mm2 41 A, hetgeen toepasbaar is indien geen hogere harmonische stromen vloeien.a) Indien het aandeel van de derde harmonische
52.G
Bijlage 52.G(informatief)Spanningsverlies in installaties van eindgebruikersMaximale waarde van spanningsverliesHet spanningsverlies tussen het begin van een installatie en enig punt waar zich een belasting bevindt, zou niet groter mogen zijn dan de waarden gegeven in tabel 52.G.1, in relatie tot de waarde van de nominale spanning van de installatie.Tabel 52.G.1
—
SpanningsverliesType installatieVerlichting
52.G
Bijlage 52.G(informatief)Spanningsverlies in installaties van eindgebruikersMaximale waarde van spanningsverliesHet spanningsverlies tussen het begin van een installatie en enig punt waar zich een belasting bevindt, zou niet groter mogen zijn dan de waarden gegeven in tabel 52.G.1, in relatie tot de waarde van de nominale spanning van de installatie.Tabel 52.G.1
—
SpanningsverliesType installatieVerlichting
52.H
Bijlage 52.H(informatief)Voorbeelden van parallel geschakelde leidingenDe in bepaling 523.7 genoemde speciale configuratie kan zijn:a) voor vier drieaderige kabels het aansluitschema: L1L2L3, L1L2L3, L1L2L3, L1L2L3; hierbij mogen de kabels elkaar raken;b) voor zes eenaderige kabels (twee eenaderige kabels per fase) en twee eenaderige kabels voor de nul:1) in het platte vlak, zie figuur 52.H.1
53.B.2 TN-C en TN-C-S-stelsels – driefasevoeding
Figuur 53.B.5
—
Voorbeeld van installatie van een SPD-samenstel in een TN-C-stelselLegenda1Laagspanningsschakel- en verdeelinrichting2HV/LV-transformator3Materieel/installatie4Hoofdaardrail (HAR)5Subaardrail (SAR)6SPD-samenstelOCPD1Toestel(len) voor overstroombeveiliging op het voedingspunt van de installatieSPDToestel voor overspanningsbeveiligingOCPD2Toestel(len) voor overstroombeveiliging indien
53.C
Bijlage 53.C(informatief)Installatie gevoed door bovengrondse leidingenWanneer overspanningsbeveiliging is vereist overeenkomstig rubriek 443, wanneer de voedingsleidingen die het gebouw binnenkomen, bovengronds zijn aangelegd en wanneer rekening moet worden gehouden met de kans op blikseminslag op de voedingsleidingen tussen het gebouw en de eerste elektriciteitsmast, moeten toestellen voor overspanningsbeveiliging
537.B.2.2
Elke C1brandC1schakelaar zou moeten voldoen aan de volgende eisen, waar van toepassing:— Voor een buiteninstallatie zou de C1brandC1schakelaar buiten het gebouw en naast het materieel moeten zijn geplaatst, of in plaats daarvan zou een bordje met de plaats van de C1brandC1schakelaar naast het materieel moeten worden geplaatst en zou een bordje naast de C1brandC1schakelaar moeten worden geplaatst
54.C.3.3
De leidingen van de in beton aangebrachte fundatieaardelektrode behoren ten minste één aansluitpunt te hebben voor de verbinding met de elektrische installatie van het gebouw. Daarbij behoren de verbindingen van de fundatieaardelektrode met dit aansluitpunt binnen het gebouw uit het beton te komen en te lopen naar een geschikt aansluitpunt (bijvoorbeeld de hoofdaardrail of - klem) of behoren ze te
Zoeken in de website
135 resultaten
Minder projectstress dankzij nieuwe lijst Nederlandse bepalingen
Vertaling n-bepalingen uit NEN 1010 moet zorgen voor soepeler internationale handel
Auteur: Jaap Meijers
Datum: maart 2019
NEN 1010 is de belangrijkste norm op het gebied van elektrotechniek in Nederland. De norm is in beginsel een vertaling van de Europese installatievoorschriften voor laagspanningsinstallaties, vastgelegd in de HD-IEC 60364-reeks. Maar bedrijven die alleen naar de internationale
'Een norm is altijd een compromis'
Het belang van de normering van hoogspanningstransformatoren.
Waar zouden we zijn zonder elektriciteit? In onze moderne samenleving zijn we geheel afhankelijk van een betrouwbare elektriciteitsvoorziening. Hierbij spelen hoogspanningstransformatoren een belangrijke rol. Niet vreemd dus dat binnen NEN een commissie zich bezighoudt met alle normeringsaspecten op dit gebied. Dr. ir. At Keet, namens
Veiligheid PV-panelen: werk aan de winkel
Gepubliceerd in Mag 1010 / 02-2020
Auteur: dr. Gerrit Tenkink
Over de veiligheid van PV-panelen en dan met name de eenvoudige huisinstallaties, is het nodige te doen. Veel van de berichten komen uit de inspectiehoek, waar wordt opgemerkt dat de installatie van de panelen en randapparatuur vaak op een weinig deskundige manier plaatsvindt. De JWG PV is opgericht als reactie op deze berichten.
Mag1010
Meer over Mag1010
Mag1010 is een onafhankelijk vaktijdschrift voor functionarissen betrokken bij het ontwerp en de realisatie van elektrotechnische en ICT-installaties in de bouw, utiliteit, zorg en industrie.
Als vaktijdschrift voor de elektrotechniek geeft Mag1010 informatie over de norm NEN 1010 en alle daarmee verband houdende andere normen. Het blad informeert over de ontwikkeling en toepassing
Nieuwe NEN 4010 als beter leesbare versie van NEN 1010
Tekst: Rob Kaspers Op 10 oktober 2020 werd het NEN 1010 LIVE! event gehouden, waarin de komende wijzigingen van NEN 1010:2020 werd toegelicht. Ook werd NEN 4010:2020 gepresenteerd. Hieronder een korte toelichting van de wijzigingen en nieuwe onderwerpen in NEN 4010.
NEN 4010:2020 vervangt NEN 4010:2019. Een logische stap, want NEN 4010 moet uiteraard in de pas lopen met NEN 1010:2020. Deze NEN
Spanningsverlies en spanningsopdrijving (PV-systemen)
Tekst: Rob Kaspersdecember 2020
Niet goed functionerende apparatuur, hogere opgenomen stroom van apparaten waardoor overbelasting ontstaat, minder lichtopbrengst, lichtflikkering en niet goed werkende relais, kunnen het gevolg zijn van een te groot spanningsverlies.
Elke geleider heeft weerstand. Wanneer er stroom door een weerstand loopt, ontstaat een spanningsval.
NEN 1010 geeft aan in 525
Bij werken onder spanning zijn PBM’s niet voldoende
Het gebruik van PBM’s Persoonlijke BeschermingsMiddelen) bij het werken ontslaat je niet van een aantal veiligheidsprocedures die je in acht moet nemen. Maar daar wordt vaak te makkelijk aan voorbij gegaan. Beschermende handschoenen of gelaatsbescherming is niet voldoende. Vaak zijn aanvullende maatregelen verplicht.
Als ik kijk naar mijn arbeidsverleden heb ik erg vaak onnodig risico genomen bij
Spanningsopdrijving (PV-systemen): wie lost het probleem van ongewenste uitval op?
Regelmatig hoor ik mensen klagen over ongewenste uitval van de omvormer van hun PV-systeem. In het voorjaar of in de zomer wordt vaak maximaal elektriciteit opgewekt, terwijl de afname minimaal is. De spanningsopdrijving wordt dan te groot, waardoor de omvormer automatisch uitschakelt.
In een eerder artikel heb ik geschreven over spanningsverlies en spanningsopdrijving door PV-systemen. Daarin leg
De aardlekbeveiliging (RCD) in het ontwerp van de installatie
Inmiddels is bij veel elektrotechnici bekend dat in NEN 1010:2020 het maximumaantal van vier groepen achter één RCD (aardlekbeveiliging) is losgelaten. Daarover is veel discussie gevoerd en dat is bij dit soort wijzigingen begrijpelijk. Stuurt NEN 1010:2020 de installateur nu het bos in, of zijn er toch nog richtlijnen waarmee rekening moet worden gehouden. Hoe passen we de nieuwe tekst uit NEN 1010