Zoeken in
Zoeken in normen
6951 resultaten
8-1:8.3 Input uit belastingen, sensoren en prognoses
8-1:8.3.1 Algemeen8-1:8.3.1.1 Meten van parametersMeten is de sleutel om het rendement van de installatie te bepalen en te beoordelen. Meting van elektrische parameters is noodzakelijk om het elektriciteitsverbruik te bepalen en moet worden aangevuld met meting van van toepassing zijnde bepalende parameters zoals:— aanwezigheid van mensen;— temperatuur;— luchtkwaliteit (bijvoorbeeld CO2);
8-1:8.3.1 Algemeen
8-1:8.3.1.1 Meten van parametersMeten is de sleutel om het rendement van de installatie te bepalen en te beoordelen. Meting van elektrische parameters is noodzakelijk om het elektriciteitsverbruik te bepalen en moet worden aangevuld met meting van van toepassing zijnde bepalende parameters zoals:— aanwezigheid van mensen;— temperatuur;— luchtkwaliteit (bijvoorbeeld CO2);— daglicht;— bedrijfstijd
8-1:8.3.1.1 Meten van parameters
Meten is de sleutel om het rendement van de installatie te bepalen en te beoordelen. Meting van elektrische parameters is noodzakelijk om het elektriciteitsverbruik te bepalen en moet worden aangevuld met meting van van toepassing zijnde bepalende parameters zoals:— aanwezigheid van mensen;— temperatuur;— luchtkwaliteit (bijvoorbeeld CO2);— daglicht;— bedrijfstijd;— energieprijs.
8-1:8.3.1.2 Eisen aan meetnauwkeurigheid en meetbereik
Meting van het energieverbruik maakt de aangeslotene bewust van zijn verbruik. Als gevolg daarvan moeten nauwkeurigheid en meetbereik van het meettoestel op het beoogde verbruik worden aangepast.Voor gebouwen zoals woningen, winkels, openbare gebouwen, kantoren, is de hoogste meetnauwkeurigheid noodzakelijk bij het voedingspunt van de installatie, indien de meting wordt gebruikt voor facturering of
8-1:8.3.4.3 Proces van voortdurende verbetering
Een proces van voortdurende verbetering is noodzakelijk voor energierendement. In latere stadia van het proces worden de verschillen die moeten worden gemeten, steeds kleiner en een meettoestel met een betere meetnauwkeurigheidsklasse dan het minimum dat is vastgesteld in tabel 8-1:2, kan dan nodig zijn.Om na te gaan of de beoogde energierendementsdoelen zijn gehaald, moet de nauwkeurigheidsklasse
8-1:8.3.4.4 Metingen voor de verificatie van het plan van aanpak voor het energierendement
De doelmatigheid van de acties die zijn uitgevoerd in overeenstemming met het plan van aanpak voor het energierendement, moet worden geverifieerd. Dit maakt het mogelijk om succes aan te tonen of om de redenen achter afwijkingen te doorgronden.Voor elk punt in het plan van aanpak voor energierendement moet de energiebesparing die in elk deel van de installatie of het materieel is gerealiseerd, afzonderlijk
8-1:8.3.5 Prognoses
Prognoses vormen input voor het energierendementsmanagementsysteem zoals:— weersvoorspellingen voor het doelmatig aansturen van elektrische toestellen met thermische massa, zoals HVAC of verwarmingen;— bezettingsgraadprognoses voor het voorkomen van onnodig verbruik door elektrische toestellen;— prognose van hernieuwbare energieproductie;— productieplanning op basis van de beschikbaarheid van
8-1:9.2 Installatielevenscyclusmethodiek
De benadering van het energierendement komt overeen met een permanente cyclus die tijdens de volledige levensduur van de elektrische installatie gevolgd moet worden. Wanneer metingen eenmaal zijn uitgevoerd (eenmalig, incidenteel of permanent), moeten de geïdentificeerde maatregelen geïmplementeerd worden, waarna op regelmatige basis verificatie en onderhoud behoren te worden uitgevoerd. Het meten
8-1:9.3.3 Verificatie
Het algemene doel van actieve of passieve maatregelen voor elektrische-energierendement is optimalisatie van het totale gebruik van elektrische energie. Het is daarom noodzakelijk de doeltreffendheid te bepalen van het plan van aanpak (8-1:9.3.2) voor de hele elektrische installatie gedurende de totale levensduur van de installatie. Dit kan worden gerealiseerd door permanente bewaking en/of periodieke
8-1:10.1 Algemeen
Rubriek 8-1:10 beschrijft de eisen voor analyse of middelen die de ontwerper van een elektrische installatie of een installatiebeheerder moet gebruiken om actieve of passieve rendementsmaatregelen vast te stellen en een prestatieniveau voor energierendement te realiseren. Deze maatregelen en niveaus worden gebruikt om het installatieprofiel en de rendementsklasse van de elektrische installatie als
Zoeken in de website
135 resultaten
Hoe leg ik vast dat ik volgens NEN 4010 werk?
U kunt in de afspraken die u met uw opdrachtgever maakt, vastleggen dat u volgens NEN 4010 werkt.
Welke stroomstelsels behandelt NEN 4010?
NEN 4010 behandelt de volgende stroomstelsels en wijzen van aarding:
— TN-stelsels met één voedingsbron;
— TN-stelsels met meerdere voedingsbronnen;
— TT-stelsel.
Welke elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van NEN 4010?
De volgende elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van deze norm:
Gelijkstroominstallaties (DC);
IT-, IU- en IM-stroomstelsels;
TN-C-stroomstelsels;
Beveiliging tegen overspanning veroorzaakt door aardfouten;
Laagspanningsopwekeenheden.
Daarnaast is NEN 4010 niet van toepassing op elektrische installaties van:
Jachthavens en vergelijkbare terreinen
Voldoe ik aan NEN 1010 en/of het Bouwbesluit als ik NEN 4010 volg?
NEN 4010 is niet aangewezen in het Bouwbesluit. NEN 4010 is gebaseerd op NEN 1010:2015 en NEN 1010:2015/C2:2016. Als u voldoet aan NEN 4010, voldoet u ook aan deze editie van NEN 1010 en het Bouwbesluit. Uiteraard wel voor wat betreft het toepassingsgebied van NEN 4010.
Is het mogelijk om met NEN 4010 een inspectierapport op te stellen?
Het gaat dan om een inspectierapport om aan te geven dat een installatie voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit. In NEN 1010: 2020 is het onderwerp Inspectie ook opgenomen.
Gaan opdrachtgevers vragen om installaties conform NEN 4010?
Dat is zeker de verwachting. En dat is niet in conflict met het Bouwbesluit, dus dat is geen probleem. Houd wel rekening met het toepassingsgebied van NEN 4010.
Kan ik in NEN 4010 aanvullende eisen bij bijzondere ruimten (NEN 1010 deel 7) vinden?
Ja. In NEN 4010 zijn de bijzondere ruimten - de aanvullende eisen uit deel 7 NEN 1010 -in de hoofdstukken 4 (Beschermingsmaatregelen) en 5 (Keuze en installatie van elektrisch materieel) verwerkt. Ook de bijlagen van NEN 1010 zijn, waar van toepassing, in de hoofdstukken 4 en 5 verwerkt.
Heb ik een NEN 1010-certificaat nodig om elektrische laagspanningsinstallaties te mogen aanleggen?
Er is geen wettelijke verplichting die zegt dat je een certificaat moet hebben om te mogen installeren of inspecteren. Certificaten zijn niet verplicht: niet voor personen en niet voor bedrijven. Het kunnen tonen van een certificaat kan echter wel helpen om klanten te overtuigen van de deskundigheid van betreffende bedrijf/persoon.
Welke versie van NEN 1010 is aangewezen in het Bouwbesluit?
Op dit moment is de 2015-versie van NEN 1010 aangewezen in het Bouwbesluit. Dat betekent dat bouwvergunningen worden verstrekt op basis van NEN 1010:2015 en dat het toepassen van deze editie van de norm een voldoende veilige elektrische installatie oplevert.
Is NEN 1010:2020 (automatisch) ook van toepassing in het Bouwbesluit na uitkomen?
Nee, deze dient eerst door de wetgever aangewezen te worden.