Zoeken in
Zoeken in normen
9494 resultaten
4.2 Basisregels
Voor de bepaling van de warmteweerstandscoëfficiënt van de grond in Nederland behoren de volgende basisregels te worden gevolgd:— Bepaal met behulp van tabel 1 de warmteweerstandscoëfficiënt op basis van de grondsoort en het vochtgehalte.— Gebruik bij toepassing van tabel 1 de uitleg en voorbeelden in dit deel voor:— de keuze van de grondsoort en het vochtgehalte;— het voorkomen van uitdroging
4.3 Uitgangspunten
4.3.1 AlgemeenIn NEN 1010:2015 wordt in de tabellen 52.B.2 tot en met 52.B.5 voor de toelaatbare stromen van in de grond gelegde kabels standaard uitgegaan van een warmteweerstandscoëfficiënt van de grond van 2,5 K∙m/W. Deze waarde wordt ook gebruikt in de HD-IEC 60364-reeks en kan volgens die norm wereldwijd worden gebruikt indien de grondsoort en de geografische plaats niet nader zijn gespecificeerd.Op
4.3.3 Warmteweerstandscoëfficiënt van diverse grondsoorten bij diverse vochtgehalten
Tabel 1 geeft de warmteweerstandscoëfficiënt van diverse grondsoorten bij diverse vochtgehalten.Bij de bepaling van de conditie van de grond kan gebruik worden gemaakt van de richtlijnen in 4.3.5, of kan deze worden vastgesteld door metingen (zie 4.3.8).
4.5 Voorbeelden
Voorbeeld 1: De grondsoort (zand) en conditie (vochtig) zijn bekend en er is geen kans op uitdroging van de grond.GegevensVanaf een transformatorhuisje moet een kabelverbinding worden aangelegd naar een verdeelinrichting in een gebouw.De belastingsstroom is vastgesteld op 500 A. De kabel wordt beveiligd door middel van een 500A-automaat volgens NEN-EN-IEC 60947-2. In het gebouw wordt de kabel geïnstalleerd
4 Kerndoorsnede van de nulleiding in driefasestroomketens
4.1 Stroom door de nulleiding4.1.1 AlgemeenIn een driefasestroomketen zal in het geval van volledige symmetrische belasting van de fasen en een zuivere 50 Hz stroomvorm de nulleiding geen stroom voeren. Zie figuur A.1.In de praktijk kan de nulleiding echter een (grote) stroom voeren als gevolg vana) harmonischen in de fasestromen, en/ofb) asymmetrische fasestromen (onbalans).OPMERKINGIn dit
4.2 Bepaling van de kerndoorsnede van de nulleiding
4.2.1 BasisregelsOp grond van 523.6.3 van NEN 1010:2015 moet de doorsnede van de nulleiding ten minste gelijk zijn aan de doorsnede van de fasegeleiders als de totale harmonische vervorming (THDi) meer dan 15 % bedraagt.Bepaling 524.3 van NEN 1010:2015 laat toe – onder bepaalde voorwaarden – de doorsnede van de nulleiding kleiner te kiezen dan de doorsnede van de faseleidingen.Volgens NEN 1010:2015
4.2.2 Vier- of vijfaderige kabel met vier belaste aders
4.2.2.1 UitgangspuntenIn NEN 1010:2015 is in bijlage 52.E het uitgangspunt dat de doorsnede van de nul gelijk is aan die van de fasegeleiders.Bij de bepaling van de doorsnede van de nul (en de doorsnede van de fasegeleiders) moet rekening worden gehouden met de som aan verliezen in de kabel in zowel de fasen als de nul.Omdat de tabellen voor toelaatbare stroom (voor een driefasestroomketen) uitgaan
4.2.2.1 Uitgangspunten
In NEN 1010:2015 is in bijlage 52.E het uitgangspunt dat de doorsnede van de nul gelijk is aan die van de fasegeleiders.Bij de bepaling van de doorsnede van de nul (en de doorsnede van de fasegeleiders) moet rekening worden gehouden met de som aan verliezen in de kabel in zowel de fasen als de nul.Omdat de tabellen voor toelaatbare stroom (voor een driefasestroomketen) uitgaan van drie belaste geleiders
4.2.2.2 Bepaling van de doorsnede van de nul
De bepaling van de doorsnede van de nul is afhankelijk van de totale harmonische vervorming. Tabel 2 beperkt zich tot situaties van derde harmonische in de fasestroom omdat deze dominant is in de nul.Tabel 2
—
Bepaling van de kerndoorsnede van de nulAandeel derde harmonische in de fasestroom
%Doorsnede nulAlgemene basisregelsBij vier- of vijfaderige kabel met een doorsnede van de nulleiding gelijk
B.1 0 % – 15 % derde harmonische
Tot een aandeel van 15 % derde harmonische hoeft geen correctiefactor te worden toegepast als de doorsnede van de nulleiding gelijk is aan de doorsnede van de fasegeleiders In dit geval zijn de verliezen in de nul te verwaarlozen ten opzichte van de totale verliezen in de fasegeleiders.Bij 15 % derde harmonische is de verhouding tussen de rms-waarden van de nulstroom en de fasestroom gelijk aan
.
Zoeken in de website
135 resultaten
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur
Tekst: Rob KaspersOp 23 april 2021 is NEN 1010:2020 gepubliceerd. In de loop van de tijd zijn er artikelen verschenen over de aard van de veranderingen. In de volgende serie artikelen over NEN 1010:2020 zal ik de aandacht vestigen op een aantal wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur, of installatieverantwoordelijke.
NEN 1010:2020 houdt in
Beschermende vereffening
Beschermende vereffening werd eerder basispotentiaalvereffening genoemd. Het heet nu beschermende vereffening om aan te duiden dat het om potentiaal vereffening gaat in verband met de veiligheid. Dit artikel gaat in op de werking van beschermende vereffening (niet te verwarren met de aanvullende beschermende potentiaalvereffening, zoals die in een ruimte met een bad of douche moet worden toegepast)
Herziening Machinerichtlijn in de maak
Momenteel wordt hard gewerkt aan een herziening van de Machinerichtlijn. Deze richtlijn zal vervangen worden door de nieuwe Machineverordening. Hoewel de Machinerichtlijn voor het grootste deel nog behouden zal blijven, is deze op onderdelen toe aan vernieuwing. De huidige stamt immers uit 2006 en is op bepaalde onderdelen ingehaald door de stand der techniek.
Wanneer precies deze Machineverordening
Waarom een type B aardlekbeveiliging toepassen?
Auteur: Rob Kaspers
In dit artikel gaat Rob Kaspers uit op de verschillende types aardlekschakelaars. En waarom je een type B aardlekbeveiliging moet toepassen.
De toepassing van de type B RCD (aardlekbeveiliging), raakt steeds meer ingeburgerd. Toch zijn er genoeg voorbeelden van projecten waar type A RCD’s zijn toegepast, terwijl dit een type B moet zijn. Dat heeft nadelige gevolgen voor de
Op welke installaties is NEN 1010 van toepassing?
NEN 1010 is van toepassing op vast aangelegde elektrische installaties met lage spanning (tot 1000 V wisselspanning of 1500 V gelijkspanning). Bijvoorbeeld in woonhuizen, winkels, kantoorgebouwen, hotels, scholen, theaters en boerderijen.
NEN 1010 is niet van toepassing op bijzondere installaties, zoals de elektrische uitrusting van machines, installaties op schepen en elektrische tractiesystemen
Bestaat er een NEN 1010-certificaat?
Nee, maar het is vaak wel mogelijk om na oplevering of inspectie van een installatie een verklaring te laten opstellen door een installateur of inspecteur waarin deze bevestigt dat de installatie voldoet aan NEN 1010. Een dergelijke verklaring kan worden beschouwd als ‘NEN 1010-certificaat’.
Wat is NEN 4010?
NEN 4010 is een norm met eisen voor het ontwerpen en het installeren van elektrische installaties voor laagspanning. Deze norm is gebaseerd op de Nederlandse omstandigheden en de algemene Nederlandse installatiepraktijk.
Als ik aan NEN 4010 voldoe, voldoe ik dan ook aan NEN 1010?
Met NEN 4010 voldoet u als installateur ook aan de elektrotechnische veiligheidseisen in de bouwwet- en regelgeving. Dat geldt alleen binnen het toepassingsgebied van NEN 4010. Voor onderwerpen die buiten het toepassingsgebied van NEN 4010 vallen, moet NEN 1010 worden gebruikt.