Zoeken in
Zoeken in normen
6276 resultaten
444.4.1 Bronnen van EMI
Elektrisch materieel dat gevoelig is voor elektromagnetische invloeden, zou niet mogen
worden geplaatst nabij potentiële bronnen van elektromagnetische straling, zoals:— schakelapparatuur voor inductieve belastingen;— elektromotoren;— tl-verlichting;— lasapparaten;— gelijkrichters;— choppers;— frequentieomvormers en regelaars;— schakelende voedingen;— liften;— transformatoren;—
444.4.5 IT-stelsel
In een driefase-IT-stelsel (zie figuur 44.9) kan de spanning tussen een goed functionerende faseleiding en een
metalen gestel oplopen tot het niveau van de fase-fasespanning bij een enkelvoudige
isolatiefout tussen een faseleiding en een metalen gestel.OPMERKINGElektronisch materieel dat rechtstreeks wordt gevoed vanuit een faseleiding en
nulleiding, zou zo moeten zijn ontworpen dat het dergelijke
444.4.6.1 Algemene eisen
Zoals weergegeven in figuur 44.10 mag er slechts één verbinding worden gemaakt tussen PEN en PE.OPMERKINGDit wijkt af van de eisen uit deel 1, omdat bij
meervoudige aarding van de sterpunten van voedingsbronnen de stromen van de nulleiding
naar het desbetreffende sterpunt niet alleen door de nulleiding stromen maar ook door de
beschermingsleiding, zoals weergegeven in figuur 44.11. Hierdoor is de
444.4.8 Nutsleidingen die een gebouw binnenkomen
Metalen buisleidingen en de metalen afscherming van kabels moeten worden vereffend met de
hoofdaardrail of -klem door middel van leidingen met een lage impedantie. Algemene eisen
voor het vereffenen van binnenkomende leidingen worden gegeven in hoofdstuk 54. Metalen buisleidingen (bijvoorbeeld voor water, gas of
stadsverwarming) en binnenkomende voedings- en signaalkabels zouden bij voorkeur het
444.5.1 Onderlinge verbinding van aardelektroden
Bij verschillende gebouwen is het mogelijk dat het concept van afzonderlijke en
onafhankelijke aardelektroden die zijn aangesloten op een netwerk van leidingen voor
potentiaalvereffening, niet volstaat in het geval dat elektronisch materieel wordt gebruikt
voor communicatie en gegevensuitwisseling tussen de verschillende gebouwen, om de volgende
redenen:— er bestaat een koppeling tussen deze
444.5.6 Zakelijke of industriële gebouwen met aanzienlijke hoeveelheden materieel voor
informatietechnologie
De volgende aanvullende specificaties zijn bedoeld om invloeden van elektromagnetische
verstoringen op de werking van het materieel voor informatietechnologie te verminderen.In sterk elektromagnetische omgevingen wordt aanbevolen om een gemeenschappelijk vermaasd
stervormig vereffeningsnetwerk te gebruiken zoals beschreven in 444.5.3.3.444.5.6.1 Dimensionering en installatie van leidingen voor
444.5.6.2 Delen die moeten worden aangesloten op het potentiaalvereffeningsnetwerk
De volgende delen moeten ook worden aangesloten op het potentiaalvereffeningsnetwerk:— geleidende afschermingen, geleidende folies of armering van kabels voor
gegevensoverdracht of van materieel voor informatietechnologie;— aardleidingen van antennesystemen;— aardleidingen van de geaarde pool van DC-voedingen voor materieel voor
informatietechnologie;— functionele aardleidingen.
444.5.7 Aardingsvoorzieningen en potentiaalvereffening van installaties voor
informatietechnologie voor functionele doeleinden
444.5.7.1 AardrailWanneer voor functionele doeleinden een aardrail nodig is, kan de hoofdaardrail of -klem
van het gebouw worden verlengd door gebruik te maken van een aardrail. Dit maakt het
mogelijk dat installaties voor informatietechnologie vanaf elke plaats binnen het gebouw
volgens de kortst mogelijke route met de hoofdaardrail of -klem worden verbonden. Wanneer
een aardrail wordt toegepast
444.5.7.2 Doorsnede van de aardrail
De effectiviteit van de aardrail hangt af van de route en de impedantie van de toegepaste
leiding. Voor installaties met een voeding die een capaciteit heeft van minder dan 200 A
per fase, zijn de eisen van hoofdstuk 54 van
toepassing. Voor installaties met een voeding die een capaciteit heeft van 200 A per fase
of meer, mag de doorsnede van de aardrail niet kleiner zijn dan 50 mm2 in koper
en
444.6 Scheiding van stroomketens
444.6.1 AlgemeenVoedingskabels (laagspanning) en kabels voor informatietechnologie (extra lage spanning)
die hetzelfde kabeldraagsysteem delen of dezelfde route volgen, moeten worden geïnstalleerd
volgens 444.6.Verificatie van de bescherming tegen elektrische schok door automatische uitschakeling van
de voeding moet worden toegepast volgens rubriek 411, en scheiding van elektrische stroomketens
Zoeken in de website
132 resultaten
Nieuwe onderwerpen in NEN 4010
Eerste inspectie
Auteur: Foka Kempenaar
Datum: november 2019
Elke installateur krijgt te maken met een eerste, of nulinspectie van een elektrische laagspanningsinstallatie. Als iemand een eerste installatie aanlegt, moet deze persoon zelf, of een derde, deze installatie inspecteren. NEN 1010 vereist dat er grondig wordt bekeken of alles naar wens functioneert en veilig is voor gebruik.
“Officieel
Nieuwe onderwerpen in NEN 4010: Kleine medisch gebruikte ruimten
Auteur: Foka Kempenaar
Datum: december 2019
“We nemen de aanleg van elektrische installaties voor kleine medisch gebruikte ruimten mee in de komende editie van NEN 4010”, vertelt Ben Aartman, voorzitter van NEC 64 IC, de implementatiecommissie die verantwoordelijk is voor de herziening van NEN 4010. Elke installateur heeft immers wel eens een dokterspraktijk of een tandartspraktijk in zijn klantenkring
Technieksector in 2040 belangrijker dan ooit
Er is een tijd voor en een tijd na het coronavirus. Door het virus is onze maatschappij abrupt tot stilstand gekomen. Hoe lang het gaat duren kan niemand zeggen, maar één ding is zeker: we gaan de draad weer oppakken en de rol die de technieksector daarbij gaat spelen wordt steeds belangrijker. Vlak voor de uitbraak van het virus presenteerde Techniek Nederland de scenariostudie SCENARIO2040. En hoe
Wijzigingen NEN 1010:2020 in de praktijk van de installateur - selectiviteit
In deze serie artikelen over NEN 1010:2020 vestig ik de aandacht op een aantal wijzigingen die concreet invloed hebben op de praktijk van de installateur, ontwerper, inspecteur of installatieverantwoordelijke.
Tekst: Rob Kaspers
Selectiviteit tussen beveiligingstoestellen tegen overstroom
In NEN 1010:2015 werd in rubriek 535 de selectiviteit tussen toestellen voor aardlekbeveiligingen besproken
EV-rijder geïnteresseerd in slim laden
Tekst: Gerrit Tenkink
De meeste EV-rijders zijn thuisladers en willen in toenemende mate gebruik maken van slim laden. Verhoudingsgewijs hebben veel van de aan het onderzoek deelnemende EV-rijders (75 procent) zonnepanelen die ze graag willen inzetten voor hun elektrische auto. De kennis hoe dat te realiseren is echter nog onvoldoende aanwezig bij deze respondenten.
Dat zijn de belangrijkste
De eerste stap van een leidingberekening met behulp van NEN 4010:2020+C1:2022
Auteur: Rob Kaspers
Dit artikel is de eerste in een serie over het berekenen van een leiding aan de hand van NEN 4010+C1. In dit eerste artikel ga ik in op het bepalen van de hoogste toelaatbare stroom IZ. Dit is nodig om de leiding op de juiste manier te beveiligen tegen overbelastingsstromen.
HKL
LK1
Figuur 1: LK1 wordt gevoed vanuit HKL.
Voor een utiliteitsgebouw
Datakabel biedt mogelijkheden
Het gebruik van draadloze toepassingen is de laatste jaren flink toegenomen. Toch is wireless nog altijd minder betrouwbaar en stabiel dan bedrading. Databekabeling wint daarnaast terrein als voedingskabel. De juiste berekening van de bedradingsinstallatie is essentieel. Veel installateurs hebben nog te weinig kennis van zaken.
Jan Zeeman is werkzaam bij telematicadistributeur Rexcom en
‘We willen risico’s beheersbaar maken’
Nieuwe norm voor bliksembeveiliging in de maak
Bliksembeveiliging van installaties is een belangrijk onderwerp. Momenteel wordt er gewerkt aan een vernieuwde versie van de norm op dit gebied, NEN-EN-IEC 62305. Volgens Michiel Hartmann, voorzitter van NEN-normcommissie NEC 81 – waaronder de genoemde norm valt – is deze update hoognodig, onder meer vanwege de opkomst van PV-installaties. “Ik pleit