Resultaat verfijnen

Normen
Status
Filters wissen
Zoeken in normenFilter resultaten
6951 resultaten
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:10.2.1.2   Verlichting
Verlichting kan een hoog energieverbruik in een elektrische installatie vertegenwoordigen, afhankelijk van het type lampen en armaturen dat is toegepast. Verlichtingsregeling is een van de gemakkelijkste manieren om het energierendement te verbeteren. Er behoort daarom zorgvuldig te worden nagedacht over verlichtingsregeling. Het type lamp, het voorschakelapparaat en de schakel- en regelinrichting
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:10.2.4   Lokale voedingsbronnen
8-1:10.2.4.1   Hernieuwbare en lokale opwekking van energieLokale bronnen van hernieuwbare energie en andere lokale productiebronnen verhogen op zich niet het rendement van de elektrische installatie, maar het verlagen van de algehele verliezen van het openbare net als gevolg van de verlaging van het energieverbruik uit dat net kan worden beschouwd als een indirecte energierendementsmaatregel.Zie voor
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:11   Maatregelen
Metingen moeten worden geanalyseerd en vervolgens moeten er directe of programmatische maatregelen worden getroffen:—   directe maatregelen bestaan uit het onmiddellijk aanbrengen van energierendementsverbeteringen, zoals het bedienen van ramen of het beheersen van temperaturen;—   programmatische maatregelen bestaan uit het analyseren van eerdere metingen gedurende een bepaald tijdsbestek (bijvoorbeeld
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:A.3   Methode van de gemiddelde tracélengte
De volgende 3D-methode is gebaseerd op de gemiddelde tracélengte waar de leidinglengten en leidingtracés van de bron(nen) naar de belastingen in beschouwing worden genomen. Meerdere leidingtracés worden met elkaar vergeleken. Het tracé met de kortste gemiddelde lengte is dat met het meest gunstige rendement.De gemiddelde tracélengte wordt als volgt berekend: met:lgemis de gemiddelde tracélengte;liis
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:B.1   Algemeen
Het doel van deze methode is om een beoordelingsmethode te geven voor het energierendement van een elektrische installatie, gebaseerd op de van toepassing zijnde parameters die dit rendement beïnvloeden, in overeenstemming met de uitgangspunten beschreven in het hoofddeel van dit document. De methode is van toepassing op zowel nieuwe als bestaande installaties, op locaties met onder meer industriële
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:B.2   Rendementsklassen voor elektrische installaties
Het energierendement van een elektrische installatie wordt geschaald in een van de volgende klassen van laag rendement naar hoog rendement: EE0, EE1, EE2, EE3, EE4 en EE5, zie figuur 8-1:B.1.Figuur 8-1:B.1 — Rendementsniveau van de rendementsklassen
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:B.3.2   Industrieel, commercieel en infrastructureel
8-1:B.3.2.1   AlgemeenVoor industriële en commerciële gebouwen en voor infrastructuur worden voor de beoordeling de parameters uit tabel 8-1:B.2 gebruikt.Tabel 8-1:B.2 — EnergierendementsmaatregelenParameterNaamZieInitiële installatie (II)II01Bepaling van het energieverbruikB.3.2.2.1II02Verbruik en locatie van de transformator en de hoofdschakel- en verdeelinrichtingB.3.2.2.2II03SpanningsverliesB.3.2.2.3II04Rendement
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:B.3.2.2   Initiële installatie (II)
8-1:B.3.2.2.1   Parameter II01: Bepaling van het energieverbruikDeze parameter vertegenwoordigt het energieverbruik (zie 8-1:6.2).De beoordeling is bedoeld om het percentage K1 te bepalen van het jaarlijkse verbruik van de belastingen waarvan het energieverbruik wordt gemeten aan het begin van de maas ten opzichte van het jaarlijkse energieverbruik van de installatie.K1 wordt berekend met de volgende
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:B.3.2.3   Energiemanagement (EM)
8-1:B.3.2.3.1   Parameter EM01: zonesDeze parameter vertegenwoordigt de bepaling van de zones in de installatie (zie 8-1:7.1).Het aantal aan parameter EM01 toe te kennen punten wordt bepaald door de berekening van KZ en de puntentoekenning volgens tabel 8-1:B.9.De beoordeling is gebaseerd op de volgende vergelijking: met:ais de oppervlakte van de installatie in m2 waar zones zijn gedefinieerd;bis de
NEN 1010-8:2021 Norm
8-1:B.3.2.3.1   Parameter EM01: zones
Deze parameter vertegenwoordigt de bepaling van de zones in de installatie (zie 8-1:7.1).Het aantal aan parameter EM01 toe te kennen punten wordt bepaald door de berekening van KZ en de puntentoekenning volgens tabel 8-1:B.9.De beoordeling is gebaseerd op de volgende vergelijking: met:ais de oppervlakte van de installatie in m2 waar zones zijn gedefinieerd;bis de oppervlakte van de hele installatie
Zoeken in de websiteFilter resultaten
135 resultaten
Pagina
DC en Betonrot
Als we niet opletten, wordt DC-lekstroom  een groot probleem. DC-lekstroom veroorzaakt corrosie (roest) en kan in gebouwen de bewapening en bij PV-velden dichtbij liggende ondergrondse infrastructuur aantasten; een potentiële tijdbom. Wat is het probleem? Doordat we steeds meer ‘all-electric’ gaan en er een verschuiving plaatsvindt van wisselspanning (AC) naar gelijkspanning (DC), neemt het risico
Pagina
Leidingontwerp voor een omvormer van 55 kW
Tekst: Rob KaspersDatum: Februari 2021 In dit artikel maak ik een leidingontwerp van een omvormer (SE55K) met een maximaal AC vermogen van 55 kW. Deze omvormer wordt aangesloten op een TN-stelsel. Figuur 1. SE55K Bron: Handleiding solar edge Ik maak gebruik van een YMvK-as (koperen geleiders). Deze kabel wordt in de grond gelegd tegen de 6 andere kabels in een bundel. De temperatuur
Pagina
Als automatische uitschakeling van de voeding niet mogelijk is bij omvormers met vermogenselektronica
Dit voorjaar heb ik een artikel geschreven over maximale uitschakeltijden t.b.v. bescherming tegen elektrische schok (foutbescherming volgens 411.3.2). Tabel 41.1 vermeldt de maximale uitschakeltijden in het kader van: ‘Automatische uitschakeling van de voeding bij het optreden van een aardfout’. Daarbij heb ik NEN 1010:2015 met NEN 1010:2020 vergeleken. NEN 1010:2015
Pagina
Optellen van belastingstromen en invoedende stromen in de PV-installatie
Dit artikel gaat over een installatieschema waarbij een inspecteur commentaar heeft gegeven. Dit schema is al eerder op LinkedIn gedeeld en vanuit de markt is er volop gereageerd. Ook door experts met een heldere uitleg. Die inzichten wil ik graag in dit artikel bundelen, met dank aan de mensen die gereageerd hebben. Auteur: Rob Kaspers Figuur 1: in de correctie worden belastingstromen en
Pagina
Leidingberekening met NEN 4010 deel 3
Dit artikel is de laatste van een driedelige serie over het berekenen van een leiding met behulp van NEN 4010:2020+C1:2022. Alleen de stappen 5 en 6 van het stappenplan uit figuur 1 moeten nog worden uitgevoerd. Auteur: Rob Kaspers Figuur 1: Stappenplan uit 5.2.2 van NEN 4010:2020+C1:2022. In deel 2 waren we geëindigd met de conclusie dat we, zowel bij toepassing van de installatieautomaat
Pagina
Hoe dik moet die aarde zijn?
“Is die aardedraad nou een aardleiding, beschermingsleiding, beschermende vereffeningsleiding of beschermende vereffeningsleiding voor aanvullende potentiaalvereffening en welke doorsnede moet die hebben?” Rob Kaspers legt dit in dit artikel uit. Tijdens een cursus NEN 1010 is dit een regelmatig terugkerende vraag en dan vaak met de aanvullende vraag: waar staat dat en hoe kun je de correcte doorsnede
Vraag & antwoord
Wat zijn de belangrijkste eisen uit NEN 1010?
NEN 1010 geeft eisen voor het ontwerp en de aanleg van elektrische laagspanningsinstallaties zodanig dat: een bedrijfszekere installatie wordt verkregen, zonder gevaar voor elektrische schok (elektrocutie) en zonder het risico dat brand wordt veroorzaakt.
Vraag & antwoord
Wat is het verschil tussen NEN 1010 en NPR 5310?
NEN 1010 geeft de eisen waaraan elektrische laagspanningsinstallaties in Nederland moeten voldoen. NPR 5310 is de Nederlandse praktijkrichtlijn die uitleg geeft over en interpretatievoorbeelden bevat van een aantal eisen uit NEN 1010.
Vraag & antwoord
Wanneer is er voor een stroomketen aanvullende bescherming door een 30mA-aardlekschakelaar nodig?
Dit staat in bepaling 411.3.3 van NEN 1010: bij gebruik van contactdozen met een toegekende stroom van ten hoogste 20 A voor algemeen gebruik door leken; bij verplaatsbaar elektrisch materieel voor gebruik buiten met een toegekende stroom van maximaal 32 A; bij aansluitpunten voor verlichting in ruimten met een woonfunctie, een celfunctie, een logiesfunctie of op woonschepen. Dit geldt niet
Vraag & antwoord
Mag ik de norm uitprinten?
Dat mag, alleen is dit wel voor eigen gebruik.