Zoeken in
Zoeken in normen
6276 resultaten
528.1 Nabijheid van elektrische voorzieningen
Stroomketens behorend tot spanningsband I en II volgens
NEN 10449 mogen zich niet bevinden in hetzelfde
leidingsysteem, tenzij is voldaan aan een van de volgende voorwaarden:— elke kabel of geleider is geïsoleerd voor de hoogste aanwezige spanning,— elke geleider van een meeraderige kabel is geïsoleerd voor de hoogste in de kabel
aanwezige spanning,— de kabels zijn geïsoleerd voor de spanning
528.3.5
In een liftschacht (of hijskoker) mogen geen leidingsystemen worden aangebracht, tenzij
deze deel uitmaken van de liftinstallatie.
530.1 Onderwerp en toepassingsgebied
Dit hoofdstuk bevat de algemene eisen voor besturen, beveiligen, schakelen en scheiden en
de eisen betreffende de keuze en installatie van de toestellen die hiervoor worden
gebruikt.
530.3 Termen en definities
Zie 2.530.3.1 en volgende.
530.5.2
Materieel zonder omhulling moet worden geïnstalleerd in een geschikte kast of omhulling
overeenkomstig het gestelde in de NEN-EN-IEC 60670-reeks,
NEN-EN-IEC 62208 of een andere norm die van toepassing is,
zoals de NEN-EN-IEC 61439-reeks.
531.3.4.1
In AC-installaties waar toestellen voor aardlekbeveiliging (RCD’s) toegankelijk zijn voor
leken (BA1), kinderen (BA2) of personen met een beperking (BA3), moeten deze toestellen in
overeenstemming zijn met:— NEN-EN-IEC 61008-1 en
NEN-EN 61008-2-1 voor toestellen voor aardlekbeveiliging
zonder geïntegreerde overstroombeveiliging (RCCB’s),— NEN-EN-IEC 61009-1 en
NEN-EN 61009-2-1 voor toestellen
531.3.5.2 TN-stelsels
Toestellen voor aardlekbeveiliging moeten worden geïnstalleerd bij het voedingspunt van
het te beschermen installatiedeel. De eisen met betrekking tot ongewenst aanspreken in
531.3.2 moeten ook in aanmerking worden
genomen.OPMERKINGMeerdere stroomketens mogen door hetzelfde toestel worden beveiligd, behalve wanneer er
bijzondere eisen worden gesteld aan de selectiviteit.De scheiding van de PEN-leiding
531.3.5.4.1 Algemeen
In IT-stelsels is beveiliging van de nulleiding door een toestel voor aardlekbeveiliging
(RCD) toegestaan, op voorwaarde dat aan de eisen in 431.2.2 is voldaan.
531.3.5.4.2 Tweede fout in een andere actieve leiding wanneer metalen gestellen zijn
vereffend
Daar waar toestellen voor aardlekbeveiliging zijn toegepast volgens 411.6.4 a), moet één toestel per stroomketen worden
toegepast.De kenmerken van dit toestel voor aardlekbeveiliging moeten worden bepaald volgens tabel 41.1.
532.2 Toestellen voor aardlekbeveiliging (RCD’s) als bescherming tegen het ontstaan van
brand
Toestellen voor aardlekbeveiliging moeten in overeenstemming zijn met 531.3.1 t/m 531.3.4
en met de van toepassing zijnde eisen in 531.3.5.Alleen toestellen voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom niet groter
dan 300 mA mogen worden toegepast.Toestellen voor aardlekbeveiliging moeten bij het voedingspunt van de te beschermen
stroomketen worden geïnstalleerd.
Zoeken in de website
132 resultaten
Beschermende vereffening
Beschermende vereffening werd eerder basispotentiaalvereffening genoemd. Het heet nu beschermende vereffening om aan te duiden dat het om potentiaal vereffening gaat in verband met de veiligheid. Dit artikel gaat in op de werking van beschermende vereffening (niet te verwarren met de aanvullende beschermende potentiaalvereffening, zoals die in een ruimte met een bad of douche moet worden toegepast)
Herziening Machinerichtlijn in de maak
Momenteel wordt hard gewerkt aan een herziening van de Machinerichtlijn. Deze richtlijn zal vervangen worden door de nieuwe Machineverordening. Hoewel de Machinerichtlijn voor het grootste deel nog behouden zal blijven, is deze op onderdelen toe aan vernieuwing. De huidige stamt immers uit 2006 en is op bepaalde onderdelen ingehaald door de stand der techniek.
Wanneer precies deze Machineverordening
Waarom een type B aardlekbeveiliging toepassen?
Auteur: Rob Kaspers
In dit artikel gaat Rob Kaspers uit op de verschillende types aardlekschakelaars. En waarom je een type B aardlekbeveiliging moet toepassen.
De toepassing van de type B RCD (aardlekbeveiliging), raakt steeds meer ingeburgerd. Toch zijn er genoeg voorbeelden van projecten waar type A RCD’s zijn toegepast, terwijl dit een type B moet zijn. Dat heeft nadelige gevolgen voor de
Op welke installaties is NEN 1010 van toepassing?
NEN 1010 is van toepassing op vast aangelegde elektrische installaties met lage spanning (tot 1000 V wisselspanning of 1500 V gelijkspanning). Bijvoorbeeld in woonhuizen, winkels, kantoorgebouwen, hotels, scholen, theaters en boerderijen.
NEN 1010 is niet van toepassing op bijzondere installaties, zoals de elektrische uitrusting van machines, installaties op schepen en elektrische tractiesystemen
Bestaat er een NEN 1010-certificaat?
Nee, maar het is vaak wel mogelijk om na oplevering of inspectie van een installatie een verklaring te laten opstellen door een installateur of inspecteur waarin deze bevestigt dat de installatie voldoet aan NEN 1010. Een dergelijke verklaring kan worden beschouwd als ‘NEN 1010-certificaat’.
Wat is NEN 4010?
NEN 4010 is een norm met eisen voor het ontwerpen en het installeren van elektrische installaties voor laagspanning. Deze norm is gebaseerd op de Nederlandse omstandigheden en de algemene Nederlandse installatiepraktijk.
Als ik aan NEN 4010 voldoe, voldoe ik dan ook aan NEN 1010?
Met NEN 4010 voldoet u als installateur ook aan de elektrotechnische veiligheidseisen in de bouwwet- en regelgeving. Dat geldt alleen binnen het toepassingsgebied van NEN 4010. Voor onderwerpen die buiten het toepassingsgebied van NEN 4010 vallen, moet NEN 1010 worden gebruikt.
Hoe leg ik vast dat ik volgens NEN 4010 werk?
U kunt in de afspraken die u met uw opdrachtgever maakt, vastleggen dat u volgens NEN 4010 werkt.
Welke stroomstelsels behandelt NEN 4010?
NEN 4010 behandelt de volgende stroomstelsels en wijzen van aarding:
— TN-stelsels met één voedingsbron;
— TN-stelsels met meerdere voedingsbronnen;
— TT-stelsel.
Welke elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van NEN 4010?
De volgende elektrische installaties en onderwerpen vallen buiten het toepassingsgebied van deze norm:
Gelijkstroominstallaties (DC);
IT-, IU- en IM-stroomstelsels;
TN-C-stroomstelsels;
Beveiliging tegen overspanning veroorzaakt door aardfouten;
Laagspanningsopwekeenheden.
Daarnaast is NEN 4010 niet van toepassing op elektrische installaties van:
Jachthavens en vergelijkbare terreinen